Van Weel: Geen extra geld voor uitstapprogramma’s prostitutie
Justitieminister Van Weel voelt er niets voor om op zijn begroting een bedrag van 8 ton extra vrij te maken voor gemeentelijke uitstapprogramma’s voor prostituees.
Geen goed idee, zo liet de bewindsman donderdag tijdens de behandeling van de justitiebegroting weten aan SGP-Kamerlid Diederik van Dijk.
De partij stelde voor eenzelfde bedrag weg te halen uit het budget voor de Sekswerk Alliantie De-stigmatisering (SWAD), waardoor de begroting verder intact zou blijven. Maar Van Weel laat die op dit punt liever zoals die nu is.
„Binnen het sekswerkbeleid zijn er meerdere prioriteiten”, zo zet Van Weel uiteen. Eén daarvan is het bieden van perspectief aan sekswerkers en het helpen bij uitstap, onderkent hij. Tegelijk noemt hij ook het versterken van de maatschappelijke positie van sekswerkers, „te meer omdat sekswerkers door het stigma op sekswerk een drempel kunnen ervaren om hulp te zoeken als er sprake is van misstanden.”
De Sekswerk Alliantie De-stigmatisering (SWAD) vervult daarin een belangrijke rol en dient daarbij te worden ondersteund, aldus de bewindsman.
Evaluatie
De uitstapprogramma’s, die jarenlang in de lucht werden gehouden via tijdelijke subsidieregelingen, worden sinds 2021 structureel gefinancierd vanuit het Rijk. Sinds vorig jaar is daar een bedrag mee gemoeid van 6 miljoen euro per jaar. Dit wordt uitgekeerd aan achttien centrumgemeenten, naar rato van het inwoneraantal.
Volgende maand start in opdracht van het ministerie een evaluatie van de uitstapregelingen. In het onderzoek dat komende zomer klaar moet zijn, komt ook aan bod of de beschikbare financiële middelen en de wijze van financiering bijdragen aan het uitstapproces.
Van Dijk zegt in een reactie teleurgesteld te zijn in Van Weels reactie. „Dit kabinet stopt best stevig veel geld in het destigmatiseren van de prostitutie, maar juist de onvrijwillige prostituee is daar niet mee geholpen. Het destigmatiseren van uitbuiting wordt blijkbaar zwaarder aangeslagen dan regelingen die bijdragen aan het voorkomen daarvan.”