Kerk & religie

„Juist alledaagse dingen vormen ons verlangen”

Secularisatie is niet alleen een beweging van God en de kerk vandaan, maar ook ergens naartoe. Waar voelen mensen zich zo door aangetrokken dat het christelijk geloof daar mager bij afsteekt? In zijn nieuwste boek ”Shoppen in advent; een kleine theorie van secularisatie” zoekt prof. dr. Herman Paul naar een antwoord op deze vraag.

Janita van Hoeven
16 January 2020 14:24Gewijzigd op 16 November 2020 17:59
Prof. dr. Herman Paul. beeld RD, Anton Dommerholt
Prof. dr. Herman Paul. beeld RD, Anton Dommerholt

Zevenenhalf jaar hield Paul (41) zich als bijzonder hoogleraar secularisatiestudies namens de GZB en IZB aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) bezig met het onderwerp secularisatie. Hij deed er onderzoek naar, schreef er boeken over en gaf lezingen in het hele land. „Het was een bijzondere functie waarin ik heen en weer pendelde tussen universiteit en kerk. Ik ben erg dankbaar dat ik haar mocht bekleden.”

Vrijdag neemt hij afscheid als bijzonder hoogleraar. Een besluit dat hij zelf nam. „Ik kon nog tweeënhalf jaar door, maar heb voor mijn gevoel gezegd wat ik kon zeggen. Dat betekent niet dat ik uitgeleerd ben, maar wel dat ik het antwoord heb gevonden op de vraag waarmee ik begon. En heel praktisch: het is pittig om twee leerstoelen tegelijk te bekleden.”

De RUG geeft de bijzondere leerstoel geen vervolg, in lijn met haar visie om bijzondere leerstoelen niet te lang te laten duren.

Wat is het belangrijkste dat u te weten bent gekomen over secularisatie?

„Dat je secularisatie beter niet kunt opvatten als een lang historisch proces dat met de industriële revolutie in de negentiende eeuw begon. We krijgen secularisatie het beste in het vizier als we op een gedetailleerder niveau kijken naar hoe het menselijk ik wordt gevormd. Dat gebeurt vaak meer door dagelijkse gewoonten die onze verlangens beïnvloeden dan door nieuwe opvattingen.

Wat ik verder heb geleerd is dat we over secularisatie met twee woorden moeten spreken. Het is niet alleen een beweging van God en de kerk vandaan, maar ook ergens naartoe. Dat is mij steeds meer gaan intrigeren. Als mensen zich afkeren van God, wat komt daarvoor dan in de plaats?”

En, wat zijn die alternatieven?

„Consumentisme zie ik als een van de voornaamste religies van deze tijd. Het lijkt op een godsdienst, omdat het liturgische rituelen heeft, zoals de kerstaanbiedingen. Het evangelie is dat het ware geluk voor iedereen te koop is. Consumentisme wil mensen vormen tot mensen die hun identiteit ontlenen aan de kleding die ze dragen, de spulletjes waarmee ze zich omringen en de ervaringen die ze kopen. Consumentisme appelleert ook aan verlangens om het goed te hebben, succesvol te zijn en door anderen te worden gezien. Dit alles staat op gespannen voet met het christelijke geloof: het leidt van God af in plaats van naar Hem toe. Ook dat drukt het beeld van een nieuwe religie uit.”

Dat stijgende welvaart leidt tot kerkverlating, dat wisten we toch al?

„Dat klopt, maar de vraag is: hoe moeten we dat dan verklaren? De Duitse socioloog Jochen Hirschle deed onderzoek naar de economische opleving in de jaren negentig in Ierland. Die ging gepaard met een opvallend steile afname van kerkbezoek. Uit enquêtes bleek dat de opvattingen die mensen hadden over God, de hemel, wonderen en de zin van het leven vrijwel identiek bleven.

Het kerkbezoek daalde, omdat mensen andere middelen hadden om hun identiteit te ontwikkelen en hun sociale relaties te onderhouden. Mensen ontmoetten elkaar niet langer in de kerk, maar in de bioscoop en op de sportschool. Mensen ontleenden hun identiteit niet langer aan hun geloof, maar aan hun nieuwe auto, baan, hun hobby’s en hun vakanties. Datzelfde gebeurde ook in de jaren zestig in Nederland. Mensen trokken niet radicaal de deur van de kerk achter zich dicht, maar hun leven vulde zich met leuke dingen, de band met de kerk werd losser en uiteindelijk verdween ze uit beeld.”

Veranderende theologische opvattingen zijn dus vaak niet de oorzaak van secularisatie.

„Precies. Natuurlijk kán secularisatie bevorderd worden door nieuwe opvattingen. Maar veel vaker verandert ons menselijk ik door verlangens en manieren van leven die ons worden aangereikt door onze omgeving. Je wilt ergens bij horen, niet uit de toon vallen. Het is echter niet eenvoudig om denken, verlangen en ergens bij horen uit elkaar te houden.

Neem een student met een christelijke achtergrond die elke zondag met zijn jaargenoten gaat roeien. Doet hij dat omdat hij geloof in God achterhaald vindt en kerkgang daarom overbodig? Of werkt het omgekeerd? Veel studenten roeien op zondag, hij wil erbij horen en daarom besluit hij niet meer naar de kerk te gaan? Ik vraag aandacht voor veranderingen die veel subtieler zijn dan instemmen met een nieuwe opvatting.”

Het consumentisme houdt geen halt bij de kerkdeur, schrijft u.

„Ook kerkgangers gedragen zich niet zelden als consumenten, op zoek naar producten die passen bij hun religieuze voorkeuren. Christenen ruilen al shoppend de ene kerk voor de andere in of stemmen met hun voeten als de preek, de sfeer of de liedkeuze hun niet aanstaat. Maar vooral: de consument in ons is het gewend om op zijn wenken bediend te worden. Wat doet dat met onze verwachting van een Koninkrijk dat nog moet komen? Ook christenen kunnen zich ongemerkt verliezen in het hier en nu.”

Dat klinkt alsof niemand zich aan consumentisme kan onttrekken.

„Aan de Duitse theoloog Bernd Wannenwetsch stelde ik eens een soortgelijke vraag. Zijn antwoord was dat de kerk niet sterk genoeg is om tegenwicht aan consumentisme te bieden. Zelf spreek ik liever met twee woorden. Enerzijds: de kerk is de plek waar verlangens van mensen worden gevormd. Het is de plek waar de consument in ons wordt gecorrigeerd en waar we leren verlangen naar God en Zijn Koninkrijk.

Anderzijds: het christelijke leven is niet een project dat onmiddellijk tot zichtbare resultaten leidt. We zullen niet zo ver vorderen in heiligmaking dat we de consument uit ons leven kunnen bannen. Zelfs de allerheiligsten kennen slechts een beginsel van heiligheid. In deze tussentijd, zegt Augustinus, groeien het kaf en het koren in ons leven samen op. Pas op de jongste dag zal het kaf worden gescheiden van het koren en verbrand.”

Desecularisatie wordt het meest zichtbaar in de adventsverwachting van de kerk, stelt u in uw boek.

„Met advent bedoel ik niet die vier weken voor Kerst, maar de verwachting van Christus’ komst en Zijn Koninkrijk, waarvan de tekenen soms al mogen oplichten. Die eschatologische gerichtheid, met haar spanning tussen ”reeds” en ”nog niet”, vind ik een fundamenteel kenmerk van het christelijke geloof. Shoppen en advent zijn voor mij voorbeelden van seculariserende en deseculariserende krachten. Zoals secularisatie bij uitstek zichtbaar wordt in glanzende winkelcentra of busjes die internetbestellingen bezorgen, zo wordt desecularisatie het meest zichtbaar in het uitzien van de kerk naar Gods Koninkrijk.”

Wat is uw belangrijkste boodschap aan predikanten en kerkenraden?

„Het lijkt mij belangrijk om als kerk een aandachtigheid te ontwikkelen voor wat alledaagse dingen als boodschappen doen, kleren kopen en ons huis inrichten doen met het ik van mensen. Laten we daarover in gesprek gaan. Hoe lastig dat ook is, want je wilt geen moralist zijn die anderen vertelt dat ze nog wat langer met hun oude bankstel moeten doen.

Daarnaast is het goed om ons af te vragen hoe adventsvergetelheid in ons leven gecorrigeerd kan worden. Hoe zouden we meer advent in ons leven zichtbaar kunnen maken?”

Hoe krijgt deze adventsverwachting vorm in uw eigen leven?

„Ik werk in een omgeving waarin de competitie hoog is. In gesprek met jonge mensen probeer ik te laten zien dat er méér is dan succes. Naarmate ik langer op de Leidse universiteit rondloop, ben ik het steeds belangrijker gaan vinden om bredere dingen van het leven te delen met studenten.

Het is niet mijn roeping om een succesvolle historicus te zijn of zo veel mogelijk artikelen te schrijven. Het is wel mijn roeping om betrokken te zijn op de gemeenschap van mijn instituut en daar te getuigen van de hoop die in mij is.”

Is met dit afscheid het thema secularisatie afgesloten voor u?

„Dat is moeilijk te voorspellen. Mijn ervaring leert dat de publicatie van een boek voor mezelf een eindpunt is, maar voor de lezer vaak een beginpunt. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat ik over secularisatie nooit meer iets zal zeggen, maar mijn volgende boek gaat over iets anders.”

Shoppen in advent; een kleine theorie van secularisatie, Herman Paul; uitg. Kok Boekencentrum; 144 blz.; €13,99

Advent in het winkelcentrum

„Misschien laat het beeld van shoppen in advent zich omdraaien en kunnen we nagaan hoe ”advent in de shopping mall” eruitziet. Wat betekent het als consument te verlangen naar Gods koninkrijk? Uitbuiting van mensen elders ter wereld –vrouwen in Aziatische naaiateliers of kinderen op koffieplantages in Zuid-Amerika– past niet bij een adventsverwachting die volgens Augustinus tot uiting zou moeten komen in werken van barmhartigheid.

Hoe zou ik in mijn aanschaf van voedsel en kleding dan wél kunnen getuigen van een hoop die zich uitstrekt tot voorbij het saeculum? Of wat houdt uitzien naar Gods toekomst in op de werkvloer? Wat betekent advent als ik werk in een sector waarin snel geld verdienen het hoogste gebod is of waarin agressieve marketing van de ”BV IK” –niet ongebruikelijk onder wetenschappers– geldt als sine qua non? Ook deze vragen impliceren serieuze aandacht voor alledaagse praktijken die het leven vormen. De zelven die mijn doordeweekse leven laten seculariseren, zullen in al hun concreetheid kritisch moeten worden bevraagd.”

Uit: ”Shoppen in advent”, blz. 136-137.

Levensloop prof. dr. H. J. Paul

Herman Paul werd in 1978 geboren in Zoetermeer. Hij is de zoon van oudtestamenticus prof. dr. Mart-Jan Paul. Hij studeerde geschiedenis en filosofie in Groningen en promoveerde in 2006 op een geschiedfilosofisch onderwerp.

Sinds 2007 werkt hij aan de Universiteit Leiden, waar hij in 2019 werd benoemd tot hoogleraar geschiedenis van de geesteswetenschappen. Hij leidt daar een groot onderzoeksproject over wetenschappelijke ondeugden.

Naast zijn Leidse baan was Paul sinds 2012 bijzonder hoogleraar secularisatiestudies aan de Rijksuniversiteit Groningen, vanuit de missionaire organisaties IZB en GZB. In 2017 kwam zijn boek ”De slag om het hart; over secularisatie van verlangen” uit.

Vrijdag neemt Paul in De Wittenberg in Zeist afscheid van zijn Groningse leerstoel en presenteert hij zijn essay ”Shoppen in advent”. Prof. dr. Edward van ’t Slot (Rijksuniversiteit Groningen), ds. Barbara Lamain (protestantse gemeente ’t Woudt-Den Hoorn) en dr. Sjaak van den Berg (directeur IZB) geven een reactie.

Paul woont in Oegstgeest en is getrouwd met dr. Esther Jonker. Het stel heeft twee dochters van 6 en 4 jaar.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer