Diverse Kamerleden hebben woensdag opnieuw hun gal gespuwd over de aanwezigheid van prolifeorganisaties bij abortusklinieken.
Het is volgens GroenLinks, PvdA en D66 zaak dat minster De Jonge (VWS) zich nog rechtstreekser gaat bemoeien met de wakes en betogingen. Zijn inzet zou nodig zijn om te voorkomen dat vrouwen zouden worden geïntimideerd, zei bijvoorbeeld Kamerlid Ellemeet van GroenLinks. Zij adviseerde De Jonge om een voorbeeld te nemen aan Duitsland en Londen, waar ruime anti-demonstratiezones – ook wel bekend als bufferzones– zijn ingesteld. Betogers moeten volgens haar naar Den Haag komen in plaats van bij klinieken te gaan staan.
Ook D66 wil actie van de minister. Kamerlid Dijkstra van deze partij vroeg de bewindsman concreet aan te geven hoe hij ervoor gaat zorgen dat de aangiftebereid van kliniekbezoekers die overlast of intimidatie ervaren gaat worden gestimuleerd.
SGP-Kamerlid Van der Staaij nam het juist voor de wakers op. Hij vindt dat er veel laster wordt verspreid, zowel over hun optredens als over hun intentie. Van der Staaij zou dat veel counselors juist dankbare reacties ontvangen van abortuscliënten voor hun werk. „Dat is voor hen een enorme drijfveer om door te gaan.” Er is volgens hem bij prolifeorganisaties een groot bewustzijn dat ze de zaak waarvoor ze aandacht vragen alleen maar verknallen door naar buiten te treden met opruiende en veroordelende teksten. Mochten er door hun toedoen toch vrouwen overstuur de abortuskliniek binnengaan, laat de kliniek dat dan terugkoppelen aan de vergunninghouders van een betoging of wake, zo luidde zijn advies.
Richting GroenLinks-Kamerlid Ellemeet bevestigde Van der Staaij inderdaad van mening te zijn dat de hulp en voorlichting die abortusklinieken geven voor alternatieve oplossingen voor een ongeplande zwangerschap dan abortus tekort schieten. Hij baseert zich daarvoor op de ervaringsverhalen van vrouwen. Ellemeet was hierover ontsteld en sprak van een schokkende opmerking. „Dit vind ik heel erg ver gaan”, zei ze.
Vrijwel alle seculiere partijen die meededen aan het debat drukten De Jonge op het hart vaart te maken met de kabinetsreactie op het recente pleidooi van kinderartsen om euthanasie bij minderjarigen van 1 tot 12 jaar te reguleren. „We hebben echt te maken met een lacune in de wet die moet worden opgelost”, was een veelgehoorde opmerking.
Nogal wat partijen uitten daarnaast hun zorg over het verloop van de zogeheten maatschappelijke dialogen over de Embryowet. De doelstelling daarvan is het op gang brengen van een breed maatschappelijk debat over het aanpassen van het DNA van embryo’s en het verruimen van de mogelijkheid van embryoselectie. In de Kamer leeft echter de zorg dat de dialogen nauwelijks aanslaan buiten de kring van mensen die beroepshalve bij de thematiek betrokken zijn.