Van heinde en verre kwamen theologen en studenten eind zestiende eeuw naar Genève om Theodorus Beza te ontmoeten. Zouden de sporen van deze markante stadsbewoner anno 2019 nog steeds te vinden zijn?
Reformator Theodorus Beza (1519-1604) kwam in 1548 vanuit Frankrijk als vluchteling aan in Genève. Hij werd er in 1558 rector van de nieuwe Academie en bleef tot zijn overlijden in 1604 een van de markantste theologen in de stad.
Genève ligt in het westelijke puntje van Zwitserland en wordt van drie kanten omringd door Frankrijk. In Beza’s tijd was het de hertog van Savoye die de stad meermalen omsingelde en bedreigde. Buiten de napoleontische tijd om kwam Genève echter niet meer in Franse handen. Als onderdeel van wat later Zwitserland werd, ontwikkelde de stad zich tot uitvalsbasis van verschillende instellingen van de Verenigde Naties, maar ook van de Wereldraad van Kerken en het Rode Kruis.
De looproute van het centraal station naar de oude binnenstad is ongeveer een kilometer lang. Wie de route volgt, passeert al snel de rooms-katholieke Notre-Dame. Op een eiland langs een van de bruggetjes over de Rhône, een stukje verderop, staat het standbeeld van de achttiende-eeuwse schrijver en filosoof Jean-Jacques Rousseau. Langs het beeld springt de Pont du Mont Blanc in het oog. Aan beide zijden van de grote verkeersbrug wapperen tientallen verschillende nationale vlaggen fier in de wind. Ruim een derde van de inwoners van Genève heeft geen Zwitsers paspoort. Net als Beza kwamen veel hedendaagse inwoners pas op latere leeftijd vanuit het buitenland in de stad wonen en werken.
Aanwijzingen
Van Beza zelf ontbreekt tijdens de wandeling door het nieuwere stadsgedeelte tot nog toe elk spoor. In het oude centrum, bij de cathédrale Saint-Pierre, de Sint-Pieter, is meer te vinden dat aan Beza herinnert. Al liggen aanwijzingen naar Beza niet voor het oprapen en is de naamgeving van de straatjes misleidend. De Rue Jean Calvin (Johannes Calvijnstraat), in het verlengde van de Sint-Pieter, is zo genoemd omdat Calvijn daar heeft gewoond. De naam verhult echter dat ook Beza in deze straat woonde.
In de kathedraal, midden in het oude centrum, duikt de naam van Beza in wat bijzinnen in folders op. Ook hier wordt aan toeristen voornamelijk duidelijk gemaakt dat het Calvijn was die hier preekte. Hetzelfde geldt voor het Auditorium van Calvijn, waar evenwel ook Beza samenkomsten heeft geleid. Dat gebouw is in gebruik voor kerkdiensten van Italiaanse en Schotse gereformeerden.
Expositie
Het naast de kerk gelegen Internationaal Reformatiemuseum besteedt in 2019 met een expositie wel uitgebreider aandacht aan Beza, ter gelegenheid van zijn vijfhonderdste geboortedag op 24 juni. Het museum staat op historische grond; hier stond het oude klooster waar Beza is begraven.
Beza was volgens het museum „de grote architect van de Reformatie in Genève en Europa.” In een tentoonstelling met meer dan dertig werken van Beza presenteert het hem als dichter, denker, pedagoog en diplomaat. Hij was reformator, groot inwoner van Genève, eerste rector van de Academie, voorzitter van de raad van predikanten en getuige van de ”Escalade” in 1602. Al wil het verhaal dat Beza doorsliep tijdens die nachtelijke bestorming van de stad door de troepen uit Savoye.
In het museum worden bezoekers gewezen op een andere plek waar Genève de herinnering aan de Reformatie levend houdt: de Reformatiemuur. Om daar vanaf het museum te komen, is het niet nodig de Rue Théodore de Bèze (Theodorus Bezastraat) te nemen. Die ligt enkele honderden meters ten oosten van het museum en de muur. De ligging ervan heeft weinig met de reformator te maken.
De Reformatiemuur heeft een plaats gekregen in het park naast de Rue de la Croix-Rouge, de Rode Kruisweg. Het bouwwerk uit de twintigste eeuw is enorm: de muur is honderd meter lang en bevat beelden van vijf meter hoog.
In het midden staan vier reformatoren. Drie van hen waren vanuit Frankrijk naar Genève gekomen: Guillaume Farel, Johannes Calvijn en Theodorus Beza. De Schotse reformator John Knox lijkt een vreemde eend in de bijt, maar is dat niet; hij stichtte de presbyteriaanse kerk in Schotland, waar het calvinisme grote invloed kreeg. Bovendien bezocht Knox Genève en preekte hij er in het Auditorium van Calvijn.
Alle vier de mannen dragen een toga en houden een Bijbel in de hand. Aan hun rechterzijde (voor de kijkers links) staan Frederik-Willem van Brandenburg, Willem van Oranje en Gaspard de Coligny afgebeeld. Rechts staan Roger Williams, Oliver Cromwell en Stephen Bocskai. Op de muur staan ook diverse teksten gegraveerd, waaronder de Nederlandse woorden uit het Plakkaat van Verlatinghe, waarin de Staten-Generaal in 1581 de Spaanse koning Filips II afzetten als hun heerser.
Geloofsbelijdenis
De mega-Beza staat er al zo’n honderd jaar en trekt samen met de andere beelden op de muur nog altijd veel bekijks. Bij iemand die Beza’s belijdenis leest, kan de vraag opkomen of de reformator dit zelf zo gewild zou hebben. In deel 5, artikel 23, benadrukt hij dat herders en leraars slechts instrumenten zijn die God voor de bediening van Zijn Woord gebruikt. „We moeten ons er dus voor wachten de dienaren van God te minachten, of het tegenovergestelde te doen...”
Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het beeld de afgelopen eeuw meermalen door vandalen is besmeurd. Het monument, als teken van achting voor Beza en andere gereformeerde kerkhervormers, roept bij tijd en wijle dus ook reacties van minachting op.
Meer informatie over het Internationaal Reformatiemuseum is te vinden op de website musee-reforme.ch. Voor informatie over musea en activiteiten in Genève en andere Zwitserse steden, zie: myswitzerland.com.