Helemaal gerust waren de politieke leiders er niet op. Na een lange week wachten op de instemming van de bonden met het pensioenakkoord, overheerst de opluchting.
Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) zal het vast gedacht hebben, vorige week: „Het zal toch niet weer gebeuren?” In 2011 werd ook al een principeakkoord gesloten over het pensioenstelsel, maar kon vakbond FNV uiteindelijk toch niet instemmen. Het akkoord ging van tafel en alles bleef hetzelfde.
Acht jaar later is het dan toch gelukt. Een nieuw ontwerp voor het pensioenstelsel, met zowel politieke als maatschappelijke steun.
Voor de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie is het pensioenakkoord een belangrijk resultaat. Herziening van het pensioenstelsel is één van de belangrijkste ambities uit het regeerakkoord. De teleurstelling na de geklapte onderhandelingen in november was dan ook groot. Nu het toch is gelukt, overheerst de opluchting. „Een prachtig moment in onze polder en een mooi resultaat van politieke samenwerking tussen oppositie en coalitie”, reageerde CU-leider Gert-Jan Segers.
Het pensioenakkoord geeft de regeringspartijen munitie voor de komende jaren. Politieke opponenten zal nog lang worden ingewreven dat het zittende kabinet „een goed pensioen voor veel Nederlanders” heeft geregeld. SP, PVV en 50PLUS steunen het akkoord niet.
Brede steun
Behalve de coalitiepartijen zijn ook GroenLinks en PvdA tevreden met het onderhandelingsresultaat. Koolmees betrok deze partijen in een vroeg stadium bij de onderhandelingen, omdat zij nauwe banden hebben met FNV. Zo organiseerde Koolmees brede politieke steun voor het akkoord. Partijleiders Jesse Klaver (GroenLinks) en Lodewijk Asscher (PvdA) zijn dan ook blij met het akkoord en de steun van vakbonden FNV en CNV. „Dit is heel goed nieuws voor heel veel mensen”, vond Asscher. De winstpunten zijn volgens hem dat onnodige kortingen zijn voorkomen, mensen in zware beroepen eerder met pensioen kunnen en dat de AOW-leeftijd minder snel stijgt.
Koolmees gaf na de uitslag van het pensioenreferendum aan „erg blij” te zijn met de uitslag. Premier Mark Rutte noemde het „heel goed nieuws.”
Van achteroverleunen voor het kabinet kan geen sprake zijn. Om de AOW-leeftijd te bevriezen op 66 jaar en vier maanden, moet „met stoom en kokend water” een wetsvoorstel door de Tweede en Eerste Kamer. „Daar worden nu alle nodige voorbereidingen voor getroffen”, aldus Rutte.
Politieke steun voor de bevriezing van de AOW-leeftijd is een zekerheid. Een kleine onzekerheid is nog de instemming van de Vakcentrale voor Professionals, die dinsdag zijn positie zal bepalen.
De Tweede Kamer debatteert woensdag met minister Koolmees over het pensioenakkoord.