Rekenmodel subsidieregeling elektrische auto roept vragen op
Het rekenmodel voor het stimuleren van elektrisch rijden, zal altijd onzekerheden blijven bevatten. Dat zei ontwerper Robert Kok dinsdag in de Tweede Kamer.
Onzekerheden. Dat woord werd dinsdag het vaakst uitgesproken tijdens een hoorzitting over Carbontax. Dit rekenmodel voorspelt hoeveel mensen door een subsidieregeling worden aangezet tot het kopen of leasen van een elektrische auto.
In 2018 werden twee keer zoveel stekkerauto’s verkocht dan het model van Kok had voorspeld. Dat kostte het rijk 700 miljoen euro extra.
De Tweede Kamer wilde meer van Carbontax weten, maar stuit op veel onduidelijkheid. Onder aanvoering van CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt trekt het parlement ten strijde tegen het rekenmodel. Zowel ontwerper Kok als het Planbureau voor de Leefomgeving gaven dinsdag aan dat een rekenmodel zonder onzekerheden niet bestaat en dat de markt voor elektrische auto’s relatief nieuw is en dus extra onvoorspelbaar.
Kamerleden hekelden vooral de geheimhouding rond het rekenmodel. Uit concurrentieoverwegingen is de precieze opzet van Carbontax niet openbaar. ChristenUnie, CDA en VVD spraken van een black box en vinden het niet wenselijk dat van dit model tot 2030 pakweg 12 miljard euro subsidie afhangt.
„Waarom is eigenlijk voor dit model gekozen?”, wilde Bart Snels van GroenLinks weten. „Het was de enige direct bruikbare”, gaf Hans Mommaas, directeur van PBL, aan.
Volgende week debatteert de Kamer met staatssecretaris Menno Snel (Financiën) over de subsidieregelingen voor elektrische auto’s en rekenmodel Carbontax.