Opinie

Het pact van Marrakesh schept meer verplichtingen dan gedacht

Het pact van Marrakesh? CDA-minister en vicepremier Hugo de Jonge had er een maand geleden, toen hij premier Rutte die Europese verplichtingen had moest vervangen, nog nooit van gehoord. „U moet me even helpen”, biechtte hij eerlijk op tegenover een journalist, tijdens de wekelijkse persconferentie na de ministerraad.

Hoofdredactie
20 November 2018 15:04Gewijzigd op 16 November 2020 14:40
beeld ANP, Dibyangshu Sarkar
beeld ANP, Dibyangshu Sarkar

Inmiddels weten alle bewindslieden feilloos waar het VN-verdrag over gaat. In het pact formuleren 191 VN-lidstaten, waaronder Nederland, gezamenlijke uitgangspunten „om internationale samenwerking te bevorderen en migratie-management bespreekbaar te maken”, zo zette staatssecretaris Mark Harbers (Asiel) afgelopen zomer in een brief aan de Eerste Kamer uiteen. Doel van dat alles is dat migreren in de toekomst „gereguleerd, ordelijk en veilig” verloopt.

Bij elkaar vormen die deelnemers echter een buitengewoon bont gezelschap, bestaande uit herkomstlanden, doorreislanden (beide veelal gelegen in Afrika) en bestemmingslanden (veelal gelegen in de EU). Vogels van diverse pluimage over zo’n explosief onderwerp tot een gezamenlijke slotsom laten komen; dat is bijna niet te doen. Inmiddels is dan ook alom bekend dat het onderhandelingsproces bol stond van harde, onderlinge botsingen. Bijvoorbeeld over de vraag wie moet monitoren dat migranten die door een EU-lidstaat worden teruggestuurd naar hun thuisland daar echt veilig zijn; het zendende of toch het ontvangende land?

Dat strijdpunt bleef onbeslist. „Landen committeren zich aan veilige en waardige terugkeer”, zo luidt vooralsnog de uiteindelijke, nogal nietszeggende tekst. Die vaagheid weerhield Harbers er niet van het verdrag te presenteren als „een unieke gebeurtenis” en „een eerste alomvattend raamwerk ter versteviging van de internationale migratiesamenwerking.” Het is echter de vraag of de werkelijkheid niet iets weerbarstiger is.

In de Tweede Kamer komt de kwestie deze week tijdens de behandeling van de justitiebegroting ongetwijfeld aan bod. Harbers moet daarbij duidelijkheid bieden: Ziet Nederland het pact nog steeds als een veelbelovende, eerste stap? Of kiest het, met de op 10 en 11 december geplande, ceremoniële ondertekening van het pact in het vooruitzicht alsnog voor een veel behoedzamer strategie?

In een tekst die onderhandelende lidstaten slechts zien als „een eerste raamwerk” kunnen rechters wel degelijk al iets bindends lezen, waarschuwde hoogleraar internationaal recht Tom Zwart zaterdag. Dat sluit naadloos aan bij zorgen die Forum voor Democratie, PVV en SGP, later aangevuld met 50PLUS en inmiddels ook het CDA al eerder uitten: is dit verdrag niet veel minder vrijblijvend dan gedacht?

Harbers doet er goed aan zijn positie in het onderhandelingsproces nog eens te bepalen. Een heldere uitleg van het kabinet is gewenst. Niet voor niets zegt het spreekwoord: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer