Meditatie: Ziet!
„Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren en Zijn Naam IMMaNUËL heten.”
Jesaja 7:14
Jesaja begint deze profetie met het woord „Ziet!” Een woord van opmerking en verwondering. Dit woord ”ziet” wordt in de Heilige Schrift wel meer gebruikt wanneer er over nieuwe, ongewone, wonderlijke en opmerkelijke zaken wordt gesproken, en ook wel wanneer het goddelijke of heilzame aangelegenheden betreft. Het dient of tot verwondering, of om de aandacht op te wekken; hier beoogt het beide. Hier wordt van een wonder gesproken dat nooit tevoren was gehoord: „een maagd zal zwanger worden”. Omdat nu het ongeloof van Achaz en de zijnen zo groot was, was het wel nodig dat hun aandacht en geloof opgewekt werden. Vandaar het begin met het woordje ”ziet”, dat wil zeggen: let erop, het zal zéker geschieden.
De historieschrijvers uit de oudheid gebruikten dit woordje ”ziet” ook wel als zij melding maakten van geboorten die met iets opmerkelijks gepaard gingen: de geboortedag van Alexander de Grote viel tegelijk met het afbranden van de beroemde tempel van Diana te Efeze; bij de geboorte van keizer Augustus zou er een krans met korenaren rond de zon gezien zijn, en zo zouden er nog veel meer voorbeelden te noemen zijn. Al verwijzen wij dit alles naar het rijk der fabelen, in onze tekst is er sprake van het grootste geboortewonder, dat zijns gelijke niet heeft, waarom het met het woordje ”ziet” bekendgemaakt wordt.
_Abraham Hellenbroek,
predikant te Rotterdam
(”De beloofde Messias”, uitgave 1976)_