Bij tachtig zetels voor de SGP zouden liberalen vrijheid verlangen
De toleranten worden steeds intoleranter. Liberalen gaan steeds meer drammen. De dictatuur van de vrijheid lijkt aanstaande. Maar dan wel een heel smalle vrijheid. Namelijk de vrijheid die progressief Nederland als zodanig definieert.
Minderheden worden vriendelijk en ook steeds dringender verzocht zich hooguit in een smalle bandbreedte van de geldende opvattingen te voegen. En dat –ja, hoe cynisch is dat– noemen we dan de grootste vrijheid die we hebben: de vrijheid van meningsuiting. Geloven doe je maar achter de voordeur. En kinderen moeten beschermd worden tegen denkbeelden van hun ouders die indruisen tegen de progressieve waarden van deze tijd.
Dat is de afdronk die overblijft van de afgelopen twee weken, als we terugkijken op het wetgevingsoverleg Integratie en het veelbesproken partijcongres van de VVD. De VVD schudt haar liberale veren steeds meer af. Wat overblijft, is de kale kip van seculiere gedachtendwang en staatsgeweten, waarbij ruimte voor religie afneemt.
De staat bepaalt de bandbreedte van uw gedachten. Komt u daarbuiten, uit ze dan niet. Niet via het onderwijs – hetzij via scholen, hetzij via informeel onderwijs. Doet u dat wel, dan komt u de VVD tegen. En laat ik er direct bij zeggen dat niet alles is toegestaan. Daar waar aangezet wordt tot haat, geweld of onderdrukking moet de overheid ook ingrijpen.
Maar dit gaat veel verder. Hoewel de VVD bij hoog en bij laag volhoudt niets tegen religie en daarop gebaseerde waarden te hebben, wijzen steeds meer uitspraken de andere kant op.
In een interruptiedebat dat ik onlangs hierover had, kwam dit vanuit de VVD letterlijk naar voren. Als je vindt dat een huwelijk niet bedoeld is voor mensen van hetzelfde geslacht, dan heb je binnen de democratie als politieke partij wel de ruimte om daar iets over te zeggen. Maar als je diezelfde opvatting aan kinderen meegeeft in het publiek gefinancierde onderwijs, dan ga je daarmee volgens de VVD over de grenzen van vrije waarden en gelijke rechten.
Als je deze redenering doortrekt, wordt hier eigenlijk gezegd dat het opvoeden van een kind met normen die niet de breed gedeelde progressieve waarden weerspiegelen, een beperking is van de vrijheid van het kind. Want het argument dat nu wordt gebruikt, dat het onderwijs met belastinggeld betaald wordt, is natuurlijk maar flinterdun. Hoelang zal het dan nog duren voordat ook kerken en opvoeders in bredere zin met normen te maken krijgen rond denkbeelden die je aan kinderen mag overdragen. Met andere woorden: deze gevaarlijke progressieve denkwijze kan niet anders eindigen dan in een staatsopvoeding.
Het liberalisme lijkt hiermee te sneuvelen en ingewisseld te worden voor progressieve drammerij. Het gevaarlijke dat hier gebeurt, is namelijk dat vrijheden en grondrechten door elkaar worden gehaald. Progressieven zien een vrije seksuele moraal, vrije genderexpressie en een huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht als belangrijke verworven vrijheden. Maar dat wil nog niet zeggen dat het ook grondrechten in zichzelf zijn. Mensen die dit belangrijke vrijheden vinden, hebben in dit land grondrechten om dat te kunnen vinden. Maar het mooie van een grondrecht is dat mensen die precies het tegenovergestelde vinden, ook de grondrechten hebben om die mening te mogen hebben en over te mogen dragen aan hun kinderen. Het paradoxale feit doet zich nu voor dat juist voorstanders van progressieve waarden artikel 1 van de Grondwet lijken te vergeten, als zij overdracht van onwelgevallige meningen via het onderwijs anders willen behandelen dan die van hun eigen, en wellicht breed gedeelde, opvattingen.
Het belangrijkste doel van grondrechten lijken zij te vergeten. Grondrechten zijn niet bedoeld om de mening en opvattingen van de meerderheid op te leggen aan de minderheid. Integendeel, ze zijn er om burgers de vrijheid te geven om zonder bemoeienis van de overheid te leven. Daarmee zijn ze juist bedoeld om de rechten van minderheden te beschermen. En mochten de progressieve liberalen hieraan twijfelen, laten ze dan eens het volgende gedachte-experiment doen. Stel je voor dat Nederland in de gezegende omstandigheid zou komen dat er tachtig zetels zouden zijn voor de SGP, dan zouden er ongetwijfeld wetten aangepast worden. De vrijheid die zij dan zouden verlangen om hun opvattingen uit te dragen en over te dragen aan hun kinderen, moeten ze nu ook bieden aan diegenen die nu de minderheden vormen. Dat is pas liberaal!
De auteur is lid van de Tweede Kamer voor de SGP.