De gereformeerden op Terschelling begonnen met een groepje ‘Nicodemussen’ in een evangelisatiepost. Jaren later hielden ze op het eiland wel tien diensten per zondag.
Eilander Arjen Bakker presenteerde onlangs in kerkgebouw ET-10 in Midsland-Noord zijn boek ”Steken wij af naar dieper water”, over gereformeerden op Terschelling tussen 1834 en 1970. Hoewel hij tegenwoordig op het vasteland woont, is de band met Terschelling gebleven.
Bakker legt uit hoe het geloofsleven in de negentiende eeuw eruitzag: „De Nederlandse Hervormde Kerk speelde in de gesloten eilandsamenleving een grote rol. Boeren pachtten hun land van de kerk, de doop had plaats in de kerk en mensen werden begraven rondom de kerk. Zo kreeg de kerk de rol van een nutsvoorziening. Maar de rol van het geloof werd steeds marginaler.”
Afscheiding
Op het vasteland durfden mensen in die periode uit de hervormde kerk te treden, vooral natuurlijk tijdens de Afscheiding in 1834 en de Doleantie in 1886. Landelijk gingen in 1892 zo’n 700 gemeenten, met in totaal 370.000 leden, samen verder als de Gereformeerde Kerken in Nederland.
Het was voor eilanders een extra grote stap om de hervormde kerk te verlaten, omdat die zo verweven was met het sociale leven op Terschelling. In 1878 kwam de afgescheiden predikant C. A. Kuijper terug naar zijn geboorte-eiland. Hij begon „om Oost” te evangeliseren, vooral omdat baptisten uit Franeker probeerden Terschellingers van de hervormde kerk los te weken. Hij kreeg voorzichtig de eerste Terschellingers mee. De classis Franeker zette het zendingswerk voort en liet in 1884 in Midsland een kerkje bouwen, officieel als evangelisatiepost van de classis.
„Deze gereformeerden trokken niet luid evangeliserend over Terschelling. Wel wilde ze andere eilanders nieuwsgierig maken naar de gereformeerde kerk. Als de hervormde dominee op het vasteland was, kwamen er hervormde kerkgangers stiekem naar de gereformeerde dienst in Midsland. Een lerend ouderling noemde hen ‘Nicodemussen’, naar de farizeeër die alleen ’s nachts met Jezus durfde te spreken.”
Deze vroege gereformeerden betaalden wel een prijs voor hun principes. „Zij kozen ervoor het geloof weer centraal te stellen. Maar het kostte een veldwachter zijn baan en boeren verloren de mogelijkheid om grond van de kerk te pachten.”
Door zendingswerk vanaf het vasteland ontstond een eerste gereformeerde gemeenschap op het eiland. Friese schelpenvissers die op het eiland werkten, vormden de tweede groep vastelanders. „Zij bouwden in 1889 een eigen gereformeerde kerk op West. De bouw ervan betaalden ze zelf.”
Toch hadden de gereformeerden het in die eerste periode financieel moeilijk. Er waren geen gronden om te verpachten en er was geen geld om een predikant te betalen. „Samen beriepen de twee kerken in 1894 ds. A. Nawijn. Hij moest zelf een deel van zijn salaris ophalen bij andere kerken in de classis. Zijn opvolger ds. H. van der Wal deed dat niet, waardoor de gemeenten op het eiland in financiële problemen raakten.”
Echt sappelen
Het was de eerste veertig jaar echt sappelen, zegt Bakker. „De kerk op West heeft op omvallen gestaan. Ouderlingen waren op zee of lagen op zondag in een haven aan de wal. Dan was er geen dienst. Vanaf 1909 waren de gereformeerden ruim twintig jaar vacant.” In 1930 kwam er een nieuwe dominee, ds. W. van Hoek. „Hij loodste de gemeente door de Tweede Wereldoorlog. Daarna brak er een periode van voorspoed aan. Het werd eindelijk een succesverhaal voor de gereformeerden op het eiland. Ze bouwden nieuwe kerken, in 1951 op West en in 1952 in Midsland.”
De welvaart was te danken aan het toerisme. In de jaren 60 werden er in Midsland tijdens de zomervakanties tien diensten per zondag gehouden. „Tegelijkertijd streefden de gereformeerden naar een verantwoord recreatieaanbod. In 1963 richtten ze de Stichting Protestants-Christelijk Recreatiewerk Terschelling op. Die wilde jongeren een verantwoorde vakantiebesteding geven.”
Uit die wens kwam kerk- en recreatiecentrum ET-10 voort. Dat ging in 1967 open. Het bleek een gouden greep: „ET-10 werd ook voor niet-kerkelijken hét recreatiecentrum, want het was de eerste echte slechtweervoorziening op het eiland.”
Voor de geschiedschrijving na 1970 is in het boek niet meer geciteerd uit notulen. De gereformeerde kerk is tegenwoordig omgedoopt in de protestantse gemeente ET-10. Daarnaast telt Terschelling nog de protestantse Westerkerk en de hervormde gemeente Oost-Terschelling.