Historie verdwijnt voorgoed door bruinkoolwinning
Het logge monster van de bruinkoolwinning slokt door de jaren heen enorme gebieden op. Hele dorpen verdwijnen voor altijd. Ten slotte resteert er een enorm gat, een litteken dat blijvend herinnert aan de winning van bruinkool.
Honderden dorpen, riddergoederen, eeuwenoude kastelen, monumentale kerken, begraafplaatsen met hun herinneringen aan het voorgeslacht; de bruinkoolindustrie koopt alles op en wist hun bestaan finaal uit. De namen van gloednieuwe dorpen en stadswijken herinneren er nadien nog aan dat ze ooit hebben bestaan.
Door heel Duitsland gaat het inmiddels om honderden grotere en kleinere dorpen. Zo zijn er alleen al voor de huidige Garzweiler II Tagebau twaalf dorpen verhuisd en is Autobahn 44 deels verdwenen. De nieuwe wordt alweer aangelegd. Autobahn 61 staat op de nominatie om dit jaar afgebroken te worden. Het gebied is één grote bouwput.
Een enorme machine is bezig de toplaag van het dorp Borschemich af te graven. Onverstoorbaar hapt een reusachtig graafwiel in de grond waar eens huizen stonden, waar mensen woonden. Via afgesloten weggetjes is het dorp te voet bereikbaar. Een paar huizen staan nog dapper overeind, maar ook die zullen weldra verdwijnen.
Ooit stond er bij Borschemich een 1100 jaar oude waterburcht. Nu resteert er van Haus Paland een tientallen meters diep gat. Burchtheer Wilfried Lörkens zag hoe zijn eeuwenoude familiebezit ten prooi viel aan de slopershamer, laat hij weten aan magazine RP-online. „Alsof ik een begrafenis meemaakte.”
Aan de andere kant van de groeve golft een onnatuurlijk, bijkans surrealistisch heuvellandschap. En daarachter ligt de Königshovener Höhe, een kunstmatige heuvel van de eerste lagen sediment die werden afgegraven voor de Garzweiler groeve. Nog verder weg wolkt de stoom uit de koeltorens van de bruinkoolcentrales van Frimmersdorf en Neurath.
Veel mensen vinden bruinkoolwinning lelijk en smerig, weet Anne-Marie Oudejans. „Ze vinden dat er een maanlandschap achterblijft; anderen noemen het zelfs een apocalyps.” Oudejans, chemisch technoloog van origine, gaat vierkant tegen dat doemdenken in. „Weet je wat apocalyps is? Wat er momenteel in Syrië gebeurt.”
Rifgebergte
Oudejans duikelt op haar laptop beelden op van het Rifgebergte in Marokko en legt die naast de bijna identieke kunstmatige heuvels van deklaaggesteente (Verkippung) van de bruinkoolwinning. „Zie je het verschil? Voor het ene betalen we duizenden euro’s om ze te kunnen zien, en de andere vinden we lelijk.” Ze bezocht de afgelopen jaren tal van dagbouwlocaties en bruinkoolmusea in Oost- en West-Duitsland.
Oudejans pakt er een kaartje bij waarop is te zien waar op aarde bruinkool voorkomt. „Van die enorm grote hoeveelheid hebben we maar een heel klein beetje weggehaald. De rest zit er nog. Als je de aarde vergelijkt met de rug van een olifant, dan zijn mensen kleine zwarte spinnetjes en bruinkoolgroeven niet meer dan huidschilfers op de olifantenrug.”
Ondanks de enorme inspanning van de Duitse regering om de elektriciteitsopwekking te verduurzamen, wordt landelijk 25 procent van de stroom nog steeds opgewekt door bruinkoolcentrales. „Ook Nederland importeert stroom van Duitse bruinkoolcentrales”, weet Oudejans. Bruinkool kan dus voorlopig niet verdwijnen. Al bestaan er plannen om de bruinkoolwinning vanaf 2040 drastisch af te bouwen.
Hoeksteen
Vandaag de dag danken heel wat mensen hun dagelijks brood aan de winning van bruinkool. In bijvoorbeeld het Lausitzgebied in het oosten van Duitsland is het Tsjechische energieconcern EPH (LEAG) een welkome werkgever. „De bruinkoolindustrie is de hoeksteen van de regio”, zegt Wolfgang Rupieper, voorzitter van de vereniging Pro Lausitzer Braunkohle, op website duitslandinstituut.nl.
Zo’n 7500 mensen werken in de dagbouwgroeven of bij de bruinkoolcentrales. Verder zijn er nog eens 16.000 mensen afhankelijk van de bruinkoolindustrie, bijvoorbeeld als toeleverancier of dienstverlener. LEAG betaalt goed en de pensioenen zijn hoog. Duurzame energie is in de regio nauwelijks een thema. Rupieper: „Wij willen doorgaan met bruinkool afgraven totdat de burgers 24 uur per dag over duurzame energie kunnen beschikken.”
In de Garzweiler dagbouw werken 12.000 mensen voor RWE Power. Indirect gaat het in de regio om 40.000 arbeidsplaatsen.
Die forse bijdrage aan de werkgelegenheid maakt de bruinkoolwinning in de ogen van anderen niet minder omstreden. Om de meer dan 100 meter diepe dagbouwgroeven droog te krijgen, wordt er flink gepompt. Met een sterke verlaging van de grondwaterstand tot gevolg. Er zijn meldingen dat er in het Lausitzgebied bomen doodgaan door de lage grondwaterstand. Bomen langs de provinciale weg en Autobahn 61 bij Borschemich –aan de rand van de Garzweiler groeve– liepen eind vorige maand overigens wel gewoon uit.
Een ander probleem is de verontreiniging van het grondwater met zware metalen. Millennialang hebben de grondlagen onbeweeglijk op hun plek gelegen. Door de bruinkoolwinning zijn ze losgeschraapt en door elkaar gehusseld. Wanneer deze lagen opnieuw in contact komen met grondwater kunnen er zware metalen vrijkomen. Deskundigen zijn bang dat op die manier via het stroomgebied van de rivier de Lausitz het drinkwater in Berlijn in gevaar kan komen.
Hetzelfde probleem kan spelen bij de Garzweiler groeve. Hiervan wordt het gat dat achterblijft na de voltooiing van de bruinkoolwinning in 2044 gevuld met water. Daardoor zou er een recreatiemeer ontstaan van 23 vierkante kilometer, bijna even groot als de Bodensee. Niemand zit echter te wachten op een eventueel ‘gifmeer’ dat vergeven is van de zware metalen.
De energiebedrijven zijn wettelijk verplicht om zorgvuldig te werken rond de bruinkoolwinning, weet Oudejans. „Biologen verzamelen aan de kant die moet worden afgegraven tal van plantenzaadjes en insecten. Ook moeten ze bij het terugstorten van de grond elke laag terugbrengen op juiste diepte en het geheel afwerken met de vruchtbare bovengrond bovenop.” Het heringerichte landschap wordt natuurgebied of kan na tientallen jaren weer worden gebruikt als akkerbouwgrond.
Verplaatst
Voor de bruinkoolwinning moeten niet alleen voortdurend planten en dieren verhuizen, maar ook mensen. Voor de Garzweiler dagbouw is de verhuizing van twee dorpen onlangs afgerond. Van Immerath en het gehucht Lützerath resteren akkers ingezaaid met gras. De mensen wonen grotendeels in Neu-Immerath.
Sinds 1950 zijn er alleen al voor deze winningslocatie zo’n 30.000 mensen ”umgesiedelt” – verplaatst. Als de bruinkoolwinning volgens planning verloopt, zullen er tot 2044 nog vier dorpen verdwijnen en zo’n 7600 mensen zullen moeten vertrekken. En Autobahn 61 zal deels worden afgebroken.
De energiemaatschappijen betalen al die verhuizingen uit eigen zak. Ze bouwen voor de bewoners elders een nieuw dorp of een nieuwe stadswijk op. Aanvankelijk roept dat wel eens verzet op, maar nadien zijn de mensen in de regel „dik tevreden” over de afhandeling, constateert Oudejans. Ze sprak een bakker die moest verhuizen. „Dat had ik veel eerder moeten doen, zei hij. Hij liet me zijn splinternieuwe winkel zien, waarin alles nieuw, schoon en fris was.”
Catastrofe
Het oorspronkelijke gebied van Garzweiler II dat RWE Power zou afgraven, is door protesten van de bewoners verkleind van 68 vierkante kilometer naar 48 vierkante kilometer. De verhuizing van de dorpen Wanlo, Venrath, Kaulhausen, Wockerath en Kückhoven is daarmee van de baan.
Een vrouw uit Wanlo, aan de rand van de Garzweiler Tagebau, geeft desgevraagd aan dat ze blij is dat de graafmachines aan haar woonplaats voorbijgaan. „Maar voor de mensen die wel moeten vertrekken, is het een drama.” Ze wijst naar het dorp Keyenberg op een steenworp afstand van Borschemich. „Dat is straks als eerste aan de beurt. Die mensen moeten binnen drie jaar zijn ”umgesiedeld”.”
In Keyenberg is een zestiger bezig zijn voortuintje te wieden. Zijn naam wil hij niet noemen en op de foto wil hij evenmin. Maar uit zijn woorden spreken frustratie en verdriet. „Meneer, het is een catastrofe. Maar we staan machteloos. Ik woon hier nu 32 jaar en moet binnenkort verhuizen naar een nieuwe wijk in Erkelenz.” Met een weids gebaar wijst hij om zich heen. „Dit dorp is al 1100 jaar oud. En dat verdwijnt straks allemaal. Voorgoed. Het is een catastrofe.”
Over de afhandeling door RWE Power heeft de Keyenberger echter niets dan lof. „Ik krijg een mooi, nieuw huis en ik ben volledig schadeloos gesteld.” Emotioneel: „Maar dit raak ik kwijt. Voorgoed.”