Ds. Visser: Kerk heeft slechte ervaringen opgedaan met profetie
Ds. J. G. Brienen bepleit meer aandacht voor profetie in de kerk. Hoe kijkt ds. P. L. D. Visser, hoofdredacteur van het christelijke gereformeerde orgaan De Wekker, tegen zijn pleidooi aan?
Ds. Visser: „Het lijkt me wijzer om een dergelijk initiatief eerst te toetsen in de bredere kerkelijke vergaderingen, voordat een gemeente deze praktijk invoert. Zoals in Handelingen 15, waar we zien hoe de kerken elkaar opzoeken en „met alle heiligen” zoeken te verstaan wat de wil van de Heere is. Elementen die aan de orde zouden moeten komen in een dergelijke toetsing zijn, lijkt me, wat profetie in het Nieuwe Testament nu precies betekent. 1 Korinthe 14:3 zegt: „Wie echter profeteert, spreekt tot mensen woorden van opbouw en vermaning en troost.” Dat komt wel heel dicht in de buurt van wat we vandaag de dag ”prediking” noemen. Bovendien is het de vraag wat de rol van profetie kan zijn na het ontstaan van de canon. Ook zou hierin betrokken kunnen worden hoe de Vroege Kerk omging met rondreizende profeten, zoals daarover wordt gesproken in bijvoorbeeld de Didache.”
Leeft de wens om profetie meer in de praktijk te brengen breder in uw kerkverband?
„Voor zover ik weet is de belangstelling voor deze praktijk heel beperkt. Dat begrijp ik ook wel, want de christelijke kerk heeft slechte ervaringen opgedaan in de loop van de geschiedenis met dergelijke vormen van profetie.”
Hoe ziet u een en ander in het licht van, bijvoorbeeld, Petrus’ woorden dat we het profetisch Wóórd hebben dat zeer vast is?
„Ik moet zeggen dat ik het van ds. Brienen waardeer dat hij een ring van toezicht en toetsing wil leggen rondom de praktijk van profetie, zoals hij die voorstaat. In de gereformeerde gezindte is er ook weleens minder voorzichtig omgegaan met allerlei woorden die mensen meenden van God ontvangen te hebben. Toch vraag ik me echt af of de praktijk van Hoofddorp, afgezien van de principiële vragen die ik houd, nu werkelijk opbouwend zal kunnen werken. Immers: wanneer een ‘profetie’ in lijn is met de Schrift hadden we haar niet nodig, en wanneer ze strijdt met de Schrift kan de kerk haar niet accepteren.”