Minimalisme is in. Juist christenen zouden deze trend, waarbij het gaat om bewust leven met minder bezit, niet aan zich voorbij moeten laten gaan. „We mogen best verschil maken. Genoeg is genoeg.”
Hoe zou Jezus’ leven eruit zien als Hij in mijn omstandigheden leefde? Met die vraag in zijn achterhoofd ging Joshua Becker –christen en sinds 2008 minimalist– zijn huis door, terwijl hij vragen stelde als: „Zou Zijn kast zo vol zijn? Zou Hij zoveel tijd spenderen aan meubels en woonaccessoires als ik doe?”
Al voelen de vragen misschien wat ongemakkelijk aan, ze doen er wel toe. Wie vanuit dit perspectief naar zijn bezittingen kijkt –en vooral ook naar de mate waarin die hem bezighouden– voelt onvermijdelijk dat er iets wringt.
Volgens opruimcoach Tineke Wuister is Joshua Becker één van de eersten die zich bezighield met minimaliseren. In 2012, toen de artikelen en blogs over ontspullen, ontrommelen, simplify en minimaliseren nog niet als paddenstoelen uit de grond schoten, verscheen zijn eerste boek ”Living with less. An unexpected key to happiness”. Zelf heeft Wuister sinds kort een coachingsbureau (www.reflexion-coaching.nl) dat mensen helpt om ruimte en rust te creëren in hun huis en in hun leven. Net als Becker werkt ze vanuit een christelijke achtergrond.
Je kunt verstrikt raken in spullen, daar is Wuister van overtuigd. „Als je je lichaam volstopt met eten en niet meer gaat bewegen, groei je dicht. Zo kan het ook gaan met spullen in een huis.”
Dat klinkt logisch. Maar is minimaliseren toch niet vooral een hype?
„Dat gaat de tijd leren. Ik denk dat minimalistisch leven voor sommige mensen inderdaad iets is wat weer overwaait. Tegelijk denk ik dat het een reactie is op onze maatschappij. Op de enorme toename van spullen in betrekkelijk korte tijd, op de impact die dat heeft op de schepping. Eigenlijk maakt het me niet zoveel uit of het een hype is of niet. Als het een hype is, is het in elk geval een hele goede.”
U koppelt leven met minder spullen aan uw christen-zijn. Waarom?
„Alles in de maatschappij wil ons doen geloven dat meer altijd beter is. Wij gaan vaak mee in die meer-is-betermentaliteit, bijvoorbeeld als het gaat om verre vakanties en grotere huizen. Joshua Becker is met zijn gezin bewust kleiner gaan wonen. Dat vind ik heel tof. Als christen mogen we best verschil maken: genoeg is genoeg.
Vaak hebben we niet in de gaten hoeveel aandacht, tijd en energie onze spullen ons kosten. Mensen die hun huis hebben opgeruimd voelen zich vaak lichter. Ze zijn ook minder tijd kwijt aan bijvoorbeeld onderhoud en de huishouding. Echt, sinds ik met minimalistische instelling leef, houd ik tijd over. Koppel dat eens aan de Bijbeltekst „Verzamel geen schatten voor u op de aarde, (...) maar (...) in de hemel” (Mattheüs 6:19-20). Als je aardse schatten minder worden, hou je tijd en geld over om te investeren in dingen van het Koninkrijk van God.”
Dus u besteedt nu meer tijd aan het verzamelen van hemelse schatten?
„Tijdens een kloosterretraite ontdekte ik hoe belangrijk het is om ruimte te ervaren. Ik kon me meer focussen op Gods aanwezigheid. Terug in je eigen huis ervaar je het –dat geef ik toe– weer anders.
Ik heb echt meer tijd over. Ik ben die tijd voornamelijk gaan invullen door te gaan doen wat mijn passie heeft. Sinds 2014 werk ik als loopbaancoach en personal coach. Toen ik aandacht kreeg voor ontspullen en daarover ging bloggen (op sestra.nl, MO) vroegen mensen aan me of ik niet eens bij hen thuis kon komen om te helpen. Dat wilde ik wel, maar dan professioneel. Daarom ben ik een opleiding tot opruimcoach gaan doen.”
Minimaliseren is een must voor elke christen?
„Een must? Zover zou ik niet durven gaan. Ik denk wel dat je als christen bewust wilt omgaan met wat aan je is toevertrouwd. Je kunt dat op verschillende manieren vormgeven. Door afvalvrij te leven, bijvoorbeeld. Door niet naar verre bestemmingen te vliegen. Minimaliseren is iets waarmee je je christen-zijn kunt laten zien, maar het is niet de enige manier.
Ik zou het geweldig vinden als we als christenen hierin voorop gingen lopen. Om te laten zien: er is meer dan alleen spullen en dan bezit. Het is een heel inspirerende manier om je te onderscheiden, juist omdat je erdoor principes van het Koninkrijk kunt laten zien, zoals ”neem genoegen met wat je hebt”. Ik denk dat je door minder te bezitten enerzijds meer respect krijgt voor wat je hebt en dat het je anderzijds vrijgeviger maakt.”
Is minimaliseren niet weer een nieuwe last op de schouders?
„Misschien voelt het in het begin wel zo. Daar moet je doorheen. Je bent voortdurend bezig met je spullen – terwijl je er juist vrij van wilt zijn.
Een minimalistisch huis onderhouden is vooral een routine die je je aanwent. Vroeger mikte ik kleding over een stoel, nu denk ik meteen ’s avonds na: gaat dit jurkje in de was, moet het luchten of kan het in de kast? We hebben vaak te veel spullen om goed te kunnen opruimen. Daar zit het probleem vooral.”
Gelukkig met minder in vijf stappen
Minimaliseren, het klinkt gewichtig, maar eigenlijk is het zo simpel als wat. Doe overtollige spullen weg en koop zelden iets nieuws.
Desondanks worden complete boeken gewijd aan het onderwerp. Onlangs verscheen ”Gelukkig met minder. Een gids voor een opgeruimd bestaan” van Francine Jay, die ook blogt op MissMinimalist.com. De centrale gedachte in haar boek –en in veel verwante boeken van auteurs als Joshua Becker, James Wallman en de Japanse opruimgoeroe Marie Kondo– is dat mensen die minder bezitten gelukkiger zijn. Spullen geven veel kopzorgen, is het niet qua onderhoud, dan wel omdat ze meer plek innemen dan we eigenlijk beschikbaar hebben. Jay maakt onderscheid tussen nuttige, mooie en emotionele spullen. In haar boek gaat ze de ruimtes van het huis door en leidt ze de lezer als een coach op weg naar een minimalistische huishouding.
Hieronder zes tips, losjes gebaseerd op inzichten van Jay.
1. Verhef minimaliseren niet tot wet
Minimaliseren is een middel, geen doel – verlies dat niet uit het oog. Met minimalistische blik naar bezit kijken helpt om te laten zien hoe onthutsend veel spullen we bezitten. Voor de doorgewinterde ontspuller is het een sport om zo min mogelijk voorwerpen over te houden. Voor een alledaags huishouden is dat natuurlijk geen must.
Ga niet minimaliseren om het minimaliseren. Houd je eigen doel voor ogen: wil je vooral meer ruimte in je huis en hoofd? Beslis dan zelf hoe ver je gaat. Die bescheiden doos met oude schoolknutsels die niet nuttig is, noch mooi en in de loop der jaren aan emotionele waarde heeft ingeboet, moet vanuit minimalistisch oogpunt dan misschien weg; maar als hij niet in de weg staat kun je gerust een andere afweging maken.
2. Voel je vrij om opruimtips selectief op te volgen
Alle oppervlakten vrij, zo luidt een minimalistische stelregel. En natuurlijk is het heerlijk als op je eettafel alleen een vaas bloemen staat en op je ladenkastje alleen een fotolijstje en een sfeerlichtje in plaats van stapeltjes post, opladers en een verdwaald bibliotheekboek. Maar om bij het verlaten van een kamer steeds alle tafels, werkbladen en de vloer rommelvrij te maken, voert wel erg ver. En de tip om een voorwerp waarvan je niet verwacht dat je het gaat gebruiken weg te doen omdat je voor een luttel bedrag een nieuw exemplaar zou kunnen kopen als je het toch nodig blijkt te hebben is missschien wel op en top minimalistisch, maar weinig duurzaam.
3. Bedenk wat je wilt houden, niet wat weg moet
Haal als je gaat opruimen een la of een ruimte helemaal leeg. Groepeer alle spullen: sokken bij sokken en knutselspullen bij knutselspullen. Verzamel liefst ook alle spullen uit die categorie die in huis aanwezig zijn. Zo zie je in één oogopslag hoeveel sokken en hoeveel gele viltstiften je huis herbergt (dat kan confronterend zijn).
Alle voorwerpen die zo praktisch, mooi of onvervangbaar zijn dat ze een permanente plaats verdienen, mogen terug in de la of de kamer. De rest, die je sim-pelweg niet nodig hebt, mag weg. Goede tip: hou bij het ma-ken van keuzes steeds voor ogen wat je belangrijker vindt, het object of de ruimte die het in beslag neemt.
4. Geef overtollige spullen een goede bestemming
Gooi boventallige spullen niet lukraak weg. Geef ze zoveel als mogelijk een goede bestemming. Dat kan een andere eigenaar zijn (wat in het ene huis niet past, kan in een ander huis wel een plaatsje verdienen), de kringloopwinkel of bijvoorbeeld een recyclepunt.
De wetenschap dat je spullen kans maken op een tweede leven, maakt het waarschijnlijker makkelijker om ze weg te doen. Hoe gaaf is het als de nagenoeg nieuwe sokken die je –om onduidelijke redenen– nooit draagt bij iemand terechtkomen die er plezier van heeft?
5. Stop met kopen!
Ontspullen heeft geen zin als de vrijgekomen ruimte weer volstroomt met nieuwe aanwinsten. Volg daarom vanaf nu een ontmoedigingsbeleid wat betreft de aanschaf van spullen.
Denk bij elke eventuele aankoop na: heb ik dit voorwerp werkelijk nodig? En: maakt het mij langdurig gelukkig? Een vaas in een trendkleur is ongetwijfeld een fijne aanwinst, want hij fleurt het huis op. Maar is hij nog net zo gewenst als andere kleuren het modebeeld beheersen?
Tussen twee haakjes: Het is ook niet noodzakelijk om het boek van Jay aan te schaffen. Het –wat breedsprakige en qua taal niet altijd even fatsoenlijke boek– is absoluut inspirerend, maar met deze tips en op de vele blogs over minimaliseren kom je ook een eind.
Boekgegevens
”Gelukkig met minder. Een gids voor een opgeruimd bestaan”, Francine Jay; uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 351 4444 6; 297 blz.; € 19,95.