DEN HAAG. Ook kinderen met Down hebben het recht om te leven. Dat zei Peter Harteveld, zelf geboren met het syndroom van Down, dinsdagmiddag in de Tweede Kamer.
Harteveld deed dat, voorafgaand aan de overhandiging van het zwartboek ”Alle mensen zijn ongelijk en gelijkwaardig” door de organisatie Downpride aan de vaste Kamercommissie voor volksgezondheid.
Het zwartboek bevat zo’n tweehonderd ervaringsverhalen van mensen met het syndroom van Down en/of hun ouders. Zij geven weer hoe er in hun belevingswereld door anderen over hen gesproken wordt.
Harteveld zei mede naar aanleiding van de komst van een nieuwe prenatale test in de maatschappij steeds vaker de boodschap te horen dat mensen met Down niet geboren mogen worden. „Dat maakt mij heel erg verdrietig. Toen ik dit verhaal maakte, moest ik ervan huilen. Dat gebeurt bijna nooit”, aldus de dertiger.
Harteveld is gastheer bij een hoveniersbedrijf. „De klanten vinden mij netjes en beleefd”, hield hij de zorgwoordvoerders van de Tweede Kamerfracties voor. „De koffie die ik zet, is de lekkerste die er is.”
In andermans reacties over mensen met Down beluistert Harteveld een veelvuldig terugkerende fout. „Veel mensen zien niet in dat wij net zo zijn als anderen. Ik voel me daardoor gekwetst. Het lijkt erop dat wij geen vrienden hebben. Die heb ik wel.”
Tefke Dannijs van Downpride sprak de hoop dat er door de verspreiding van het zwartboek opnieuw bezinning op gang komt over de vraag of de nieuwe prenatale bloedtest waarmee het syndroom van Down al voor de geboorte kan worden opgespoord wel thuishoort in het standaardscreeningspakket.