Opinie

Bijbellezen doe je niet alleen

Ouderen zouden moeten nadenken over de vraag hoe ze met jongeren samen kunnen leren luisteren naar de Schrift, reageren Laurens Kroon en Dirk-Jan Nijsink naar aanleiding van het onderzoek naar Bijbellezen onder jongeren (RD 29-10).

Laurens Kroon en Dirk-Jan Nijsink
10 November 2015 21:27Gewijzigd op 15 November 2020 23:14
beeld Istock
beeld Istock

Onlangs publiceerde het Reformatorisch Dagblad een onderzoek naar het Bijbellezen van jongeren. Van verschillende kanten is er gereageerd op dit onderzoek. Wat ons betreft steekt het onderzoek te veel in op kwantiteit en te weinig op de kwaliteit van het Bijbellezen van jongeren. Gods Woord moet ervaren worden, dan leren we te wonen in de Schrift. Het is belangrijk die ervaring met jongeren te delen in onze individualistische en vluchtige tijd.

„God is mij verschenen”, sprak Jakob tot zijn zoon Jozef en zijn twee kleinkinderen in Egypte. De godsontmoeting in Bethel tekende zijn leven. Een christen woont in het huis van Gods Woord. Daar vindt hij of zij de onvergetelijke ervaring van Bethel, de ontmoeting met God. Daar is, in de diepste verlorenheid, Christus, het Leven. Wie zo de stem van de levende God in Zijn Woord hoort, zegt: „Dit is niet dan een huis Gods, en dit is de poort des hemels!”

Er zijn veel mooie en belangrijke dingen gezegd naar aanleiding van het onderzoek van het Reformatorisch Dagblad en de HGJB naar het Bijbellezen onder jongeren. De conclusies uit het onderzoek zijn heel herkenbaar. Wie met jongeren werkt, herkent de worsteling. Jongeren hebben te weinig tijd, rust en concentratie.

Onze cultuur is vluchtig en oppervlakkig, waardoor het lezen en overdenken van de woorden die God in ons leven spreekt, steeds onder druk staan. Steeds wordt er een appel gedaan op onze snelle emoties, terwijl het Woord van God juist onze diepe, langzame emoties wil aanroeren.

Aandachtig

Een van de dingen die we uit het oog zijn verloren is de eenheid van lezen, gebed en meditatie. Het is de ”lectio divina” die Maarten Luther als monnik leerde beoefenen. Voor Luther betekent dit het langzame, aandachtige en indringende lezen van de Bijbel. Het gaat niet om kennis alleen, maar om lezen om te kennen. Uiteindelijk gaat het om de ontmoeting met de Heere. Dit begint met eerbiedig luisteren naar het Woord. Het lezen van de tekst (lectio), gaat over in het overdenken (meditatio) en gebed (oratio). Tot slot volgt de verdieping (contemplatio).

Door zo Bijbel te lezen, nemen we niet de kortste en makkelijkste weg, maar leren we wel te luisteren naar Gods spreken. De Heilige Geest werkt deze diepe ervaring door overdenking van Gods Woord. De manier waarop de Geest dat doet, lijken we ons niet altijd te realiseren. Hoe we Bijbellezen, lijkt ondergeschikt aan de vraag of we Gods Woord lezen.

Hulp

Naast vluchtigheid kenmerkt ook individualisme onze cultuur. Het gevaar is groot dat wij ook in het Bijbellezen kinderen van onze tijd zijn. Bijbellezen lijkt allereerst iets individualistisch te zijn geworden. In het onderzoek zelf is in de vraagstelling vooral gericht op het persoonlijk Bijbellezen. Het is goed om individueel Bijbel te lezen en stille tijd te houden. We sporen jongeren ertoe aan. We geven boeken, dagboeken en leeswijzers uit, om hen te helpen. Maar niets is moeilijker dan strijd te voeren tegen jezelf in, zonder steun. Laten we ons hierin ook kwetsbaar opstellen. Wij zijn zondaren. We zien uit onszelf ook de waarde van de Bijbel niet. Onze manier van Bijbellezen blijkt vaak weinig vruchtbaar. We doen het, omdat het moet. Laten we dat ook naar jongeren uitspreken. Maar onze zwakheid en aardsgerichtheid geeft ons des te meer het belang van het leven bij Gods Woord aan. Want de grote, verborgen schat die de Bijbel biedt, is de Zaligmaker der wereld, Jezus, Die zondaren zoekt. Bijbellezen is geen ladder waarlangs we opklimmen tot de kennis van God, maar biddend luisteren naar de stem van God. Alle heiligen hadden alleen ontmoetingen met de Heere, omdat Hij hen zocht.

Jongeren hebben daarom hulp nodig bij het lezen van de Bijbel. De Bijbel lezen is namelijk ook iets wat we samen met jongeren kunnen doen. Het zou goed zijn als iedereen die in de kerk met jongeren werkt, de conclusies van het onderzoek oppakt door de vraag te stellen: hoe kan ik deze jongeren helpen? Hoe kan ik samen met hen leren luisteren naar de Schrift? Hoe kan ik jongeren leiden naar Christus?

Vreemdeling

Samen met jongeren zoeken in de Bijbel, hun leren te luisteren naar Gods Woord, vormt het hart van het project ”Filippus” van de jeugdbond. Dat heeft een gemeenschappelijke en een persoonlijke zijde. We willen graag ambtsdragers, jongerenwerkers en ouders hierin toerusten. Zij die van God de gaven gekregen hebben om de Bijbel te lezen en te doorgronden, mogen des te meer tijd vrijmaken om zich biddend en mediterend over de Schriften te buigen, en daarin anderen te laten delen: „Kom en zie!”

Het is de Heilige Geest, Die alleen door Zijn werk ons de Schriften kan openen. Iedere ontmoeting met de Heere is genadewerk van Hem, waarin Hij altijd als eerste naar ons zoekt. Vrije genade, die eeuwig Hem bewoog. Maar juist omdat het genade is, moeten we des te meer de Bijbel openen en met eerbied lezen. Wie God ontmoet, wordt hier op aarde een vreemdeling. Hij vindt een woning bij God in het Woord en leest daar over het eeuwige leven, het kennen van God en Zijn Zoon. Daar, bij het openen van de Schrift, moet het Woord steeds weer opnieuw waar worden: „God is mij verschenen.”

De auteurs werken respectievelijk als directeur en jeugdwerkadviseur bij de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer