Na een telefoontje van burgemeester Lenferink toonde de Leidse predikant A. Alblas zich bereid om de veroordeelde pedoseksueel Benno L. de helpende hand te reiken. De voorzitter van de raad van kerken in Leiden wist meer dan veertig vrijwilligers bij elkaar te krijgen. De actie bracht een golf aan –gemengde– reacties teweeg.
De ophef in Leiden heeft zijn climax nog niet bereikt, blijkt uit de ingelaste gemeenteraadsvergadering voor donderdagavond. Ds. Alblas houdt sinds dinsdag „op dringend verzoek van de reclassering” absolute mediastilte. Maar niet alleen Leiden is in last. De vraag die aan de deur van alle kerken in Nederland ligt, is: Wat te doen als een Benno L. bij ons op de stoep staat?
Nu zich in Leiden een waslijst aan kerkelijke vrijwilligers heeft gemeld, is de vraag welke rol er voor hen is weggelegd in de cirkel rond Benno L. Behalve de politie, die toezicht houdt op het samenscholingsverbod voor zijn huis, en de psychiatrische instelling waar L. in behandeling is, zijn er toezichthouders van de reclassering die controleren of hij zich houdt aan zijn voorwaarden. De reclassering werkt sinds 2009 samen met een professioneel vrijwilligersnetwerk, het zogenoemde COSA-project (Circles of Support and Accountability). Veroordeelde pedofielen die vrij zijn gekomen of een voorwaardelijke straf hebben gekregen worden intensief bezocht door een ‘cirkel’ van drie tot vijf vrijwilligers. De methode is afkomstig uit Canada en Engeland, waar het recidivecijfer met 70 procent omlaag is gebracht.
Pas op de plaats
„Voorlopig starten we gewoon met onze eigen COSA-vrijwilligers”, zegt Hanneke de Korte, woordvoerder van Reclassering Nederland. „Daar zijn er genoeg van aanwezig in de regio Leiden. De raad van kerken wil graag een bijdrage leveren en we gaan op termijn bekijken hoe we die vrijwilligers erbij kunnen betrekken. Maar we gaan zeker geen veertig mensen op iemand afsturen.”
De Korte wil niet vooruitlopen op de vraag hoe de begeleiding verder vorm krijgt. Maar de kerkelijke vrijwilligers moeten volgens haar even pas op de plaats maken. „De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de reclassering.”
Het enthousiasme van ds. Alblas is achter de schermen door COSA beteugeld. Desgevraagd geeft de predikant aan niets meer over de kwestie los te willen laten. „COSA heeft me dringend gevraagd geen interviews meer te geven. Hoe meer aandacht er is voor Benno L., hoe slechter dat is voor de slachtoffers.”
In de kou
De gevoelens bij de slachtoffers vormen een punt dat Ineke van Dongen van het Meldpunt Misbruik, een initiatief van de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Nederlands Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, onderstreept. Te vaak gaat het volgens haar over de dader in plaats van over het slachtoffer. „Het gevaar van de sympathie voor Benno L. is dat slachtoffers zich opnieuw in de kou voelen staan. Voor hen blijft dit altijd een gevoelig onderwerp omdat ze een traumatische ervaring met zich meedragen.”
Van Dongen wijst op het averechtse effect van de volkswoede op slachtoffers. „Er is een hype rond misbruik die een ongezonde kant heeft. De buitenproportionele reacties zijn bedreigend voor de melder van seksueel misbruik. Als slachtoffer word je in het oog van de orkaan getrokken. Dat schrikt af. Slachtoffers denken dan eerder: Ik houd mijn mond wel.”
Zorgplicht
Prof. dr. G. C. den Hertog waardeert het optreden van de Leidse kerken in de wijze waarop ze opkomen tegen onderbuikgevoelens in de samenleving. Het is volgens de hoogleraar systematische theologie aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn lastig om concrete Bijbelse richtlijnen uit de Bijbel te halen die gaan over zorg voor zedendelinquenten. „We zullen bij Christus in de leer moeten, Die Zich heel nadrukkelijk heeft ontfermd over mensen die zich in seksueel opzicht misgaan hadden, zonder de zonde goed te praten.”
De vraag is hoe ver je daar als kerk in moet gaan. Een vraag die prof. Den Hertog terugleest bij de Schriftgeleerde in Lukas 10. „Jezus leert hem echter dat hij naaste is van die andere mens. Niet ik of de kerk maakt uit tot hoe ver de ontferming gaat; dat doet de mens die in nood is en een appel op ons doet.”
Welkom in de kerk
Achter de actualiteit in Leiden ligt een spanningsveld waar kerken niet omheen kunnen. Vroeg of laat zien zij zich met ethische vragen op het scherp van de snede geconfronteerd. Hoe te reageren als een Benno L. aanschuift in de kerkbank?
Een uitermate delicate zaak, blijkt wel uit de voorzichtigheid waarmee de benaderde predikanten zoeken naar antwoorden.
Een zoektocht waarin volgens ds. G. Herwig, predikant van de hervormde gemeente te Nunspeet, „geloof, hart en gevoel meespelen.” Ds. Herwig is vader van vijf dochters en grootvader van vier jonge kleinkinderen. Vanuit die rol ziet hij een Benno L. liever niet in zijn buurt. Toch heeft hij respect voor het optreden van ds. Alblas in Leiden, „zonder mild te denken over welke vorm van pedofilie dan ook.”
Vanuit Bijbelse optiek heet de predikant Benno L. welkom in de gemeente, maar daarbij plaatst hij wel enkele kanttekeningen. „De kerkelijke gemeente is ervoor verantwoordelijk om zo iemand een kerkelijk sociaal netwerk te bieden. Vanuit pastoraal oogpunt zou voor mij erg belangrijk zijn om te vernemen of er sprake is van oprecht berouw over wat hij anderen heeft aangedaan en het verlangen om schoon schip te maken.”
Gerechtigheid
„De kerk moet een veilige plek zijn voor kinderen en jonge mensen”, vindt ds. W. Visscher, predikant van de gereformeerde gemeente in Amersfoort. „Daar moet wel heel nadrukkelijk op worden toegezien. Maar we mogen niet persoonlijk wraakgevoelens koesteren.”
Hij geeft aan het lastig te vinden om de situatie van een afstand te beoordelen, temeer omdat er zo veel gezichtspunten een rol spelen. Het Bijbelse spreken over gerechtigheid bijvoorbeeld, dat volgens hem „heel matig” in deze samenleving functioneert. „Door het gedrag van Benno L. hebben ouders met hun kinderen wel levenslang gekregen. Tegelijkertijd is Benno L. een mens, een beelddrager van God. Vanuit die gedachte kan en mag de christelijke gemeente haar hulp aan hem niet onthouden.”
Dr. R. van Kooten, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Apeldoorn en docent ethiek aan het Hersteld Hervormd Seminarie: „Christus leert mij dat, al ben je vlak bij het altaar, iemand zijn offer daar moet laten en eerst vergeving moet vragen. De Bijbelse volgorde is: eerst vergeving vragen en verzoening bij de benadeelde zoeken. Dan is de weg vrij tot Gods verzoening.”
De predikant benadrukt het belang om onderscheid te maken tussen enerzijds volledig in genade te worden aangenomen, maar anderzijds de gevolgen te moeten dragen door bijvoorbeeld geen jeugdwerk te kunnen doen of een ambt uit te oefenen. „De zonde is vergeven, maar in deze zin blijven de gevolgen hem achtervolgen. De kerk zou haar geloofwaardigheid op het spel zetten als er sprake zou zijn van herhaling. De persoon moet dit nuchter als gevolg aanvaarden.” Een zedendelinquent kan volgens de predikant ook niet meer in het ambt worden bevestigd, waarbij hij verwijst naar 1 Timotheüs 3.
Confrontatie
Lastiger wordt de situatie waarin slachtoffer en dader elkaar in dezelfde gemeente ontmoeten. Prof. Den Hertog: „De kerkenraad heeft de roeping om roddels, nawijzen of stemmingmakerij van gemeenteleden ten opzichte van een veroordeelde zedendelinquent af te wijzen en actief tegen te gaan. Tegelijk dient de kerkenraad zich in te leven in de vrees van gemeenteleden. Het kan verschrikkelijk belastend zijn als een slachtoffer zich in de kerkbank geconfronteerd ziet met de dader.”
Ook ds. Visscher wijst erop dat de kerkenraad de gevoelens van het slachtoffer ernstig moet nemen. „Een oplossing zou kunnen zijn dat je de pedofiel vraagt om een andere gemeente te bezoeken. Er is levenslange schade aangericht en daar mag een kerkenraad ook niet gemakkelijk aan voorbijgaan.”
Van Dongen van het Meldpunt Misbruik weet vanuit de praktijk dat in zo’n conflictsituatie het slachtoffer vaak vertrekt. „Ik vraag me daarom af of je in zo’n geval niet de gemeente en het slachtoffer overvraagt. Als kerk moet je je afvragen of je dat wel wilt.”
Rikko Voorberg blijft laconiek onder verwensingen
Dat volkswoede dichtbij kan komen, ervaart ook Rikko Voorberg. De voorganger van de Amsterdamse gemeente StroomWest startte vorige week de Facebookpagina ”Benno L. welkom in onze straat”. Zijn actie leverde niet alleen meer dan 1700 likes op, maar ook tal van verwensingen en zelfs doodsbedreigingen.
Op sociale media circuleren reacties als: „Schandalig dat je sympathie hebt voor zo’n pervers figuur!”, „Afschuwelijke actie van Voorberg, de daden van die Benno zijn te gek voor woorden, die man hoort zijn leven lang achter de tralies” en „Ze moeten Benno L. opknopen en hem ook.”
In een interview met het digitaal themakanaal Spirit24 geeft hij aan met de dood te zijn bedreigd, maar na afloop toont hij zich laconiek op Twitter: „Het spirit24ding was wat dramatischer dan het is hoor. Een beetje Telegraafstijl: ”met de dood bedreigd”.”
Voorberg zegt geen spijt te hebben van zijn actie. Hij vindt het zijn taak als dominee om de juiste vragen te stellen: „Is Benno L. een mens als wij? Of mogen we tegen sommige mensen die slechte dingen hebben gedaan zeggen: nee, hij is geen mens, hij is een monster, hij moet dood, hij moet weg? Als ik dat níét vind, ben ik dan bereid om mijn verantwoordelijkheid te nemen en te zeggen: ondanks mijn eigen angsten heet ik hem welkom en neem ik mijn tak op me, ook al heeft dat risico voor mij en mijn directe leefomgeving, en misschien wel mijn zoontje?”