Zaterdag precies 275 jaar geleden begon de ”Opwekking van Nijkerk”. Zondag wordt hieraan aandacht besteed tijdens diensten in de Grote Kerk en de Opstandingskerk.
Een aantal dingen in de Grote Kerk herinnert nog aan de opwekking uit 1749. Dat zijn in de eerste plaats vier psalmborden aan de muur met daarop de tekst ”Psalm 72:8”. Deze psalm werd gezongen tijdens de kerkdienst aan het begin van de opwekking. En in de consistoriekamer staat de naam van ds. Gerardus Kuypers, de predikant onder wie de opwekking plaatsvond, op de lijst met predikanten.
Ds. Kuypers
Drs. Johan Fekkes (79) schreef in 1999, toen de opwekking 250 jaar geleden was, het boek ”Nieuwkerk een lichtbaken op de Veluwe. Een historische beschrijving van de Nijkerkse opwekking in 1749”. De kandidaat in de Hersteld Hervormde Kerk zegt in zijn Nijkerkse woning dat er meerdere aanleidingen voor de opwekking –of ”beroeringen”, zoals de gebeurtenissen ook wel genoemd worden– zijn aan te wijzen. „Het was een moeilijke tijd in de achttiende eeuw, met veepest en overstromingen. Bovendien was er veel woningnood in de stad. Gemiddeld woonde er 2,1 gezin per woning. Daar kwam bij dat er in Nijkerk regelmatig oefenaars kwamen die het hart van mensen probeerden te bereiken en op hun emoties inspeelden.”
Fekkes noemt in het bijzonder oefenaar Evert Jacobsen van den Burgwal uit Nijkerk, die in 1749 veel indruk op de kerkgangers maakte. „En toen kwam ds. Gerardus Kuypers vanuit Jutphaas naar Nijkerk, naar een gemeente die „gematigd orthodox, gematigd weldenkend en gematigd onverschillig” was. Hij wilde daar wat aan doen en keerde zich onder andere tegen de ontheiliging van de zondag en het bezoek aan kroegen op die dag.”
Op zondag 16 november 1749 preekte ds. Kuypers over Psalm 72:16: „Is er een hand vol koren in het land op de hoogte der bergen, de vrucht daarvan zal ruisen als de Libanon”. Er werd gezongen uit Psalm 72 vers 8. Tijdens de dienst begonnen mensen te huilen en hun zonden te belijden. Sommigen kregen lichamelijke beroeringen zodat ze de kerk uitgedragen moesten worden.
De opwekking hield wel een jaar aan, ook doordeweeks. De pastorie zat vaak vol met gemeenteleden. Ds. Kuypers bezocht de mensen, soms wel twintig huizen per dag. Als hij door de straten liep, hoorde hij hen psalmen zingen en bidden. Fekkes wijst op de positieve gevolgen: „De kerk was op zondag overvol en de kroegen liepen leeg. Het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien.”
Helaas gebeurden er ook dingen die niet van de Heere waren, zegt Fekkes. „Daarom werd tijdens een kerkenraadsvergadering op 29 oktober 1750 besloten dat de kerkdiensten niet meer gestoord mochten worden en dat de oefenaars niet meer buiten de verantwoordelijkheid van de kerkenraad in Nijkerk mochten werken. Langzaam keerde de rust terug.”
Over een opwekking nu zegt hij: „Die is niet te organiseren. Ze ontstaat uit het leven met God. Het is een hectische tijd en er is behoefte aan rust. Daar liggen mogelijkheden. Kerken hoeven hun diensten niet te veranderen om mensen van buiten te bereiken, maar ze kunnen wel uitgaan naar de mensen in nood en plaatsen van rust creëren, bijvoorbeeld in de vorm van inloophuizen. Jezus zoekt het verlorene.”
Herleving
Zondag preekt ds. J.B. ten Hove, predikant van de hervormde gemeente Nijkerk, in de Grote Kerk. „Nee, dan ga ik het niet hebben over Psalm 72. Ik ben van plan te preken over Exodus 33:18, het gebed van Mozes: „Toon mij toch Uw heerlijkheid”, als een gebed om een geestelijke herleving in onze tijd. Het is overigens een gewone dienst.”
Ik ben van plan zondag te preken over Exodus 33:18, als een gebed om een geestelijke herleving in onze tijd” - Ds. J.B. ten Hove, predikant hervormde gemeente Nijkerk
Wat is uw mening over de gebeurtenissen van 275 jaar geleden?
Ds. Ten Hove: „Het is een duidelijk werk van Gods Geest geweest en het was de verhoring van de gebeden van velen. Mensen beleden hun zonden, vluchtten naar Jezus en hadden honger naar Gods Woord. Het is ook te zien aan de vruchten. Velen begonnen te leven naar Gods wet. Dat kwam bijvoorbeeld tot uiting in de zondagsheiliging. Ze gingen niet meer naar de kroeg op zondag.”
Als mogelijke oorzaak wordt tegenwoordig wel genoemd de werking van de doornappel, een plant die in Nijkerk veel voorkwam bij de verbouw van tabak. Deze giftige plant heeft bij bepaalde toepassingen een hallucinerende werking. Wat vindt u van die verklaring?
„Dat verhaal lijkt me flauwekul. Het is een onbewezen en onwaarschijnlijke theorie. Ik heb nog nooit gehoord dat mensen door het gebruik van drugs naar de kerk gingen en hun zonden beleden. Waarom vielen andere inwoners van Nijkerk niet in zwijm en waarom gebeurde het juist tijdens de kerkdiensten? Bovendien is de opwekking meer dan alleen een Nijkerks verschijnsel. Zij is onderdeel van een bredere opwekkingsbeweging in de achttiende eeuw. Deze begon in Schotland en verspreidde zich in Nederland ook over andere gebieden, met name de Veluwe en de Alblasserwaard.”
Is er nog iets over van de opwekking in Nijkerk?
„Gelukkig is er deels een gezond kerkelijk leven gebleven en er gebeuren nog steeds bijzondere dingen. Zo werden dit voorjaar vijf mensen gedoopt die van buiten de kerk kwamen en zijn er ook jongeren die vol overtuiging het christelijke geloof belijden. Maar er staat helaas veel dorheid en lauwheid tegenover.”
Hoopt u op een opwekking?
„Zeker, ik hoop dat meer mensen komen tot een aan Christus toegewijd leven, wat in hun levensstijl zichtbaar wordt. Ik hoop en bid om een intens verlangen naar God en Zijn Woord. Daar wil ik het tijdens de dienst ook over hebben.”