Staat het christendom niet wat negatief tegenover huwelijk en seksualiteit?
Zo kunnen mensen het soms ervaren, als ze horen van het verplichte celibaat in rooms-katholieke kring. Als mensen die ‘dichter bij God staan’ niet mogen trouwen, dan is het huwelijk kennelijk minderwaardig. Of dan is seksualiteit zeker iets wat niet zo bij God past. De misbruikaffaires geven volgens sommigen aan hoe verkeerd een dergelijke houding is. En als christenen benadrukken dat seksualiteit alleen in het huwelijk thuis hoort, kan iemand dat ervaren als een inperking van iets wat mensen genoegen biedt. Alsof seksualiteit eigenlijk niet goed is en zo min mogelijk mag voorkomen.
Dit alles lijkt bovendien zijn wortels te hebben bij Paulus, want die zegt dat niet trouwen beter is dan wel trouwen (1 Korinthe 7:38). En was Jezus Zelf niet net als deze grote apostel ongetrouwd? Hoe staat het christelijke geloof tegenover dit stuk van het menselijk bestaan, dat door de diepe gevoelens die ermee gepaard gaan zo’n impact heeft op het leven?
Paradijs
Natuurlijk valt gelijk op dat de Bijbel het huwelijk beschrijft als afkomstig uit het paradijs en dus als een goede gave van God. Hetzelfde geldt voor de gemeenschap tussen man en vrouw: in het paradijs laat God hen tot één vlees worden. Vraag is dan wel wat zij bij hun gemeenschap beleefden, toen ze in volkomen goedheid in het paradijs waren. Hoe waren de gevoelens bij de gemeenschap toen de mens nog geheel zuiver was? Daar is wel over nagedacht (bijvoorbeeld door Augustinus), maar uiteindelijk is het niet met zekerheid te zeggen.
Wel valt enigszins aan te voelen dat het vurig verlangen van man en vrouw naar elkaar tot een bijzondere beleving wordt als dat volledig is opgenomen in trouw en gevende liefde. Als volkomen liefde de gevoelens bij de gemeenschap bepaalt. Dat moet de eenwording tot een bijzonder moment van het paradijs hebben gemaakt: een afspiegeling van de eenheid die er toen tussen God en mens bestond.
Het opmerkelijke is dat Christus Zijn gelovigen heeft teruggeleid naar deze bijzondere situatie in het paradijs. Getrouwden zijn door God tot een onlosmakelijke twee-eenheid verbonden, die de mens niet meer mag scheiden (Markus 10:2-12). Iedere getrouwde gelovige mag zich daarom door Christus geleid weten in de eenwording.
Maar ook de apostel Paulus draagt deze lijn uit. In hetzelfde hoofdstuk waarin hij zegt dat niet trouwen beter is, verklaart hij dat man en vrouw elkaars eigendom zijn. Daarom mag niemand zich eenzijdig van de huwelijksgemeenschap onthouden. Ook al wil een van beide getrouwden dat graag om zich diep geestelijk te wijden aan Christus (wat een goed voornemen!). Maar nee, zegt Paulus, dat mag alleen als beiden er achter staan en dan ook nog alleen voor een beperkte periode. Want ook wanneer man en vrouw tot geloof in Christus zijn gekomen, moeten zij de lichamelijke eenwording met elkaar hebben.
Bedding
Dus van een negatieve blik op seksualiteit is in het onderwijs van Christus en de apostelen geen sprake. De Bijbel gaat wel bedachtzaam om met de vele ontsporingen die op dit terrein zo gemakkelijk kunnen plaatsvinden. Maar wat te denken van de waarschuwing dat seksualiteit alleen binnen het huwelijk een plaats mag hebben? Getuigt dat toch niet van een negatieve visie op een aards genoegen?
Het antwoord is dat de waarschuwing er juist is ten goede van het genoegen van de seksualiteit. Een waterstroom zonder bedding wordt verwoestend en vaagt soms hele dorpen weg. Maar water dat in een bedding stroomt, maakt vruchtbaar en geeft vreugde. Zo is seksualiteit bedoeld voor binnen de bedding van trouw en liefde. Daar kan de seksualiteit het best haar vreugde brengen. Als seksualiteit die bedding mist, wordt ze gemakkelijk tot een verwoestende waterstroom. Teleurstelling en soms ook beschadiging en eenzaamheid zijn het gevolg.
Maar Paulus zegt toch dat niet-trouwen beter is? Jawel, maar hij zegt dat niet als algemene stelling, maar met het oog op een concrete situatie. Feitelijk zijn er voor hem twee situaties waarbinnen niet trouwen beter is. De ene situatie betreft iets buiten jezelf, de andere iets in jezelf.
Allereerst wijst Paulus op een periode van grote nood. Hij lijkt te denken aan vervolging om het geloof. In zo’n situatie kan de getrouwde door de zorgen om een gezin het extra zwaar hebben om te volharden. Hoe zwaar is het niet om aan te zien dat je gezin verdrukking moet lijden?
In de tweede plaats wijst Paulus erop dat een ongetrouwde minder tijd hoeft te besteden aan allerlei bezigheden van het gewone leven. Een ongetrouwde zou zich meer en breder kunnen wijden aan een bepaalde dienst voor Christus.
Volle huwelijksleven
Hier is dus geen sprake van een negatieve waardering van het huwelijk. Eerder blijkt hoe groot en rijk Christus is: Hij is het waard om je zo veel mogelijk aan toe te wijden. Het huwelijk komt in rangorde onder Christus en het Koninkrijk der hemelen. Daarom zegt Paulus tegen gehuwden dat ze zich een poosje mogen onthouden van de gemeenschap om zich te wijden aan vasten en gebed, als ze dat verlangen. Zo hoog en heerlijk is de omgang met Christus. Maar ook daarbij geeft Paulus aan dat het niet te lang mag duren: als gehuwden moet je weer terug naar het volle huwelijksleven.
Maar er is nog meer over te zeggen. Het huwelijk staat wel in rangorde onder Christus en de genade. Maar dankzij Christus en de genade krijgt het huwelijk juist ook een nieuwe impuls die het huwelijk zeer verrijkt. De zo grote liefde van Christus, Die Zich gaf tot aan het kruis, is een voorbeeld om man en vrouw in het huwelijk tot grote liefde te brengen. Juist als het huwelijk zo op de tweede plaats staat, kan het weer enigzins teruggeleid worden tot de glans die het in het paradijs had: de gevende, door en door trouwe liefde vervult beiden.
Zo hebben zowel het huwelijk als het alleen zijn hun eigen plek. Het is maar net hoe iemands leven verloopt (waarbij we achter alles Gods bestuur weten) of ook waartoe iemand zich geroepen weet.
Christus en de apostelen benaderen huwelijk en seksualiteit niet negatief, maar brengen die wel terug naar de rijke bedoeling die God er ”in den beginne” aan gegeven heeft.
Dr. P. F. Bouter, hervormd predikant te Bodegraven. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Literatuur:
Augustinus, De Stad van God, boek XIV, 21-24.
W. Aalders, Huwelijk, grootheid en verval.
Tim Keller, Het huwelijk, pag. 243-262.