OpinieCommentaar
Pak techbedrijven achter sociale media stevig aan, in plaats van de gebruiker
Nadat Australië het gebruik van sociale media onder de 16 jaar verbood, klinkt ook in Nederland een pleidooi voor het invoeren van een minimumleeftijd. Eerder deze week kwam D66 met een voorstel om kinderen onder de 15 jaar de toegang tot sociale media te ontzeggen.
Hoofdredactie
Sociale media hebben een grote invloed op de ontwikkeling en mentale gezondheid van jongeren. beeld AFP, Justin Sullivan
Belangrijkste reden: de algoritmes waarmee de platforms hun gebruikers allerlei informatie voorschotelen, zijn buitengewoon verslavend. En daarmee hebben sociale media een grote invloed op de ontwikkeling en mentale gezondheid van jongeren.
Het is mooi dat politieke partijen als D66 de schadelijke invloed van sociale media onderkennen, en maatregelen willen nemen. Het is te wensen dat andere partijen dezelfde urgentie gaan voelen. Onderzoek na onderzoek toont aan dat sociale netwerken als Instagram, Snapchat en TikTok invloed hebben op het welzijn van kinderen en jongeren. Hoewel een direct verband tussen de verslechterende gezondheidstoestand van een groeiende groep jongeren en sociale media nog onvoldoende is bewezen, is wel duidelijk dat de platforms veelal geen positieve invloed hebben. Vooral meisjes gaan gebukt onder alles wat ze op die netwerken voorbij zien komen. Het beschadigt hun zelfbeeld en zelfvertrouwen.
Dat de politiek, in navolging van Australië en diverse andere landen, bekijkt wat er gedaan kan worden om de grote invloed van sociale netwerken in te perken, is toe te juichen. Het is echter zeer de vraag of een leeftijdsgrens voldoende effectief is. Zo’n leeftijdsgrens is er nu al, want sociale media zijn al verboden voor kinderen onder de 13. Maar er is geen technologiebedrijf dat deze grens handhaaft en geen toezichthouder die hierop toeziet. En ook geen jongere die zich hierdoor laat tegenhouden. Dat wordt niet anders als die leeftijdsgrens wat omhooggaat.
De door D66 voorgestelde maatregel lijkt helaas symptomatisch voor de manier waarop de politiek probeert de invloed van technologie te beteugelen. De aanpak is vooral gericht op gebruikers, en raakt de grote bedrijven achter de sociale netwerken nauwelijks. Dat moet anders, want gewone mensen staan in feite machteloos tegenover de enorme investeringen die bedrijven doen om hen verslaafd te maken en te houden.
Het is dus nodig dat er op Europees niveau ingegrepen wordt, en dan het liefst daar waar de techbedrijven dat het meeste voelen. Bijvoorbeeld zoals de Amerikaanse staat New York dat afgelopen zomer bij wet regelde: daar zijn niet de sociale media, maar de onderliggende verslavende algoritmes verboden voor kinderen onder de 18. Ook mogen kinderen tussen middernacht en 6 uur ’s ochtends geen pushmeldingen meer ontvangen. Dat alles op straffe van flinke boetes.
Natuurlijk blijft de vraag hoe hierop gehandhaafd wordt, maar hiermee komt de verantwoordelijkheid wel meer te liggen waar die hoort: bij de machtige technologiebedrijven. En die zijn alleen met forse maatregelen in beweging te krijgen.