Meer dan ooit is er nu behoefte aan gezamenlijke waarden als basis voor vertrouwen. Dat was het uitgangspunt voor koningin Beatrix bij haar jaarlijkse kersttoespraak. „Vertrouwen maakt de maatschappij leefbaar.”
Duidelijk gaf de vorstin aan dat vertrouwen niet van bovenaf kan worden opgelegd. „Het groeit vanuit de gemeenschap. Het vergt geloof in elkaars trouw en betrouwbaarheid.” Daarbij pleitte zij voor aandacht voor elkaars verlangens en meningen en voor gerichtheid op het algemeen belang. „In openheid en tolerantie ligt een belangrijke grondslag voor vertrouwen” en: „verdraagzaamheid heeft ons land sterk gemaakt.”
Met nauwelijks verholen zorg constateerde de vorstin dat in onze maatschappij het vertrouwen verdwijnt. „In de crisis die ons nu treft, is een klimaat ontstaan waarin wantrouwen de boventoon voert.” Daarbij wees ze vooral op de anti-Europastemming. Europa bracht ons welvaart en vooral vrede. Maar nu het tegenzit, keren velen zich tegen Europa. „Maar Europa, dat zijn wij”, waarschuwde de koningin.
Met haar toespraak heeft de vorstin de vinger bij een zere plek gelegd. Er is inderdaad veel achterdocht in de samenleving. De onvrede neemt toe. Mensen zouden meer aandacht voor elkaar moeten hebben; meer rekening met elkaar moeten houden.
Het punt is echter dat de koningin nauwelijks ingaat op de basis waarop vertrouwen moet stoelen. Dat is immers essentieel. Vertrouwen kan ook rusten op drijfzand en dan brengt dat mensen alleen maar verder in de problemen.
Met haar verwijzing naar de geschiedenis van ons land lost de vorstin deze omissie niet op. Zij typeerde ons verleden als een tijd waarin mensen kracht putten uit de aanwezigheid van mensen met verschillende culturen en levenbeschouwelijke achtergronden. Maar daarbij vergat ze een belangrijk ding. Die tijd kende wel een gemeenschappelijk patroon van waarden en normen: de joods-christelijke traditie. Daarbinnen was ruimte voor verscheidenheid.
Datzelfde gemeenschappelijk fundament gold niet alleen de Nederlandse samenleving, maar ook de Europese. Daar waren de founding fathers van de Europese eenwording zich ook van bewust. Natuurlijk, zij hoopten met de Europese samenwerking vrede en welvaart te brengen, maar dat was het doel, niet het fundament. Zij geloofden dat eenwording mogelijk was omdat alle volken van Europa doordrongen waren van de christelijke cultuur. Daar lag de basis.
Wie tolerantie bepleit zonder een ijkpunt, verdedigt een samenleving die meedrijft op de waan van de dag. Tolerantie is namelijk niet zomaar alles goedvinden en accepteren. Nee, het is juist het respecteren van mensen met wie je het hartgrondig oneens bent en wier levensbeschouwing je radicaal afwijst. Dat laatste wordt in het huidige seculiere klimaat node gemist. Tolerantie is verworden tot een neerbuigend geduld van een meerderheid die de historische gegroeide fundamenten van Europa feitelijk afwijst. Ondanks de goede woorden van onze koningin is dat aspect onbenoemd gebleven in haar kerstrede. Terwijl juist daar een belangrijke oorzaak ligt van de desintegratie en onvrede.