Opinie

Erkenning leefwereld jeugd voorwaarde voor gesprek

Jongeren leven in een totaal andere wereld. Dat te erkennen is een eerste voorwaarde om als oudere generatie met de jeugd in gesprek te blijven, betoogt dr. Wim Fieret.

1 October 2011 11:16Gewijzigd op 14 November 2020 16:54
„De jeugd weet alleen maar van verhalen dat er een tijd moet zijn geweest zonder internet en andere moderne verworvenheden.” Foto ANP
„De jeugd weet alleen maar van verhalen dat er een tijd moet zijn geweest zonder internet en andere moderne verworvenheden.” Foto ANP

Onlangs sprak ik een jongen van ongeveer 15 jaar. Ik vroeg aan hem of hij zich herkende in de uitspraken die erover de jeugd van tegenwoordig worden gedaan, dat ze het zo moeilijk hebben en dat er zo veel verleidingen zijn. Hij antwoordde: „Ik merk er niet zo veel van meneer, want ik leef nu in deze tijd, dus ik kan niet vergelijken.”

De jongen sloeg de spijker op de kop. Zijn werkelijkheid is een werkelijkheid met internet, met mobiele telefoons, Hyves, Facebook, MSN en sms. Die dingen vormen een onderdeel van zijn leven. Hij weet alleen maar van verhalen dat er een tijd moet zijn geweest zonder internet en andere moderne verworvenheden.

Tussen generaties zijn er altijd verschillen geweest. Kenmerkend voor het huidige generatieverschil is dat de mensen van de ene generatie zich niet goed kunnen verplaatsen in de situatie van andere. Dat is nieuw en maakt dat de verschillen tussen de generaties tegenwoordig groter zijn dan zo’n veertig, vijftig jaar geleden.

Onze jongeren leven in een tijd van transformatie, van diepe verandering. De laatste twee eeuwen, en vooral ook de laatste 25 jaar, is er meer veranderd dan in alle 58 voorgaande samen. Uitvindingen tuimelen over elkaar heen. De mensen hebben daardoor minder tijd om na te denken over de voor- en nadelen ervan. Daardoor ontstaat een zekere autonomie; ontwikkelingen gaan door zonder dat er goed over wordt nagedacht.

Behalve de toegenomen stroom nieuwe ontwikkelingen is ook de aard van de uitvindingen anders. Ze hebben een steeds grotere invloed op ouderen en jongeren. Het zijn soms zelfs onmisbare onderdelen van het leven geworden. Ze maken deel uit van onze primaire levensbehoeften.

De veelheid aan veranderingen maakt dat onze jongeren keuzes moeten maken: hoe ga ik hier mee om, kan dit wel, is dit verantwoord? De grote hoeveelheid keuzes leidt tot een vorm van keuzedwang. Keuzes zijn er immers telkens weer: er zijn legio soorten shampoo, vele soorten laptops, talloze soorten scooters en tientallen afstudeermogelijkheden.

De vele keuzes kunnen niet meer worden gemaakt op basis van argumenten en afweging. Dan ben je dagen bezig met wikken en wegen. Wat gebeurt er? Je schakelt het gevoel in. Als iets goed voelt, kies je ervoor. Daarbij hoort een zekere mate van impulsiviteit en beperktheid. Je kunt namelijk met het gevoel niet het hele spectrum bestrijken.

Deze ontwikkeling is van invloed op de communicatie tussen generaties. De opvoedende generatie wil graag leren argumenteren. Bij de op te voeden generatie speelt het gevoel een grote rol. Dat leidt tot langs elkaar heen praten. Ouderen zeggen: Dit kan niet want…, en dan komen de argumenten. De jongere zegt: Ja, maar ik voel het toch anders. De generaties zitten op verschillende golflengtes. De wederzijdse herkenning tussen generaties neemt af.

Psychologen, sociologen en filosofen hebben zich gebogen over deze ingrijpende veranderingen. In de vakliteratuur, bijvoorbeeld in de boeken van prof. J. Dohmen, spreekt men wel over de transformatie van de duurzame naar de flexibele mens.

Het leven van deze duurzame mens stond in het teken van stabiliteit: was trouw aan zijn vrouw, voedde kinderen deugdzaam op, stemde op een politieke partij die aansloot bij zijn levensovertuiging, ging naar de kerk en had oog voor de naaste. Die zaken waren van belang voor zijn identiteit. Daaraan ontleende de duurzame mens waarde en zingeving.

Bij de flexibele mens ligt dat anders. De flexibele mens speelt in op de voortdurende veranderingen, hij is gespitst op de vraag welke veranderingen eraan komen en wat die voor zijn bedrijf, zijn leven, zijn relatie kunnen betekenen. Hij is eigenlijk voortdurend aan het schaken op alle fronten van zijn leven. Kenmerken van de flexibele mens sluiten naadloos aan bij de digitale wereld. Switchen, surfen, schakelen van de ene naar de andere site.

Het voorgaande in overweging nemend, wil ik deze analyse afsluiten met een paar aanbevelingen.

In de eerste plaats moeten we ons realiseren dat onze jongeren in een heel andere wereld leven. Dat is een eerste voorwaarde om met hen in gesprek te blijven. Als we ons dat niet realiseren, ontstaat er gauw een sfeer waarin vertrouwen en erkenning ontbreken.

Laten we verder met problemen niet al te krampachtig omgaan. Als opvoeders hebben we beperkte invloed. Als medemensen kunnen we onze jongeren niet anders laten denken. We geloven namelijk niet in de maakbaarheid van de mens. Krampachtigheid, iets wat ik wel eens proef in de zin: We moeten onze jongeren vasthouden, is contraproductief.

Een goede manier om met de jongeren in contact te komen, is de ontspannen dialoog. Luisteren, maar tegelijkertijd richting geven. Daar hebben ze behoefte aan.

Laten we verder proberen de veranderingen niet automatisch te plaatsen in het hokje van achteruitgang. Als we dat zonder meer doen, en we doen dat heel snel omdat dat in onze genen zit, stempelt dat onze manier van opvoeden.

Ten slotte, wat stralen wij als (mede)opvoeders uit? Wat betekenen wij in de eigenlijke zin voor onze zoekende jongeren? Zijn we, zoals Augustinus eens zei, een goede geur van Christus? Dan stralen we het meest wezenlijke uit, dat onder de zegen van de Heere tot een heilige jaloersheid kan leiden.

De auteur is lector identiteit op het Hoornbeeck College. Dit artikel is een bewerking van de lezing die hij vrijdag hield op het jubileumcongres van deze krant.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer