Externe commissie onderzoekt handelwijze GGZ
ALPHEN AAN DEN RIJN (ANP) – Een externe commissie onderzoekt de hulpverlening van GGZ Rivierduinen aan Tristan van der V. Dat maakte de instelling dinsdag bekend. De commissie werd al kort na de schietpartij in Alphen aan den Rijn ingesteld en bestaat uit onafhankelijke psychiatrisch experts, aldus een verklaring van Rivierduinen.
„De commissie onderzoekt de hulpverlening aan de cliënt in de meest brede zin, en de wijze waarop de GGZ heeft gereageerd op eventuele signalen en risico’s. Dit doet zij aan de hand van het dossier en gesprekken met direct betrokken hulpverleners om zo een eigen oordeel binnen de kaders van het medisch beroepsgeheim te kunnen vormen.”
Het is de bedoeling dat het onderzoek eind juli klaar is. De uitkomsten ervan gaan naar de Inspectie voor de Gezondheidszorg, die in september met een oordeel komt of de GGZ „adequaat gehandeld” heeft.
Marjolein ten Kroode, voorzitter van de raad van bestuur van Rivierduinen, reageerde in de verklaring op de persconferentie van het OM maandag, waarin hoofdofficier van justitie Kitty Nooy zei dat een verzoek om het dossier over Van der V. in te zien, door de GGZ is geweigerd. „Ik wijs erop dat het OM het dossier van Tristan had kunnen vorderen. Dit is niet gebeurd.” Een woordvoerster van de instelling vulde aan dat een stap naar de rechter niet automatisch succes zou hebben gehad. „Maar dan had de rechter besloten. Het is niet aan de GGZ om die afweging te maken. Als de rechter het OM gelijk had gegeven, zou de GGZ uiteraard aan de vordering hebben voldaan.”
„Wij kunnen inhoudelijk niet reageren op berichtgeving over Tristan noch over signalen die zijn ouders aan ons zouden hebben gegeven, omdat het medisch beroepsgeheim ons dit belet”, stelde de GGZ Rivierduinen verder. Officier Nooy zei eerder dat de ouders van Tristan bij Rivierduinen hadden gemeld dat hun zoon wapens bezat.