A. M. A. van Ardenne (CDA), Ontwikkelingssamenwerking
Als minister voor Ontwikkelingssamenwerking wil Agnes van Ardenne-van der Hoeven (53) aan tafel in de Trêveszaal de stem der armen laten klinken. In die zaal van het ministerie van Algemene Zaken komt wekelijks de ministerraad bijeen, maar zijn staatssecretarissen slechts incidenteel vertegenwoordigd. Om die reden heeft Van Ardenne het altijd nodig gevonden dat Nederland een minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft.
Vorig jaar, bij de formatie van het kabinet-Balkenende I, was de VVD daar echter mordicus tegen. Het CDA ging toen al snel akkoord met omzetting van de post in een staatssecretariaat, mits het omvangrijke hulpbudget (0,8 procent van het bnp) maar behouden bleef. Als staatssecretaris werd Van Ardenne echter gestijfd in de overtuiging dat zij eigenlijk minister had moeten zijn. Dat ze dat op zeker moment ook publiekelijk zei, werd haar niet door iedereen in dank afgenomen. Zelfs haar partijgenoot minister De Hoop Scheffer sprak van „een binnenbocht waar zij de buitenbocht had moeten nemen.”
Overigens steunde de Tweede Kamer Van Ardennes overtuiging door in een motie te pleiten voor herstel van het ministerschap voor Ontwikkelingssamenwerking. Dat leidde ertoe dat nu ook de VVD akkoord ging. Daardoor kan Van Ardenne haar soepele politieke carrière voortzetten. In 1988 werd ze gemeenteraadslid in haar woonplaats Vlaardingen, in 1991 promoveerde ze tot wethouder, in 1994 kwam ze in de Tweede Kamer, in 2002 werd ze staatssecretaris en nu dus minister.
Van Ardenne is het prototype van een betrokken partijpoliticus. Naast haar optreden in de politieke frontlinies was ze lid van het partijbestuur, vice-voorzitter van de rooms-katholieke ontwikkelingsorganisatie Cebemo en voorzitter van het CDA-vrouwenberaad. Overigens werd ze pas op haar 35e politiek actief. Voor die tijd besteedde ze haar tijd en energie als moeder en huisvrouw aan haar gezin, ondanks haar opleiding tot apothekersassistente.
Als kamerlid behoorde Van Ardenne tot de felste opposanten die het CDA tegen de paarse kabinetten in stelling bracht. Ten tijde van de varkenspest botste ze hard met toenmalig minister Van Aartsen van Landbouw. Ook haar stevige confrontaties met minister Herfkens voor Ontwikkelingssamenwerking trokken de aandacht. Haar daadkrachtige optreden leidde onder meer tot een prominente rol in de verkiezingscampagne van 1998.
Als staatssecretaris zorgde Van Ardenne voor hernieuwde betrokkenheid van maatschappelijke organisaties bij het hulpbeleid. Verder stelt zij zichzelf ten doel de „spiritualiteit” van haar ambtenaren bij het beleid te betrekken.