De docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie sprak maandag tijdens de zesentwintigste Haamstedeconferentie in het conferentieoord Mennorode. De driedaagse bijeenkomst, die eerder in Haamstede werd gehouden, is bedoeld voor predikanten, evangelisten, theologiestudenten en docenten godsdienst die in prediking, onderwijs en pastoraat willen uitgaan van de beginselen van Reformatie en Nadere Reformatie.

Dr. Van Vlastuin sprak over het gezag van de Schrift. Hij gaf aan dat het loslaten van het principe van de mechanische inspiratie van de Schrift tot nieuwe moeilijkheden heeft geleid. Deze leer zegt dat God de Bijbel precies heeft gedicteerd.

Volgens de leer van de organische inspiratie heeft God de Bijbelschrijvers geïnspireerd en is er een goddelijke en een menselijke factor in de Bijbel. Bij dat laatste zit het probleem, aldus dr. Van Vlastuin. „Wat is het deel van God en wat is het deel van de mens?”

Calvijn had ook oog voor die menselijke factor, zei de docent. De reformator van Genève stelde dat Paulus wel eens wat verward was of een verkeerde volgorde gebruikte. Calvijn kon zich niet vinden in de stelling van de apostel dat de natuur leert dat lang haar een oneer is voor mannen. Hij vond het meer een cultureel gebruik dat in die tijd in Griekenland gangbaar was.

Toch vond de hervormer niet dat de Schrift een van willekeur afhankelijk gezag heeft, aldus dr. Van Vlastuin. Calvijn hamerde juist op de zekerheid van het getuigenis van de Schrift, dat wordt verkregen door de Heilige Geest. Dat getuigenis is zekerder dan zeker en geeft volkomen rust. „Theologische concepten en de ratio bieden geen zekerheid; het komt aan op het getuigenis van de Geest”, aldus dr. Van Vlastuin.

”Pastorale zorg rond homoseksualiteit in crisissfeer” was het thema van de lezing van dr. R. Seldenrijk, maandagrmiddag. Hij herinnerde aan de rel die dit voorjaar in de Rooms-Katholieke Kerk ontstond over het weigeren van de hostie aan homoseksuelen. Seldenrijk vroeg zich af waarom homo’s zich bemoeien met het beleid van de kerk. „De kerk mag zich van de homobeweging niet bemoeien met de leefstijl van homo’s. Waarom mogen homo’s zich dan wel bemoeien met de leefstijl van de kerk?” Hij merkte op er rekening mee te houden dat ook orthodox-christelijke kerken een keer een „wasbeurt” krijgen.

In het pastoraat rond homofilie valt veel te verbeteren, aldus de directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging. „Het is beschamend als mensen met een homofiele geaardheid de gemeente verlaten omdat ze er niet mogen zijn. We moeten niet menen dat gemeenteleden met een homoseksuele gerichtheid grotere zondaars zijn.”

Prof. dr. W. J. op ’t Hof sprak maandag over Thomas a Kempis, in de tegenwoordige literatuur Thomas van Kempen genoemd. Deze middeleeuwer, die leefde rond 1400, is bekend geworden door zijn boek ”De navolging van Christus”. Het werk genoot ook bij de nadere reformatoren grote waardering, aldus de hoogleraar. Willem Teellinck nam in ”Sleutel der devotie” hele stukken uit de ”Navolging” over. Gisbertus Voetius roemde de in het boek genoemde onverdienstelijkheid van de goede werken en de Schriftuurlijke taal en stijl van Thomas van Kempen. Hij vond dat het licht van de waarheid zich door het roomse harnas heen manifesteerde.

De bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van het gereformeerd piëtisme aan de Vrije Universiteit in Amsterdam zei dat er in de middeleeuwen in de Rooms-Katholieke Kerk een christocentrische stroming was. Zijn stelling was dat God de kerk in de middeleeuwen niet had verlaten.

De Haamstedeconferentie telt dit jaar ongeveer 160 bezoekers. Van hen is een (groeiend) aantal niet van begin tot eind op de drie dagen durende bijeenkomst aanwezig, aldus organisator A. de Visser.

Ds. W. Visscher, predikant van de Gereformeerde Gemeente van Amersfoort, hield de openingstoespraak. Als uitgangspunt hiervoor nam hij Filippensen 3:20 en 21.