Granaten om de boerderij in Appel
In de schuilkelder op de boerderij in Appel, vlakbij Nijkerk, maakte ze tijdens de bevrijding vanaf 17 april 1945 benauwde momenten mee. Woutera Daniëls-Kraay: „Achter elkaar vlogen de granaten over.”
De bevrijding moet ophanden zijn, denkt de 11-jarige Woutera begin april 1945. Ze woont met vader, moeder, zes zusjes en een broer op boerderij de Vergulde Appel, in buurtschap Appel, een paar kilometer vanaf Nijkerk. „Een geallieerd vliegtuig tekende een acht in de lucht. Wij verbonden daar de conclusie aan dat het nog acht dagen zou duren voordat we werden bevrijd. De Duitsers beweerden dat die acht in de lucht niets te betekenen had.”
Op maandag 16 april ziet het meisje hordes Duitsers vanuit Barneveld richting Nijkerk trekken. „We zagen allerlei voertuigen. Paarden, wagens, auto’s, karren, zelfs een Duiters met een touw met twee ossen.”
Een Duitser op een motor met zijspan zoekt een schuilplek op de boerderij van de familie Kraay, waar in de Tweede Wereldoorlog evacués en onderduikers bivakkeerden. „Die Duitser dronk uit een fles jenever. Mijn vader moest ook meedrinken. Ik zie nog voor me dat mijn moeder daarvoor een melkkannetje ophaalde.”
Intussen nemen de beschietingen rond Appel toe. „M’n zussen, die aardappels aan het poten waren, hoorden de granaten over zich heen fluiten. Mijn vader zat op een hek bij de boerderij. Dat werd getroffen door een granaat. De onderkant van het hekje werd weggeslagen.”
De familie en onder meer enkele buren zoeken die maandagavond een veilig heenkomen in de schuilkelder in de boerderij. „Wij zaten daar in zo’n ruimte met gewelven, de kelder kwam half boven de grond uit. Voor de raampjes waren zandzakken opgestapeld. Er werd hevig geschoten. De zevenklappers knalden maar door. De vrouw van bovenmeester Bakkenes, die ook bij ons in de kelder was, riep: Liggen! Liggen!”
Een granaat slaat een gat in het dak van een boerderij op een paar honderd meter afstand. „Twee onderduikers in die boerderij kwamen om. De boer en zijn vrouw werden gewond naar Barneveld afgevoerd.”
Een bakkerij in het buurtschap Appel gaat in vlammen op en ook een andere woning raakt zwaarbeschadigd. „Van die woning was de voorkant weggeslagen. Vader riep: „Leven jullie nog?!” Toen kwamen een vader en moeder met hun kind uit het puin kruipen.”
Dinsdagmiddag 17 april komen geallieerde militairen „met platte helmen” de boerderij binnen. „Er werden handen geschud.” Tot teleurstelling van de familie is daarmee het geweld niet afgelopen. Integendeel. „De zes Engelssprekende soldaten waren binnen een half uur weer weg. Wij moesten de kelder weer in. Er werd stro op de grond gelegd. Die stank, verschrikkelijk. Het geweervuur werd steeds heviger. Heel bar. Een barende koe in de stal kreeg een kogel in de hals, het kalfje hing er half uit.”
Daags daarna houden de beschietingen tussen de geallieerden en de Duitsers op en dringt het besef door dat Appel is bevrijd. „Ik zei tegen moeder: Nou zijn er geen moffen meer en hoeven we de boerderij niet meer te verduisteren.”
Rond 21 april komt een tante uit Nijkerk met de fiets naar de boerderij in Appel. In Nijkerk woedt die dagen nog een hevige strijd, waarbij ook tientallen burgers sneuvelen. „Terwijl wij waren bevrijd, was mijn tante helemaal niet blij. Ik zei: „Waar is je oranje versiering?” Ze was verslagen over de gevechten in Nijkerk. Er was veel kapot geschoten.”
De internationale oorlogssituatie rond 20 april 1945:
17 APRIL: De Duitsers blazen op twee plaatsen de Wieringermeerdijk op. Binnen twee etmalen stroomt de Wieringermeerpolder onder. De Duitsers willen zo voorkomen dat er geallieerde parachutisten kunnen landen. Alle gewassen en vrijwel alle gebouwen worden door het water verwoest. De bewoners van het gebied moeten evacuëren.
17 APRIL: Braziliaanse troepen bevrijden het Italiaanse stadje Montese, op 60 kilometer van Bologna en 200 kilometer van Milaan. De Brazilianen leveren drie dagen strijd met de Duitse verdedigers. Brazilië is sinds augustus 1942 betrokken bij de Tweede Wereldoorlog en staat aan de kant van de geallieerden.
17 APRIL: De Duitse bezetters van de Franse kustplaats Royan, 100 kilometer boven Bordeaux, geven zich na zware gevechten over. Frankrijk wordt al in 1944 vrijwel geheel bevrijd. De Duitsers houden in Royan stand. Op 5 januari 1945 verandert het stadje in een ruïne door zware bombardementen van de geallieerden. Ook op 14 en 15 april moet Royan het ontgelden. Het stadje wordt voor 85 procent verwoest.
Dit is het zevende deel in een serie over de bevrijding van Nederland, 65 jaar geleden. Volgende keer: Ederveen/Renswoude