Dat meldde woordvoerder Ed Kraszewski donderdagmiddag. De zestig Nederlandse reddingswerkers en acht speurhonden vertrekken vrijdag vanuit Haïti naar Curaçao. Zij beëindigen hun werk in Haïti. Waarschijnlijk is het USAR-team zondag terug in Nederland. De teams keren terug omdat de kans om overlevenden te vinden, erg klein is geworden.

Vorige week donderdag vertrok het USAR-team naar Haïti. In het zwaargetroffen land lagen talloze mensen onder het puin.

Voor het eerst in zijn geschiedenis heeft het USAR-team mensen kunnen redden. Vorig weekend haalden de reddingswerkers een moeder en kindje onder de brokstukken. Ook assisteerden de Nederlanders een Brits team bij de redding van een man. De zoektocht naar overlevenden gebeurde onder bewaking van VN-militairen.

Kritiek dat het USAR-team zich beter bezig had kunnen houden met medische hulp in plaats van het zoeken naar overlevenden wijst woordvoerder Ed Kraszewski van de hand. „Het USAR-team is in het leven geroepen om te proberen mensen onder het puin weg te halen en die medisch te helpen. Wij zijn er niet voor toegerust om bijvoorbeeld een noodhospitaal te bouwen. Wel heeft bijvoorbeeld de arts van het USAR-team hand- en spandiensten verleend in een Belgisch noodhospitaal.”

Het USAR-team is onderverdeeld in groepen van tien mensen. Binnen zo’n tienkoppige groep zitten één commandant, een specialist in zoekapparatuur één verpleegkundige, twee hondenbegeleiders en vijf reddingswerkers die bijvoorbeeld puin moeten weghalen.

Het USAR-team heeft ook geholpen bij het vervoer van honderd Haïtiaanse adoptiekinderen naar het vliegveld. Die kinderen kwamen donderdagmiddag aan in Nederland.

Er zijn ook Nederlandse mariniers in Haïti. Ze helpen onder meer bij de evacuatie van weeskinderen en bij de distributie van voedselpakketten.

Het medisch team van Mondial Assistance is inmiddels teruggekeerd in Nederland.