De ruimte voor een theocratisch politiek getuigenis neemt af, zo lijkt het. Het advies van de procureur-generaal aan de Hoge Raad om de Staat op te dragen de SGP aan te pakken, spreekt wat dat betreft boekdelen. Maar er is perspectief.
De verwildering van de samenleving, die de christelijke waarden ver heeft weggeduwd, stuit op steeds meer weerstand, merkt hij. Tegelijkertijd bespeurt hij bij mensen een nostalgische hang naar het verleden.
Medewerker Diederik van Dijk van de SGP-Tweede Kamerfractie refereerde daarop aan het pleidooi voor een herstel van waarden en normen dat premier Balkenende een jaar of acht geleden hield. Daaraan ontleent hij weinig hoop op verbetering. „Een debat over waarden en normen is immers nauwelijks van de grond gekomen.”
Van Dijk zei dat het herstel van de staat begint bij het herstel van de kerk. „En dat begint bij persoonlijke bekering.”
De overheid kan geen reveil organiseren, stelde hij. „Zolang er geen opwekking plaatsvindt in de kerken, hoeven we ook van de overheid geen wonderen te verwachten. Wij kunnen geen perspectief scheppen, ook de SGP niet. Dat moet bij God vandaan komen.”
Dat wil niet zeggen dat de SGP dat moment werkeloos hoeft af te wachten. „Juist nu de SGP de enige christelijke niet-regeringspartij is, rust op haar de dure plicht om onbesmuikt de Heere God ter sprake te brengen in het publieke debat. Meer dan ooit is de SGP geroepen om werkelijk getuigenispartij te zijn.”
Wat dat betreft, grapte Van Dijk, „is het hoog tijd dat de SGP –na alle ingenieurs en juristen– weer eens een predikant op een verkiesbare plaats zet voor de Tweede Kamerverkiezingen. Ds. Van den Belt, ds. Van Vlastuin, prof. Op ‘t Hof: potentieel genoeg!”
De SGP „moet zeggen dat de christelijke cultuur in Nederland de leidende cultuur is en dat wij geen dingen moeten toelaten die de christelijke cultuur ondermijnen”, zei Spruyt. „Tenminste, dat zou ik zeggen als ik ooit in de politiek zou komen.”