Cultuur & boekenGeschiedenis

Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog opent in Oude Calixtuskerk in Groenlo

In de Oude Calixtuskerk in Groenlo in de Achterhoek opent vandaag (dinsdag 15 april) het Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog. „Holland had z’n Gouden Eeuw, hier werd strijd geleverd.”

Jan Kas
15 April 2025 20:33Leestijd 7 minuten
Directeur Daphne Maas van Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog in Groenlo. „Het verhaal wordt vaak alleen verteld vanuit Hollands perspectief.” beeld Ruben Meijerink
Directeur Daphne Maas van Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog in Groenlo. „Het verhaal wordt vaak alleen verteld vanuit Hollands perspectief.” beeld Ruben Meijerink

Een vloerkleed met een kaart van Europa in de zestiende eeuw is vrijwel het eerste wat bezoekers van het Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog te zien krijgen. Na een korte introductiefilm wacht hun vervolgens een fors schaakspel. De houten schaakstukken verbeelden de vele partijen die betrokken waren bij de Tachtigjarige Oorlog, legt directeur Daphne Maas uit. „De koning van Engeland, een stadhouder, nog een andere stadhouder, de sultan van Turkije, de koning van Frankrijk. Twee stukken zijn onthoofd: de graven van Egmont en Horne, die op bevel van de hertog van Alva publiekelijk werden terechtgesteld. Eigenlijk was iedereen met elkaar in gevecht. In onze Lage Landen was er twaalf jaar lang een bestand omdat de Spanjaarden het ook nog tegen de Turken moesten opnemen. De Tachtigjarige Oorlog was een complex geheel.”

Groenlo is geen willekeurige locatie voor het nieuwe museum. Grolle, zoals het in de zestiende en zeventiende eeuw heette, vervulde een cruciale rol in de oorlog. Stadhouder Frederik Hendrik belegerde het strategisch gelegen vestingstadje in 1627 om de Spanjaarden die zich daar ophielden te verjagen. Zijn aanpak met een gesloten linie rondom de stad, zodat niemand naar binnen of buiten kon, had succes. Later paste Frederik Hendrik die strategie ook toe bij de belegering van andere steden, wat hem de bijnaam ”Stedendwinger” bezorgde.

Historisch spel

De Slag om Grolle wordt eens in de twee jaar in oktober nagespeeld door honderden acteurs vanuit de hele wereld. Het evenement trok vorig jaar ruim 42.500 bezoekers. Als er voor het historische spel al zo veel belangstelling is, zal er zeker ook interesse zijn voor een museum over de slag, was een paar jaar geleden de gedachte in Groenlo. Het lokale Stadsmuseum, een pand uit de negentiende eeuw met veel kleine ruimtes, bleek daarvoor minder geschikt. Al snel concentreerden de plannenmakers zich op de Oude Calixtuskerk, die er in 1627 ook al stond. De kerk, een rijksmonument in laatgotische stijl, is sinds 1978 eigendom van de Stichting Oude Gelderse Kerken. De plaatselijke hervormde gemeente houdt diensten in het koor.

Harnas. beeld Ruben Meijerink

De lokale strijd om Grolle heeft uiteindelijk een bescheiden plek gekregen in een hoek van de expositie. „Als nationaal museum vertellen we het verhaal van heel Nederland. En nog breder”, zegt Maas, die rekent op ten minste 20.000 bezoekers per jaar. „Duitse toeristen willen ook iets zien over de Dertigjarige Oorlog (1618-1648), die tegelijkertijd speelde. Die hebben niks met de Tachtigjarige Oorlog. In de gekozen opzet kan dat.”

„We ontdeden ons zogenaamd van het Spaanse juk; maar zo werd dat in Grolle helemaal niet beleefd”

Daphne Maas, directeur Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog

Het museum plaatst de bezoeker in de rol van onderzoeksjournalist. Hij krijgt een koptelefoon op en een microfoon mee om eigen indrukken op te doen. Door het hele museum heen zijn korte fragmenten in het Nederlands, Engels of Duits te horen van betrokkenen, zoals de schaakstukken, een boerin, een musketier en een zakenman, die vertellen hoe ze de oorlog beleven. De onderzoeksjournalist kiest vervolgens zelf welke gedeelten hem aanspreken. Aan het einde van de tentoonstelling resulteert dat in een gepersonaliseerde krantenpagina.

Drie perspectieven

Drie perspectieven worden steeds belicht: de Hollandse kijk op de Tachtigjarige Oorlog, de lokale ervaring en de Spaanse visie. Maas: „Oorlog is een verschrikkelijk veelzijdig verhaal. De winnaar bepaalt de waarheid. Het verhaal van de Tachtigjarige Oorlog wordt daarom vaak verteld vanuit Hollands perspectief. Op school leerden we over Willem van Oranje, de Vader des Vaderlands, over de geuzen en over het ontstaan van Nederland. We ontdeden ons van het Spaanse juk, werd er gezegd. Maar zo werd dat in Grolle helemaal niet beleefd. De stad werd niet bevrijd van de Spanjaarden, maar veroverd door het staatse leger. De Grollenaren hadden helemaal geen behoefte aan het protestantisme. En voor het perspectief van de Spanjaarden is ook wat te zeggen. Zij bezetten ons land niet, we waren Spaans grondgebied. We zetten ons onder meer tegen de Spanjaarden af omdat we een ander geloof gingen aanhangen en Filips II tolereerde dat niet.”

„Groenlo is een paar keer belegerd geweest; er was hier veel meer oorlog dan in Alkmaar of Leiden”

Daphne Maas, directeur Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog

Een ander aspect komt ook steeds terug in de tentoonstelling. „De oorlog wordt vaak geassocieerd met steden als Leiden, Alkmaar en Den Briel. Maar daar werd alleen in de eerste jaren gestreden. Daarna, in de Gouden Eeuw, ging het westen van de Nederlanden met de Verenigde Oost-Indische Compagnie vooral veel geld verdienen aan nootmuskaat en andere specerijen uit de overzeese Banda-eilanden. Het oosten van het land werd opgeofferd om ervoor te zorgen dat Holland in de luwte bleef. Groenlo is een paar keer belegerd geweest. Er was hier veel meer oorlog dan in Alkmaar of in Leiden. Het platteland moest zien te overleven te midden van plunderingen en verwoestende oorlogstactieken als die van de verschroeide aarde en onderwaterzettingen.”

Museumdirecteur Daphne Maas vertelt. beeld Ruben Meijerink

Morion

Voor het museum is onder meer geput uit de collectie van het plaatselijke Stadsmuseum, dat vorig jaar zijn deuren sloot. Het Rijksmuseum in Amsterdam en het Nationaal Militair Museum in Soesterberg gaven stukken in bruikleen. Paleis Het Loo in Apeldoorn stelde een schilderij beschikbaar dat de Haagse kunstschilder Daniël Cletcher maakte van Frederik Hendrik en zijn manschappen bij het beleg van Grolle.

Een opvallend eigen museumstuk is een zogeheten morion van rond 1575, die is gevonden in de Zeeuwse klei. „Deze helm werd op een onlineveiling te koop aangeboden. We vroegen het Nationaal Militair Museum om advies en waagden de gok. Onderzoek toonde de echtheid ervan aan. Gelukkig hadden we niet een rekwisiet van een toneelvereniging aangekocht. Bij Middelburg was een grote slag waarbij de Spanjaarden het onderspit moesten delven omdat het water opkwam. Morions werden zowel in het staatse als in het Spaanse leger gedragen. Soldaten waren vaak huurlingen die de ene keer aan de ene kant aan het strijden waren en de andere keer bij de vijand.”

Wordt meteen al bij het eerste schot de kerk geraakt, dan klinkt er een harde knal die in het hele museum te horen is

Voor de bezoekers is er meer te doen dan geluidsfragmenten verzamelen. In digitale databases kunnen zij nagaan wat er in of rond hun woonplaats ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog gebeurde en welke archeologische vondsten er in latere tijden zijn gedaan. Het spelelement ontbreekt niet. In het gedeelte over Grolle kan met een staats of Spaans kanon op de belegerde vestingstad worden geschoten. Wordt meteen al bij het eerste schot de kerk geraakt, dan klinkt er een harde knal die in het hele museum te horen is.

Beleg van Grollo, geschilderd door Daniël Cletcher. beeld collectie Paleis Het Loo

Een schilderij van archeologisch illustrator Kelvin Wilson uit Ridderkerk toont Grolle een dag voor de capitulatie in 1627. „De kerk is kapotgeschoten, er worden nog heiligenbeelden in veiligheid gesteld, een soldaat loopt rond met bloeddoorlopen ogen. De stad is een en al ellende”, schetst Maas.

Niet eenduidig

Het museum laat het oordeel over de situatie aan de bezoekers over. „We willen hen niet overtuigen van het gelijk van één kant, want zo eenduidig is een oorlog nooit. Daarom hebben we naast de hoge heren van Holland en Spanje ook de gewone mensen een stem gegeven. Soldaten, boeren, vrouwen, vissers en Bandanezen vertellen een ander verhaal. Voor hen maakte het vaak niet uit of Oranje of Spanje aan de macht was: het oorlogsleed was hetzelfde. Het is aan de bezoekers om zelf aan de hand van wat ze zien en horen te bepalen wat volgens hen het ware verhaal van de Tachtigjarige Oorlog is. Als ze na afloop bij een kop koffie elkaars krantenpagina’s bekijken, zullen ze ontdekken dat ze allemaal journalist waren, maar dat de een het verhaal heel anders heeft gehoord en geïnterpreteerd dan de ander. Als we iets willen meegeven is het dat je informatie altijd moet wegen, dat je feit en fictie moet onderscheiden, dat je eigen opvattingen meespelen én dat je sommige dingen gewoon niet weet.”

De volgende editie van de Slag om Grolle heeft plaats in het jubileumjaar 2027.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer