Goed onderwijs vergt goede methodes én goede leraren
Onderwijs is geen productieproces dat zich leent voor een uniforme, protocollaire aanpak. De kracht van goed onderwijs ligt in de professionaliteit van leraren en de visie van scholen.

De meest inspirerende les die ik ooit als stagiair in het praktijkonderwijs meemaakte, was een prachtig voorbeeld van de kracht van een professionele leraar. Volgens strikt wetenschappelijke maatstaven zou deze les misschien als ineffectief worden bestempeld, maar in werkelijkheid vond precies dát plaats waar onderwijs om draait, namelijk vorming van leerlingen.
Onderwijzen is een ambacht, waarbij liefde en aandacht hoofdingrediënten zijn
In de klas speelde namelijk een stevige ruzie, die de verhoudingen tot een kookpunt bracht. De docent voelde haarfijn aan dat de leerlingen op dat moment aan iets anders behoefte hadden dan de voorbereide les. Met pedagogische en didactische souplesse gooide hij de lesplanning om en ging hij een open, bevlogen en voor de leerlingen diep vormend en leerzaam gesprek aan. Dit voor mij onvergetelijke moment laat zien hoe onderwijs, wanneer dat gebaseerd is op professionaliteit, pedagogische tact en inzicht, daadwerkelijk impact kan hebben.
Wetenschappelijke inzichten
De ambitie van het kabinet om onderwijs in te richten met behulp van wetenschappelijke inzichten (het zogenoemde evidence informed werken) is op zichzelf waardevol. In het regeerprogramma van de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB staat dat leraren moeten „werken met onderwijsmethodes die bewezen effectief zijn vanuit de wetenschap en de praktijk en verder politiek neutraal zijn”. Staatssecretaris Paul, verantwoordelijk voor het funderend onderwijs, heeft onlangs het wetvoorstel dat dit mogelijk moet maken ter consultatie aangeboden.
Scholen die een duidelijke, gedragen visie hanteren, blijken vaak goed te presteren
Haar streven naar kwaliteit en effectiviteit is begrijpelijk. Het is immers in het belang van leerlingen dat ze onderwijs ontvangen dat getoetst is aan solide kennis en ervaring en aansluit op de context van de leerling. Toch schuilt er een risico in een te eenzijdige benadering: onderwijs is meer dan alleen meetbare effectiviteit.
Onderwijs als vormingsproces
Goed onderwijs gaat niet uitsluitend over cijfers en leeropbrengsten, maar ook over de brede vorming van leerlingen. Het moet een vormingsproces zijn waarin kennis, vaardigheden en houdingen tot (persoonlijke) ontwikkeling komen. Waar de leerling –op hoop van zegen– gevormd wordt tot een „zelfstandige, God naar Zijn Woord dienende persoonlijkheid, geschikt en bereid om al de gaven die hij van Hem ontving, te besteden tot Zijn eer en tot heil van het schepsel, in alle levensverbanden waarin God hem plaatst” (ds. M. Golverdingen). Wanneer er te veel nadruk op protocollen en standaardisering komt te liggen, dreigt het risico dat deze diepere lagen van onderwijs naar de achtergrond verdwijnen.
Wanneer scholen verplicht worden om bepaalde methoden te gebruiken, verkleint dat de ruimte voor maatwerk en innovatie
Leerlingen zijn geen productie-eenheden. Hun ontwikkeling omvat creativiteit, sociale vaardigheden en karaktervorming. Dit vraagt om ruimte voor maatwerk en persoonlijke begeleiding, iets wat per definitie niet is te vangen in methoden, zelfs niet in wetenschappelijk bewezen leermiddelen.
Ruimte voor professionaliteit
Leraren zijn over het algemeen hoogopgeleide professionals met pedagogische en didactische expertise. Aan hen het vertrouwen geven om op basis van hun ervaring en inzicht de juiste keuzes te maken, draagt bij aan de kwaliteit van het onderwijs. Effectief lesgeven ontstaat niet primair door strakke protocollen, maar door vakbekwame leraren die inspelen op de behoeften van hun leerlingen en werken binnen de context van een bredere gemeenschap. Onderwijzen is een ambacht, net zoals het bakken van brood een ambachtelijk proces is, waarbij liefde en aandacht hoofdingrediënten zijn.
Goede docenten geven les vanuit de identiteit en de gemeenschap van de school en combineren dat met praktijkervaring, intuïtie en ja, ook met wetenschappelijke kennis. Dit betekent dat een school soms bewust kiest voor een methode die wellicht niet de hoogste effectiviteitscores haalt, maar die op dat moment wel het beste aansluit bij de identiteit, de behoeften van de leerlingen of de bredere schoolgemeenschap. Deze professionaliteit verdient vertrouwen, geen dwingende richtlijnen of een strak keurslijf.
Vrijheid en kwaliteit
De vrijheid van onderwijs, zoals gewaarborgd in artikel 23 van de Grondwet, biedt scholen de mogelijkheid om onderwijs vorm te geven vanuit een eigen pedagogische en religieuze of levensbeschouwelijke visie. Dit stimuleert mijns inziens de onderwijskwaliteit, omdat een gedragen visie op opvoeding, onderwijs en samenleving samenbindt en een fundament legt onder het onderwijs. Scholen die een duidelijke, gedragen visie hanteren, blijken daarbij vaak goed te presteren. Dit laat zien dat vertrouwen in scholen en de onderwijsprofessionals een basisvoorwaarde is voor kwalitatief hoogstaand onderwijs.
Wanneer scholen verplicht worden om bepaalde methoden te gebruiken, verkleint dat de ruimte voor maatwerk en innovatie. Juist in een tijd waarin onderwijs voor grote uitdagingen staat, is het essentieel dat scholen de vrijheid behouden om in te spelen op de behoeften van hun leerlingen en de samenleving waarin ze functioneren.
Conclusie
Onderwijs is geen productieproces dat zich leent voor een uniforme, protocollaire aanpak. De kracht van goed onderwijs ligt in de professionaliteit van leraren en de visie van scholen. ”Evidence informed” werken kan een waardevolle bijdrage leveren aan de onderwijskwaliteit, mits het een hulpmiddel voor leraren blijft en geen keurslijf wordt. Daarom is onze oproep aan de politiek: blijf vertrouwen op de professionaliteit van leraren en bied scholen de ruimte om onderwijs te geven dat aansluit bij hun visie en de behoeften van hun leerlingen. Op die manier blijft onderwijs in Nederland niet alleen effectief, maar ook inspirerend en vormend voor de volgende generatie.
De auteur is belangenbehartiger en beleidsadviseur po bij de VGS.