OpinieOpinie

Christelijk onderwijs, kom met eigen kijk op kerndoelen burgerschap

Laten de conceptkerndoelen burgerschap voor het christelijk onderwijs een aansporing zijn om de vele Bijbelse gegevens die ons de weg wijzen bij een christelijke invulling van burgerschap ernstig te nemen.

Henk Vermeulen
11 April 2024 10:26
„In het christelijk onderwijs hopen we de leerlingen te vormen tot burgers van twee werelden.” beeld iStock
„In het christelijk onderwijs hopen we de leerlingen te vormen tot burgers van twee werelden.” beeld iStock

Leraren en leidinggevenden hebben er langer op moeten wachten dan beloofd was, maar inmiddels zijn ze gepubliceerd: de conceptkerndoelen burgerschap voor het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Tot nu toe waren de kaders voor de implementatie van het burgerschapsonderwijs beperkt: eigenlijk vooral drie basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Nu zijn er dus conceptkerndoelen. Wat betekent dit voor de scholen?

Zes kerndoelen

Elk van de zes kerndoelen begint met een doelzin, gevolgd door een korte toelichting onder het kopje ”Het gaat hierbij om”. Deze twee onderdelen worden voorschrijvend voor het onderwijs. De uitwerking die volgt onder het kopje ”Te denken valt aan” is niet voorschrijvend. Het eerste kerndoel is een aanbodsdoel, dat aangeeft dat „de school moet zorgen voor een omgeving waar leerlingen ervaring opdoen met inspraak en participatie, de betekenis van democratische waarden, en de democratische vaardigheden die noodzakelijk zijn om in een diverse en democratische samenleving te functioneren”. De andere kerndoelen zijn gericht op de kennis, de vaardigheden en het handelen van de leerling. Dit zijn de doelzinnen:

  1. De school zorgt voor een democratische cultuur.

  2. De leerling handelt respectvol vanuit kennis over een diverse samenleving.

  3. De leerling geeft aan hoe diens handelen verbonden is met democratische waarden.

  4. De leerling verkent verschillende mogelijkheden om bij te dragen aan de samenleving.

  5. De leerling verkent hoe hij of zij democratisch handelen in dagelijkse situaties kan vormgeven.

  6. De leerling weegt af welke mogelijkheden hij of zij heeft om ten aanzien van maatschappelijke vraagstukken te handelen.

Het cursusjaar 2024-2025 is een periode van beproeven; in het cursusjaar 2025-2026 zouden er dan definitieve kerndoelen gepubliceerd kunnen worden.

Twee vragen

Om te kunnen nagaan wat deze conceptkerndoelen voor het christelijk onderwijs betekenen, lees ik ze met twee vragen in het achterhoofd. De eerste is: wat staat er precies in dit concept, hoe voorschrijvend is dat en hoeveel ruimte laten deze omschrijvingen? De tweede: wat zou het christelijk onderwijs moeten doen binnen de kaders van deze conceptkerndoelen of aanvullend daarop? Een voorlopige conclusie kan dan zijn dat de doelen van de burgerschapsleerlijn van de Stichting Leermiddelen Reformatorisch Onderwijs, die veel reformatorische scholen gebruiken, goed aansluiten bij de conceptkerndoelen.

Burgers van twee werelden

Te volstaan met deze conclusie zou echter van geestelijke luiheid getuigen. Net als voorgaande publicaties over burgerschap zijn deze kerndoelen een uitdaging om onze eigen visie op onderwijs en ons eigen staan in de samenleving grondig te doordenken. Die visie vraagt om verbinding met persoonsvorming. Het gaat immers in het (burgerschaps)onderwijs niet alleen om het kweken van politiek actieve, democratische burgers. Door christelijke persoonsvorming hopen we onder Gods zegen leerlingen te vormen tot mensen die ernaar verlangen om voor God, de ander, in deze wereld en in duurzame relatie met de schepping hun taak en roeping uit te oefenen.

En wat het staan in de samenleving betreft: van het grote gebod nemen deze kerndoelen alleen het tweede deel mee. Ze gaan over participeren in de samenleving, maar het eeuwigheidsperspectief ontbreekt. In het christelijk onderwijs hopen we de leerlingen te vormen tot burgers van twee werelden. Dat uitgangspunt roept dan overigens meteen de klemmende vraag op in hoeverre we daar echt werk van maken. Of nauwkeuriger geformuleerd: of we in de klas deze twee perspectieven ook werkelijk verbinden met elkaar, in het besef dat ons hele leven een leven voor Gods aangezicht is.

Echte diepgang

Vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit: deze basiswaarden van de democratische rechtsstaat vormden tot nu toe het kader voor het burgerschapsonderwijs. Ze vormen de onderlegger van de conceptkerndoelen. Daarmee blijft het burgerschapsonderwijs gevangen in het idee dat de individuele vrijheid het hoogste goed is. Helaas levert dat een innerlijke tegenstrijdigheid op, omdat dit idee haaks staat op het bevorderen van sociale cohesie. En dat was een belangrijke reden om aandacht te vragen voor burgerschap.

De begrippenlijst bij de kerndoelen omschrijft een democratische cultuur als „omgangsvormen die door democratie worden bevorderd en die haar ook mogelijk maken: vreedzaamheid, verdraagzaamheid, de bereidheid de ander als gelijkwaardig te zien en op gelijke voet communiceren”. Dat zijn belangrijke woorden, waaraan scholen een voluit christelijke invulling kunnen geven. Maar waarden als dienstbaarheid, zelfverloochening, betrokkenheid, gemeenschapszin, ontmoeting en verantwoordelijkheid zouden echte diepgang geven aan de invulling van deze democratische cultuur. Het gaat immers om veel meer dan het in stand houden van een bepaalde politieke constellatie.

Vragen bij kerndoelen

Er zijn meer vragen te stellen bij de conceptkerndoelen. Waarom bijvoorbeeld die onzijdige voornaamwoorden in de kerndoelen drie, vijf en zes? Wat is de rol van ouders en leraren? Zij zijn veel meer dan contextuele factoren en uitvoerders van het regeringsbeleid. Of denk aan de koppeling van diversiteit en inclusie: dat is een begrippenpaar waar onderlinge spanning op staat. Er zijn ook vragen te stellen bij het doel van burgerschapsonderwijs dat uit deze kerndoelen blijkt: is dat niet vooral politiek, om een bepaald type burger te kweken die de huidige democratische constellatie in stand moet houden? En, om niet meer te noemen, welke kleur geven we aan „het inschatten en bespreken van situaties die racistisch, discriminerend of stereotyperend zijn”?

Vertaalslag

Met dat laatste keer ik terug naar mijn pleidooi hierboven: laten deze conceptkerndoelen voor het christelijk onderwijs een aansporing zijn om het thema burgerschap Bijbels te doordenken. In de toelichting op de kerndoelen staat: „We vatten de kern samen, zonder veel voor te schrijven of normatief te zijn. Het is aan scholen zelf om vanuit hun eigen visie de vertaalslag te maken naar de praktijk.” En over de democratische basiswaarden wordt gezegd: „Wat deze waarden precies betekenen en hoe ze zich tot elkaar verhouden is voor meerdere uitleg vatbaar en onderwerp van discussie.” Als deze conceptkerndoelen op termijn definitief zullen zijn, zal de praktijk moeten uitwijzen hoe het zit met die normativiteit.

Intussen roept de voortgaande implementatie van het burgerschapsonderwijs iedereen in het christelijk onderwijs op om ernst te maken met de eigen doordenking. Niet (alleen) in het afzetten tegen dominante denkrichtingen in de hedendaagse samenleving. Veel meer in het ernstig nemen van de vele Bijbelse gegevens die ons de weg wijzen bij een christelijke invulling van burgerschap. Denk alleen al aan de oproep van de profeet Micha (6:8): „Wat eist de HEERE van u, dan recht te doen en weldadigheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God?” Over burger van twee werelden gesproken…

De auteur is regisseur identiteit en vorming bij Driestar educatief.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer