Schitterende lofzang op Lwów, het centrum van Midden-Europa
De Pools-Joodse schrijver Józef Wittlin (1896-1976) publiceerde in 1935 een roman die in de Nederlandse vertaling van Dirk Zijlstra de titel ”Het zout der aarde” draagt. Een opmerkelijke roman die over de nadagen van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije gaat.

De roman beschrijft de geestelijke werkelijkheid van de Eerste Wereldoorlog zonder gevechtshandelingen, vol met gepeins en gepraat. De twee volgende delen van het als trilogie bedoelde romanproject verdwenen in 1940 in zee, toen Wittlins koffer met manuscripten in de Portugese haven Lissabon van de loopplank van het schip viel.
Wittlin kwam met zijn gezin veilig in New York aan. Daar zou hij zijn verdere leven blijven, hunkerend naar zijn land van herkomst, het verdwenen Galicië in Centraal-Europa en vooral naar de stad waar hij opgroeide: Lemberg, dat in het Pools Lwów heet en dat tegenwoordig, na annexatie door Rusland in 1945, als Lviv deel uitmaakt van Oekraïne.
Lwów was aan het begin van de twintigste eeuw de ontmoetingsplaats __ van een bonte stoet Europeanen
Lwów was aan het begin van de twintigste eeuw de ontmoetingsplaats __ van een bonte stoet Europeanen_:_ Poolse Joden, Oostenrijkers, Oekraïners, Duitsers, Franse en Italiaanse architecten en beeldend kunstenaars. Door de vele winkels en handwerkers en de behoefte van de inwoners aan gebouwen die grootsheid en schoonheid uitdrukten, was Lwów een lustoord voor creatieve geesten en voor flaneurs.
IJzeren Gordijn

In 1946 publiceerde Józef Wittlin in New York het nostalgische boek ”Mijn Lwów”, dat pas onlangs in het Nederlands uitkwam. Een mooiere lofzang op een stad zal moeilijk te vinden zijn, en al helemaal wanneer het een stad in Midden-Europa betreft; een stad die tot 1990 achter het IJzeren Gordijn verstopt zat en uit het collectief bewustzijn van de West-Europeanen verdwenen was. Met zijn boek trad Wittlin in het voetspoor van zijn bijzondere vriend, de uit het Galicische Brody afkomstige Joseph Roth (1894-1939), wiens romans Wittlin in het Pools vertaalde.
In Lwów ging Wittlin naar school, daarna volgde hij in Wenen een militaire opleiding en keerde in 1918 terug naar Lwów. Vanaf 1922 begon hij een zwervend bestaan dat in New York zou eindigen.
Voettocht
In ”Mijn Lwów” beschrijft Wittlin de stad aan de hand van zijn inwoners, zijn straten, pleinen, kerken en synagogen. Hij neemt zijn lezers mee op een voettocht, soms een tramrit, door Lwów en stelt een grote stoet van opmerkelijke stedelingen aan de lezer voor. De bewoners van de Hofman Opatstraat, waar Wittlin opgroeide, onderbreken hun werk en groeten hem vriendelijk als een van de hunnen.
Denkend aan de jaren na 1900 ziet Wittlin het boeiende leven van Lwów voor zich. Hij excuseert zich voor zijn „sentimentele gevoelens” wanneer hij aan de wijk van zijn jeugdjaren terugdenkt. „Hier in de Hofman Opatstraat dus en de zijstraten, de Bonifratry-, de Gołᶏb- en de Mikolaj Rejstraat, groetten mij de aldaar woonachtige klerken, commiezen en raadslieden, gymnasiumleraren, ambtenaren van de Spoorwegdirectie en ook van de Schatkist, gepensioneerde raadsheren van de Oostenrijks-Hongaarse k.u.k.-stadhouder zaliger [k.u.k. staat voor kaiserlich und königlich], raadsheren van de woiwode –de Poolse provincie–, ambtenaren van het Stadhuis, schoorsteenvegers, Joodse voddenrapers en postbodes” enzovoort. De opsomming van allen die hem groeten is zeer geslaagd door de lichte ironie in de combinatie van de rangen en standen die het Oostenrijk van toen typeerden.
Wittlin voelt zich ook een beetje schuldig tegenover Lwów omdat hij er wegtrok; bij zijn bezoek aan de wijk Lyczaków denkt hij aan de gelijkenis van de verloren zoon uit de Bijbel.
Anekdote
Wittlin is een meester van de anekdote, de typerende korte schets van een mensenleven. Ook het uiterlijk van de mensen van Lwów weet hij aanschouwelijk te presenteren. Over de Pools-Joodse journalist Ostap Ortwin schrijft hij bijvoorbeeld: „Het leek erop dat hij überhaupt onaantastbaar was. Hij was lang, breedgeschouderd, grijs, getaand, met borstelige wenkbrauwen en had een zwarte Kozakkensnor. Alleen al zijn verschijning verlamde het antisemitische canaille. (…) In 1942 bleek dat Ortwin niet onaantastbaar was. De Duitsers joegen de grote en onverzettelijke geest uit dit voorname heerschap.”
Een groot aantal, in het Westen onbekende, Poolse schrijvers passeert in Wittlins boek de revue. Velen van hen stierven onder de nazi’s die Lwów en grote delen van Polen in 1939 hadden bezet. De vele doden brengen Wittling tot de verzuchting: „Ja, zo wordt ons hele geheugen zo langzamerhand een kerkhof.”
Spanningen
”Mijn Lwów” is een uit nostalgie geboren boek. Het is een lofzang op een bijzondere stad en zijn mensen. Een idyllische provinciestad was Lwów volgens Wittlin overigens in het geheel niet. Lwów was een van de grootste steden van Polen. Vredig was Lwów ook allerminst. Er werd heel wat afgevochten tussen de diverse bevolkingsgroepen, vooral tussen Joden en antisemitische Polen en Oekraïners. Ook binnen de Joodse gemeenschap liepen de emoties van tijd tot tijd hoog op. Daarnaast tierde de misdaad welig.
In weerwil van sociale spanningen en criminele incidenten komt Lwów bij Wittlin uit de verf als een plek die je gezien moet hebben
Maar, in weerwil van sociale spanningen en criminele incidenten, komt Lwów bij Wittlin uit de verf als een plek die je gezien moet hebben – daarbij wel beseffend dat Oekraïners en Russen de plaats van Polen en Joden hebben ingenomen.
De geest van Lwów fascineert nog altijd, zoals dat ook geldt voor vele andere imposante steden in Midden-Europa – Gdansk, Riga en Wrocław (Breslau). Kortom: een bijzonder waardevol boek van een schrijver die de lezer intens laat deelnemen aan een tijd die vervlogen is en slechts in steen voortbestaat.
Het huidige Lviv is een Unesco-Literatuurstad. Sinds 2023 staat het historische centrum op de lijst van bedreigd werelderfgoed.

Mijn Lwów, Józef Wittlin, vert. Dirk Zijlstra, nawoord Jan Paul Hinrichs; uitg. Van Oorschot; 88 blz., € 17,50