Ds. J. Joppe (HHK) zag kerkmuren de afgelopen 25 jaar hoger worden
„Bruggenbouwer” ds. J. Joppe (HHK) denkt bij zijn ambtsjubileum terug aan de kerkscheuring in 2004. Hij streeft nog steeds naar kerkelijke eenheid. „Gemeenten hoeven niet massaal te fuseren, maar laten we elkaar niet afschrijven.”

Ds. Joppe herdenkt deze zaterdag zijn 25-jarig ambtsjubileum. Op 8 maart 2000 werd hij verbonden aan de hervormde gemeente van Sirjansland. In zijn studeerkamer in de Barneveldse pastorie, met aparte ingang –„Ik houd werk en privé graag gescheiden”–, blikt hij terug op de afgelopen jaren, omgeven door boekenwanden, herinneringen aan oud-gemeenten en foto’s van zijn (klein)kinderen.
„De Heere heeft me gezegend met een goede gezondheid”, vertelt de predikant. „Daardoor kan ik veel werk verzetten.” Actief was ds. Joppe de afgelopen 25 jaar zeker. Op zijn website staan al zijn nevenactiviteiten ordelijk opgesomd. Van organisator van groepsreizen naar Israël tot bestuurslid Stichting Evangelisatie Limburg (Horst) en voorzitter van Stichting Reformatorische Publicatie (SRP) van de Erdee Media Groep (EMG). Ook is hij vijftien jaar voorzitter van de generale diaconale commissie binnen de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) en lid van de commissie interkerkelijke contacten.
Zijn jubileum herinnerde ds. Joppe weer aan de scheuring van zijn eerste gemeente, tijdens het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en de HHK in 2004, vertelt hij. „Ik kan mijn jubileumdienst niet in mijn eerste gemeente houden zoals die toen was, want die bestaat nu uit twee delen.”
U was toen pas vier jaar predikant. Hoe hebt u de scheuring meegemaakt?
„Ik was als synodelid aanwezig in de Jacobikerk toen in december 2003 over de samenvoeging van diverse kerken tot de PKN gestemd werd. Met 23 anderen stemde ik tegen. Daarmee waren er twee tegenstemmen te weinig en ging de fusie door. Dat vond ik als hervormde jongen erg ingrijpend.
Toen de PKN op 1 mei 2004 een feit was, heeft de gemeente van Sirjansland nog een maand geprobeerd bij elkaar te blijven. Ik was graag predikant van de hele gemeente gebleven, maar dat lukte gewoon niet.”
Heeft dat uw verdere predikantsloopbaan beïnvloed?
„Van origine ben ik een bruggenbouwer, dus in alle gemeenten die ik diende, probeerde ik contact te zoeken met andere lokale kerken op gereformeerde grondslag, van welk kerkverband dan ook. In de ene plaats ging dat beter dan in de andere. In Oud-Beijerland zijn we begonnen met het beleggen van Reformatiediensten in samenwerking met de plaatselijke hervormde gemeente, gereformeerde gemeente en oud gereformeerde gemeente in Nederland. Dat zijn mooie initiatieven, waarmee je naar buiten uit kunt stralen dat we ten diepste bij elkaar horen. We hoeven niet massaal te fuseren, maar laten we elkaar niet vanaf de preekstoel afschrijven.”
U was ook een van de initiatiefnemers van de Bijbel met uitleg (BMU), eveneens een interkerkelijk project. Zou zoiets in deze tijd nog mogelijk zijn?
„Het is nog steeds heel bijzonder dat we daarbij toen veel mensen uit de verschillende kerken hebben kunnen betrekken. We hebben met de BMU veel ouderen en jongeren kunnen helpen. Er is gehoopt en gebeden dat het project zou slagen, maar dat het zo’n positieve uitwerking zou hebben, had ik niet kunnen denken. Het zou wat mij betreft mooi zijn als dat nog een vervolg zou krijgen.
Mijn inschatting is wel dat het er niet gemakkelijker op is geworden. Kerken belijden wel dat ze elkaar nodig hebben en samen op moeten trekken, maar tijdens de gesprekken daarover blijkt niemand goed te weten hoe het moet.”
Hebt u een verklaring voor die hogere kerkmuren?
„Vooral aan de rechterflank benadrukken kerken veel meer dan voorheen hun eigen identiteit. Ik denk dat ze dat doen omdat ze zien dat jongeren tegenwoordig gemakkelijk van kerkverband veranderen. Ze zijn niet meer zo gebonden aan een kerkelijke gemeente en beluisteren via mediakanalen preken van andere kerken. Dat zie ik in mijn huidige gemeente, Barneveld, ook gebeuren.”
Hoe houdt u jongeren betrokken?
„Door voor hen open te staan en tijd vrij te maken voor hun vragen. Jongeren houd je niet bij de kerk door allerlei vernieuwingen in te voeren, maar vooral door aandacht voor ze te hebben. Door op catechisatie even te informeren hoe het met hun studie gaat. Ook schrijf ik regelmatig boeken voor een jonge doelgroep, zoals een Bijbelstudieboek over de brieven aan de Thessalonicenzen en een boekje voor jongeren die net geslaagd zijn.”
De hhg te Barneveld heeft twee predikanten. Hoe was het voor u toen ds. M. Klaassen erbij kwam?
„Het voelde een beetje alsof ik een deel van de gemeente kwijtraakte. Je preekt nog wel voor iedereen, maar bezoekt niet meer alle gemeenteleden. Daar moest ik wel aan wennen, want ik was zo’n vier jaar intensief opgetrokken met de gemeente, zeker ook tijdens de coronatijd. Maar de grootte van de gemeente maakte een tweede predikant noodzakelijk. En de samenwerking tussen ons beiden is erg goed, we vullen elkaar heel mooi aan.”