Irene Vallejo ontpopt zich als ambassadeur van het lezen
„De tijdmachine bestaat: dat zijn boeken.” De Spaanse schrijfster Irene Vallejo grossiert in haar pamflet ”Uit liefde voor het lezen” in aardige metaforen. Vijf prikkelende citaten om in de aanloop naar de Boekenweek over na te denken.

1. Lezen brengt onze neuronen tot het kooppunt
Lezen is een vorm van gymnastiek die onze gezondheid ten goede komt, stelt Vallejo. Volgens neurologen is lezen een van de effectiefste manieren om de hersenen fit te houden. Als er thuis veel boeken beschikbaar zijn, heeft dat een positief effect op de schoolprestaties van een kind. Psycholoog Mark Taylor van de universiteit van Toronto onderzocht vanaf 1986 meer dan twintig jaar lang de dagelijkse gewoonten van zo’n 20.000 jongeren. Zijn conclusie: geen enkele andere buitenschoolse activiteit had zo’n grote invloed op hun toekomst als lezen.
Verhalen wekken ook emoties op; als ze goed worden verteld dringen ze diep in ons door, woelen ze onderdrukte gevoelens los en treffen ze ons in het hart. Dat kan troostvol en helend zijn.
Nog iets: lezen is een remedie tegen de jachtigheid van deze tijd, laat Vallejo zien. Boeken zijn bondgenoten om het plezier in concentratie, intimiteit en kalmte terug te winnen. Lezen kan een daad van verzet zijn in een periode waarin we worden overspoeld door een stortvloed aan informatie die alle kanten op schiet. Ze citeert de Romeinse geschiedkundige Tacitus: „De waarheid wordt krachtiger dankzij onderzoek en reflectie; de leugen door haast en twijfel.”
2. Lezen is een waardevol instrument voor herstel
Er is niets nieuws onder de zon. Deze woorden uit Prediker 3 zijn Vallejo uit het hart gegrepen. In haar eigen woorden: niets van wat er nu speelt maken we voor het eerst mee. En daarom is het volgens haar goed om in tijden van crisis, verandering en onzekerheid, via boeken de blik op het verleden te richten. Dan zien we immers sporen van ervaringen van de mens, die keer op keer droogte, hongersnood, pestepidemieën, trauma’s en oorlogen heeft weten te overwinnen. En daar kunnen we ons voordeel mee doen. In tijden van crisis blijkt lezen een waardevol instrument voor herstel te zijn, noteert Vallejo. Ze wijst erop dat na de aanslagen van 11 september 2001, toen audiovisuele middelen al wijdverbreid waren, boekhandels in New York beduidend meer klanten kregen. Boeken zorgden ervoor dat mensen weer grip op hun leven kregen. Niets van wat er speelt maken we voor het eerst mee, benadrukt Vallejo. We kunnen van mensen uit het verleden leren hoe om te gaan met rampen en onheil.
3. Via de weg van het plezier biedt lezen hangbruggen van woorden over de afgrond van verschillen
Als mensen zijn we in staat om onze innerlijke wereld en onze ideeën met anderen te delen, schrijft Vallejo. Daardoor kunnen we vertrouwd raken met de personages uit een verhaal. En hoe meer die personages van onszelf afwijken, hoe meer ze onze horizon verbreden en onze wereld verrijken. Op die manier komen we in aanraking met andere denkwerelden en dat opent de deur naar onderling begrip. Psycholoog Raymond Mar van de universiteit van Toronto toonde in 2006 aan dat mensen die lezen –vooral lezers van literaire werken– meer empathie hebben dan mensen die niet lezen. Dat is nuttig als het gaat over ons privéleven, maar is evengoed van belang voor de internationale politiek en het bedrijfsleven. In deze onzekere dagen, waarin het lijkt of er meer geluisterd wordt naar geschreeuw dan naar gefluister, houden boeken de stille dialoog levend, noteert Vallejo. Via boeken kruipen we in de huid van anderen en kijken we met hun blik. In een narcistische en egomane wereld is het volgens Vallejo belangrijk om je in anderen te verplaatsen. „In verzonnen werelden vinden we elkaar.”
4. De tijdmachine bestaat: dat zijn de boeken
Boeken verbinden ons met de generaties die ons voorgingen. Wie leest voegt aan zijn of haar leven de levens uit alle tijdperken toe, waardoor duizenden jaren aan kennis versmelten met wat de lezer weet, schrijft Vallejo. Boeken zijn volgens haar zelfs reddingsboten van de democratie. In die ”kluizen” hebben we onze beste gedachten opgeborgen, een taalschat die bestand is tegen de stormen van de tijd. Wie had er anders gehoord van de „handvol stoutmoedige Grieken” die zich stortte in een „gevaarlijk experiment van collectieve verantwoordelijkheid” dat ze democratie noemden? Vallejo had hier ook kunnen vermelden dat de rijkdom van de Bijbelse boodschap –Gods gedachten– via het schrift over de wereld werd verspreid, maar dat noemt ze niet. Nog een kanttekening: in haar enthousiasme over het lezen negeert Vallejo de schaduwkanten van het boek. Over de boekdrukkunst schreef Isaäc da Costa in 1840: „Het was een reuzenstap, ten hemel – en ter hel.” Niet alleen het Evangelie kreeg ruim baan, maar de pers ontstak volgens hem ook de „verboden lust- en haat- en oproervlam”. Boeken als ”Het communistisch manifest” (1848) van Marx en Engels en Hitlers ”Mein Kampf” (1925/1927) hebben nadien letterlijk hun duizenden verslagen.
5. Het onmogelijke moet eerst gedroomd worden alvorens het op een dag realiteit kan worden
De mens heeft een eigenschap die hem onderscheidt van (in Vallejo’s ogen andere) dieren: de verbeelding stelt hem, samen met de taal, in staat te dromen over het onbevattelijke en met anderen samen te werken. Daardoor is de mens volgens haar in staat scheppend bezig te zijn en zo een ongekende vooruitgang te bewerkstelligen. (Wonderlijk overigens dat ze hier niet de hand van de Schepper opmerkt, maar ”de bries” als vage oorzaak aanwijst.) Ze somt op: dankzij onze verbeelding hebben we de mythe van Icarus en vliegmachines bedacht, de Nautilus en onderzeeboten, de buitenaardse reizen van Lucianus en de Apollo XI.
„Als wij mensen niet hadden gefantaseerd over imaginaire oorden als Eldorado of over mythologische figuren als de sirenen, dan zouden we geen onbekende gebieden hebben verkend, zouden we niet naar de maan zijn gevlogen en hadden de relativiteitstheorie, de auto en de computer nooit het licht gezien.”

N.a.v. ”Uit liefde voor het lezen”, Irene Vallejo; uitg. Meulenhoff; 56 blz.; € 15,-
