Kerk & religieVijf jaar na corona

Peter Schalk, het lastigste jongetje uit Grapperhaus’ klas

Een „zwarte tijd” was de coronacrisis voor Peter Schalk. „Ik zat in het overleg met minister Grapperhaus namens de lastigste groep van het geheel.”

21 February 2025 13:57Gewijzigd op 21 February 2025 14:02
Peter Schalk. beeld ANP
Peter Schalk. beeld ANP

Schalks telefoon trilt de zondagmiddag na biddag 2020. Het is Kees van der Staaij, die namens minister Grapperhaus vraagt of de SGP-senator de reformatorische kerken wil vertegenwoordigen in een overleg over de coronamaatregelen. De overleggroep wordt gevormd door woordvoerders uit allerlei groepen, waaronder de Rooms-Katholieke Kerk en de Protestantse Kerk Nederland. Schalk stemt in.

Waar zette u op in tijdens die overlegmomenten?

„Direct tijdens het eerste overleg heb ik Grapperhaus erop gewezen dat hij in geen geval de erediensten moest verbieden. Dan zou het reformatorisch volksdeel burgerlijk ongehoorzaam worden. Kerkdiensten zijn uiteindelijk ook altijd mogelijk gebleven. We hoefden nooit erediensten te houden vanuit de studeerkamer van de predikant. Voor kerkdiensten bedacht ik de term ”zo klein als noodzakelijk” in plaats van een vast aantal, om ook ruimte te bieden aan bijvoorbeeld de Joodse gemeenschap die met tien mannen bijeen moet komen om te bidden.”

Wat hebt u bereikt?

„Ik denk dat ik vooral inzichtelijk heb kunnen maken welke gevolgen maatregelen hadden voor reformatorische kerken. Toen er op een gegeven moment afgeschaald moest worden naar dertig bezoekers, betekende dat voor een gemeente als de gereformeerde gemeente (gg) te Veenendaal, waar ik uit kom, dat er 80 diensten nodig zijn om alle 2400 leden een keer naar de kerk te laten gaan. Dat was een eyeopener voor de minister. Voor andere gesprekspartners was dat een veel minder groot probleem, omdat het aantal kerkbezoekers daar vaak lager ligt. Het gros van de reformatorische kerken is echter groot en vol.

„Ik kon toelichten dat God van ons vraagt de onderlinge bijeenkomst niet na te laten”Peter Schalk, vertegenwoordiger reformatorische kerken

Ook kon ik erop wijzen dat sommige ideeën niet realistisch waren. De rooms-katholieke vertegenwoordiger zei eens tegen mij: „Peter, gooi die kerken toch dicht, dat doen wij ook.” Toen heb ik uitgelegd dat het in de reformatorische kerken zo niet werkt. Alle kerkenraden zijn autonoom en maken dus hun eigen afweging. Daarbij kon ik ook toelichten dat de kerk niet zomaar open is, maar dat we daarin laten zien dat God van ons vraagt om de onderlinge bijeenkomst niet na te laten.

Ik ben ook nog steeds blij met de coronakaart die we voor kerken ontwikkeld hebben. Die gaf een hele duidelijke lijn van wat er op kerkelijk terrein mogelijk was tijdens verschillende omstandigheden, van zorgelijk tot lockdown. Het was mij wel wat waard geweest als die kaart sneller was ingevoerd. In november 2020 was hij al klaar, maar het heeft maanden geduurd voor hij daadwerkelijk bevestigd werd.”

Waren de maatregelen voor de kerken achteraf gezien niet te streng?

„Als een pandemie zich opnieuw voor zou doen, zou iedereen zich achter de oren krabben en zich afvragen of we op dezelfde manier moeten handelen. Daar zijn best vraagtekens bij te stellen. Mijn gedachte is wel dat ook de regering destijds te maken had met een ongekende situatie. Dan is het ook te makkelijk om uit de verte te roepen dat het te strikt was.”

De reformatorische kerken dachten niet overal hetzelfde over. Hoe was het om die te vertegenwoordigen?

„Ik was woordvoerder namens de GG, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Hersteld Hervormde Kerk. Het heeft me verwonderd hoeveel vertrouwen ik van de kerkgenootschappen kreeg. Ze zorgden er onmiddellijk voor dat ik aanspreekpunten had met wie ik continu in overleg kon zijn. Pijnlijke beslissingen zijn me ook niet verweten.

„Ik zat altijd met argusogen te kijken of we negatief in het nieuws kwamen”Peter Schalk, vertegenwoordiger reformatorische kerken

Daarbij adviseerde ik slechts, de kerkverbanden stuurden daarna zelf een bericht naar hun kerkenraden. Ze deden daarbij niet altijd wat door de minister werd geadviseerd, maar dat deed niets af aan de manier waarop we met elkaar omgingen.”

Tijdens de coronaperiode ontstond er regelmatig ophef over kerken die zich niet aan de coronaregels hielden. Heeft dat het beleid van de overheid beïnvloed?

„Ik zat altijd met argusogen te kijken of we negatief in het nieuws kwamen. De incidenten hebben er ook voor gezorgd dat er minder begrip voor de positie van de kerken kwam. Dat maakte het voor mij niet makkelijker om voor verruiming te pleiten.”

De Veenendaalse Adventkerk van de gereformeerde gemeente, hier gevuld met bezoekers van een vrouwenbondsdag. beeld Niek Stam

Had u toen de neiging om de kerken op te bellen en ze dat te vertellen?

„Nee, want dan was ik partij geworden in hun keuzes. Dat was niet mijn rol. Het had me dan ook bij de minister in een lastige positie gebracht, want dan had ik dat beleid daar moeten verantwoorden. Nu werden de incidenten mij wel voor de voeten geworpen, maar hoefde ik ze niet te verdedigen. Bovendien vond ik de autonomie van kerkenraden belangrijk. Ik adviseerde, maar de beslissingen namen zij zelf.

Ik kan me wel voorstellen dat niet alle kerkelijke gemeentes zich gerealiseerd hebben dat wat zij plaatselijk besloten, ook een bredere en zelfs landelijke uitstraling had.”

Wat heeft de coronapandemie gedaan met de verhouding tussen reformatorische kerken en de overheid?

„Ik heb me zorgen gemaakt over de verhouding tussen kerk en staat. Ik was bang dat door de tegendraadsheid van sommige kerken het idee zou ontstaan om de grondwet aan te passen. Tot mijn vreugde is dat niet gebeurd.

„Na corona bezocht een D66-senator de gg te Veenendaal”Peter Schalk, vertegenwoordiger reformatorische kerken

Na de pandemie heeft zelfs een collega-senator van D66 bij ons in de gg te Veenendaal een dienst bijgewoond. Hij wilde dat onder andere omdat hij niet kon begrijpen hoe kerken die altijd bekendstonden als gezagsgetrouw en volgzaam, zich in de coronatijd zo roerden. Toen hij de kerk vol zag zitten met zo’n 1800 man, begreep hij dat ineens beter.

Andersom denk ik dat reformatorische mensen meer zicht hebben gekregen op de positie van de kerk ten opzichte van de overheid. Een deel zal zeker dankbaar zijn voor het feit dat de overheid altijd ruimte liet voor de eredienst. Maar een ander deel, dat al wantrouwend tegenover de overheid stond, zal geen beter beeld gekregen hebben.”

Wat zou uw antwoord zijn als in een nieuwe pandemie opnieuw een beroep op u gedaan zou worden?

„Ik zou er nog meer tegenop zien dan de vorige keer. Ik moet er eigenlijk niet aan denken. Maar ik zou niet voor de verantwoordelijkheid weglopen.”

Zou u dan dingen anders doen?

„Dat weet ik niet goed. Misschien had ik soms harder moeten onderhandelen. Maar ik merkte ook dat de grenzen van wat men accepteerde, vaak bereikt waren. Dan probeerde ik wel nog persoonlijk door te praten met minister Grapperhaus. In zijn positie als minister kon hij lang niet altijd mijn zin doen en heeft hij soms behoorlijk zwaar ingezet, maar ik heb me altijd door hem gehoord gevoeld.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer