Wageningers: Uitvoeren Greenpeace-uitspraak leidt tot kaalslag in de veehouderij
Vasthouden aan de doelen uit de huidige stikstofwet leidt tot een kaalslag in de veehouderij, waarschuwen drie Wageningse wetenschappers. Daarom moet de wet worden aangepast.
Nederland komt alleen uit het stikstofmoeras als de zogeheten kritische depositiewaarde (KDW) uit de wet gaat en vervangen wordt door zogeheten emissiebeleid. Dat stellen stikstofprofessor Wim de Vries, ecoloog Wieger Wamelink en onderzoeker Gerard Ros van de Wageningen University & Research donderdag in een reactie op de Greenpeace-uitspraak van 22 januari.
Vasthouden aan de doelen uit de huidige wet leidt volgens de drie tot „grootschalige bedrijfsbeëindiging” in de veehouderij. Dat kost de overheid niet alleen veel geld, maar zal ook leiden tot maatschappelijke weerstand, vrezen zij.
Politieke vragen
Daarbij komen volgens hen „fundamentele politieke vragen” om de hoek kijken. Bijvoorbeeld of de maatregelen wel proportioneel zijn en of de economische en maatschappelijke schade ervan opweegt tegen de winst voor de natuur. Ook is het maar de vraag of boeren wel duidelijkheid krijgen over de eisen waar ze op langere termijn aan moeten voldoen.
De rechter in Den Haag oordeelde in de Greenpeace-zaak dat de Staat het eigen stikstofdoel voor 2030 moet halen. Volgens de huidige stikstofwet mag dat jaar in de helft van de beschermde kwetsbare natuur niet meer stikstof neerslaan dan de planten daar kunnen verdragen. Deze bovengrens, die verschilt van habitat tot habitat (leefgebied voor specifieke planten en dieren), heet de KDW. Volgens Wim de Vries en zijn collega’s is dat „een vrijwel onmogelijke opgave”.
Ze schrijven dat in een artikel dat later dit jaar in een wetenschappelijk tijdschrift verschijnt. Vanwege de actualiteit gaf de Wageningse universiteit de inhoud donderdag al vrij.
Bewegend doel
„Het probleem is dat de KDW een moving target (bewegend doel, TR) is”, zegt De Vries desgevraagd. Hij wijst erop dat sinds de komst van de stikstofwet in 2021 de KDW voor veel habitattypen is verlaagd. Bovendien blijkt uit nieuwe berekeningen dat de depositie (stikstofneerslag) hoger is dan eerder werd gedacht.
Gevolg is dat de uitstoot van stikstof in Nederland veel sterker omlaag moet dan in 2021 was ingeschat. Ging het toenmalige kabinet in de memorie van toelichting op de wet nog uit van een vermindering met 26 procent in 2030 ten opzichte van 2018, volgens de huidige inzichten moet dat wel 55 tot 65 procent zijn.
Daar komt bij dat heftige maatregelen om dat doel koste wat kost te halen, niet betekenen dat de natuur snel opveert. De Vries, die bodemkundige is: „Die indruk wordt in de media wel gewekt, maar dat klopt niet. Processen in de bodem gaan langzaam. Het gaat jaren duren voordat de natuur zich hersteld heeft. Dat komt door de erfenis uit het verleden.” Met die erfenis doelt De Vries op de overmaat aan stikstof in de bodem, die zich daar in decennia heeft opgehoopt.
Als alternatief stellen de Wageningers voor elk boerenbedrijf een emissieplafond op te leggen. De stikstofuitstoot mag daar niet boven uitkomen. In lijn met het advies van stikstofbemiddelaar Johan Remkes van enkele jaren geleden, denken ze aan 50 procent vermindering in 2035 ten opzichte van 2018.
De Vries, die hier al langer voor pleit, wil niet te veel verschillen tussen boeren. „Hoogstens kun je het wat aanscherpen in de buurt van natuurgebieden.” Op dezelfde manier zouden bedrijven doelen voor de uitstoot van broeikasgassen en nitraat opgelegd moeten krijgen. Naast de landbouw moeten ook industrie en verkeer doelen krijgen opgelegd.
Beroep
Voldoet de Staat bij zo’n aanpassing van de wet wel aan de uitspraak van de rechter? De Vries: „Ik denk het niet. De Staat zal in beroep moeten gaan. Maar we kunnen wél voldoen aan de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Die schrijft voor dat we de condities waaronder de natuur gedijt, moeten verbeteren. Er staat niet hoe snel dat moet, als het maar gebeurt.”
Europa schrijft volgens hem nergens voor dat de emissie in 2030 per se met 50 procent omlaag moet. „Als die maar naar beneden gaat, is het goed.”
Chris Backes, hoogleraar omgevingsrecht aan de Universiteit Utrecht, zegt in een reactie dat het aanpassen van de wet niet verboden is. „Maar dat verandert niets aan de uitspraak van de rechter. Je schiet er dus niets mee op. De Europese wet zegt dat de natuur niet mag verslechteren. De rechter stelt vast dat die wél verslechtert en dat moet zo snel mogelijk stoppen.”
Volgens de uitspraak is het doel van 2030 de minimale interpretatie van het Europese recht, stelt Backes. Hij is het wel met De Vries eens dat de overheid sectoren geen bewegend doel kan opleggen. „De rechter legt sectoren niets op, hij spreekt alleen de Staat aan. Die moet de opdracht zelf verdelen over sectoren. Ik ben het met De Vries eens dat je de landbouw een vast reductiedoel moet geven, zodat bedrijven rechtszekerheid hebben en weer kunnen investeren. Maar dat kan ook zonder aanpassing van de wet.”