Waarom zenden we nog werkers uit naar het buitenland?
Welke Bijbelse lijnen zijn er die vandaag het uitzenden van christelijke werkers verantwoorden of daartoe zelfs oproepen? Bruggen bouwen tussen religieuze of etnische groepen is er een van.
Is christenen uitzenden naar het buitenland nog wel van deze tijd? Het animo neemt af, merken we ook bij de NEM (Near East Ministry). In de jaren 90 waren er ongeveer zeventig veldwerkers voor onze organisatie actief in Israël en de Arabische landen. Anno 2024 is dit aantal drastisch gedaald naar 22 korte- en langetermijnuitzendingen. Deze afname is niet zonder reden en roept bij sommigen de vraag op waarom we überhaupt nog Nederlandse christenen uitzenden naar het Midden-Oosten. Wat zijn Bijbelse redenen om in deze tijd toch nog uit te zenden? En welke vormen van uitzending zijn vandaag nog passend en haalbaar?
De NEM is niet de enige in christelijk Nederland die zich met deze vragen bezighoudt. Zo was er deze zomer veel te doen rond stichting De Verre Naasten. Die heeft besloten geen werkers meer uit te zenden, maar alleen nog projecten in het buitenland te ondersteunen met gebed en financiën. Lokale medewerkers voelen namelijk veel beter aan wat de noden zijn en welke oplossingen het beste werken in hun context. Is daar niet veel voor te zeggen? Daarbij is het uitzenden van Nederlandse werkers meestal duur, een langdurig proces en niet zonder uitdagingen. Verder stellen kandidaten voor uitzending steeds meer eisen en lijkt de bereidheid om een vreemde cultuur en taal te leren kennen af te nemen.
Deze ontwikkeling is misschien wel een symptoom van een bredere trend onder westerse christenen, namelijk dat de noodzaak om de wereld in te gaan met het goede nieuws van Jezus Christus minder wordt gevoeld. Daarmee lijken het verlangen en de draagkracht van Nederlandse kerken om werkers uit te zenden over landsgrenzen heen af te nemen.
Redenen voor uitzending
Welke Bijbelse lijnen zijn er die in onze tijd het uitzenden van christelijke werkers verantwoorden of daartoe zelfs oproepen? Gevoed door mijn ervaring van bijna tien jaar wonen en werken in het Heilige Land kwam ik bij zeven redenen voor uitzending:
Gezonden door God (Filippenzen 2:5-11 en Johannes 20:21). Zoals Jezus door de Vader als dienaar naar deze aarde werd gezonden, zo zendt Hij ons de wereld in om de ander te dienen.
Doen wat lokale christenen niet (kunnen) doen (Mattheüs 5-7 en 1 Korinthe 12:12). In het Midden-Oosten is er bijvoorbeeld weinig oog voor pastoraat. Buitenstaanders kunnen daar een luisterend oor bieden. Zo vullen we elkaar aan als ‘het lichaam van Christus’.
Bruggen bouwen (Jesaja 19:23-25, 2 Korinthe 5:19). Wij westerlingen kunnen ons vrij(er) bewegen tussen religieuze of etnische groepen, zowel geografisch als cultureel. Toen ik nog in Jeruzalem woonde, gaf ik ’s ochtends les aan Palestijnse moslimjongeren op de Westoever en vierde ik ’s avonds de sabbatsmaaltijd met mijn Joodse vrienden. Daarmee vormde ik een verbinding tussen twee werelden die anders nauwelijks met elkaar in aanraking komen.
Diepe verbondenheid ervaren (Johannes 1:14, Romeinen 12:15). Sinds 7 oktober heb ik nog meer ervaren hoe lastig het is om vanuit Nederland mee te voelen met de pijn en het verdriet van mijn Joodse en Arabische vrienden aldaar. Je moet er zijn om mee te kunnen huilen en troost te bieden.
Het goede doen is goed in zichzelf (Micha 6:8, Mattheüs 25:40). Een van onze werkers heeft een thuiszorgproject opgezet in het zuiden van Egypte. Toen ik een dag met haar meeliep en zag met hoeveel liefde ze de wonden van haar patiënten verzorgde, werd ik pijnlijk geconfronteerd met de eenzijdigheid van ons westerse denken. Terwijl wij ons druk kunnen maken over de impact en de duurzaamheid van zo’n project, verzorgde zij de ‘wonden van Jezus’.
Gods missie volbrengen (Jesaja 49:6, Mattheüs 28:18-20). We worden opgeroepen om lichtdragers te zijn en alle volken tot leerlingen van Jezus te maken.
Gods roepstem volgen (Genesis 12:1, Mattheüs 16:24). Een persoonlijke roeping is meestal nodig om christenen in beweging te krijgen voor uitzending. En als we Zijn stem hebben gehoord, zijn wij dan ook bereid om te gaan waar Hij ons roept?
Wederkerigheid
Genoemde redenen gelden trouwens niet alleen voor werkers die vanuit Nederland uitgezonden worden naar het Midden-Oosten. Ze zijn net zo goed toepasbaar op christelijke migranten die naar Europa komen of christenen die bewust van de Veluwe naar Limburg verhuizen. Want Jezus zendt al tweeduizend jaar leerlingen uit om buiten de grenzen van hun eigen leefwereld het Koninkrijk van God te bouwen.
De Bijbelse gronden voor uitzending mogen helder zijn, maar dat betekent niet dat de huidige vorm van uitzending nog passend en toereikend is. De zendingswereld spreekt hierover al jaren en missieorganisaties als de NEM passen zich aan op basis van de nieuwe inzichten. Onze werkers proberen geen problemen meer op te lossen in het Midden-Oosten maar te dienen bij projecten die lokale mensen dragen en leiden. Uitzendingen worden niet meer gezien als eenrichtingsverkeer (”from the west to the rest”) maar beleefd als een relatie van wederkerigheid (”from everywhere to everyone”). Zo worden nieuwe wegen bewandeld in een snel veranderende zendingswereld.
De auteur is predikant in de Protestantse Kerk in Nederland en teamleider Midden-Oosten bij de NEM.