Staatstoezicht bedreigt catechisatie en zondagsschool
Bij alle ingrijpende beleidsombuigingen die het nieuwe kabinet beoogt, is in ieder geval één doelstelling gelijk gebleven: het informele onderwijs moet onder toezicht van de overheid komen te staan. Dat is zonder meer een gevaarlijke ontwikkeling. Een aantasting van fundamentele rechten. Geen wonder dat men daar in refokring tegen te hoop loopt.
In het vorige kabinet was het minister Wiersma (VVD) die zich hier sterk voor maakte, ondanks ambtelijke adviezen dat dit onhaalbaar, onuitvoerbaar en ongrondwettelijk zou zijn. Toen de minister wegens zijn onbehouwen gedrag moest aftreden, betekende dat helaas niet het einde van zijn plannen. In het nieuwe kabinet is het staatssecretaris Paul (eveneens VVD) die dit toezicht wil doorzetten.
Het gaat hier om onderwijs dat volledig een zaak is van particulier initiatief en dan ook niet door de overheid wordt bekostigd. De term onderwijs moet je hier breed nemen. Ook catechisaties en kerkelijk jeugdwerk vallen er onder.
Ruime interpretatie
Het kabinet vindt het nodig om kinderen en tieners te beschermen tegen lessen die aanzetten tot haat, discriminatie of geweld. Dat klinkt niet verkeerd. Maar die begrippen worden tegenwoordig ruim geïnterpreteerd. Wie de homoseksuele levenswijze afwijst, geldt als homofoob. Wie jongeren met een transitiewens daarvan wil weerhouden, creëert voor hen een onveilig klimaat en dat wordt al gauw gezien als een vorm van geweld.
Is er dan helemaal niets loos met het informeel onderwijs? Dat kun je ook niet zeggen. De SGP-fractie stelde al jaren geleden aan de orde dat op bepaalde islamitische weekendscholen sprake was van haatzaaien en verheerlijking van geweld. Gezien allerlei vormen van islamitisch terrorisme dichtbij en ver weg was er zeker reden tot bezorgdheid. We willen hier geen vooropleiding tot terrorist.
Maar onze liberale bewindslieden wilden ook niet beschuldigd worden van discriminatie en daarom pakten ze de zaak breed aan. Met als gevolg dat ook de zondagsschool en de catechisatie onder het wetsvoorstel vallen.
„Wij willen niet dat kinderen op weekendscholen normen en waarden aangeleerd krijgen die niet passen bij de Nederlandse samenleving”, aldus het VVD-kamerlid Kisteman. Dat is wel erg ruim geformuleerd. De Bijbelse waarden en normen passen lang niet altijd bij wat tegenwoordig in Nederland maatgevend is. Is daar straks geen ruimte meer voor? Dat zou wel heel erg zijn.
Onze bezwaren tegen bepaalde waarden en normen mogen we immers niet verzwijgen. Ook niet naar de jongere generatie. Ook voor hen geldt de oproep om in denken en doen aan deze wereld niet gelijkvormig te worden. Maar het gehoorzamen en respecteren van de overheid is evenzeer een Bijbels uitgangspunt.
In het kerkelijk onderricht en het kerkelijk jeugdwerk zullen die bezwaren concreet aan de orde moeten komen. Het reformatorisch onderwijs heeft op dit terrein eveneens een functie. Voor de scholen staat een aanscherping van het burgerschapsonderwijs op het programma. Ook langs die weg wil onze seculiere overheid haar waarden en normen opleggen aan de hele samenleving.
Wie hebben vooral reden om bezorgd te zijn over de plannen van staatssecretaris Paul? Naast orthodoxe protestanten zijn dat orthodoxe joden, strenge moslims en strenge rooms-katholieken. Alles bij elkaar zo’n tien procent van de bevolking. Een minderheid dus, maar ook weer niet helemaal te verwaarlozen.
Het is in ieder geval een heel heterogeen gezelschap. Door de politieke ontwikkelingen in het Midden-Oosten staan joden en moslims tegenwoordig scherp tegenover elkaar. Maar theologisch en ethisch hebben ze ook allerlei raakvlakken. SGP’ers en rooms-katholieken waren vroeger water en vuur, maar de maatschappelijke constellatie is sindsdien aanmerkelijk gewijzigd.
De bezwaarden worden geconfronteerd met een seculiere meerderheid die haar gedachtegoed in de maatschappij steeds meer tot gelding wil brengen. Daarbij komt dat velen die nog wel tot een kerk behoren, hetzij randkerkelijk of meelevend, qua waarden en normen niet veel verschillen van de seculiere meerderheid. In je verzet tegen de zondagsschoolpolitie hoef je daar ook niet veel steun van te verwachten. Hooguit enig begrip. Hun opa dacht er vroeger immers net zo over.
In de Haagse politiek is vaak sprake van scherpe tegenstellingen. Dat is de laatste tijd alleen maar toegenomen. Maar daarbij moeten we wel bedenken dat er op een aantal punten niet zo veel verschil is tussen seculier rechts en seculier links. Staatsecretaris Paul had haar wetsvoorstel ook kunnen presenteren in een kabinet met D66 en GroenLinks-PvdA.
Dat is het verschil met de situatie in Amerika waar de achterban van Trump veelal christelijk is, al is dat vaak een christendom waar je niet van onder de indruk kunt zijn. De afkeer van moslims bij de PVV wordt echter ook ingegeven door het feit dat zij de hedendaagse opvattingen ten aanzien van homoseksualiteit en de man/vrouwverhouding niet onderschrijven.
Niet respectvol
Gaan we straks krijgen dat de onderwijsinspectie toezicht houdt op catechisatiemateriaal en een bezoek brengt aan kerkelijke jongerenbijeenkomsten? Word je aangepakt als je daar gezegd hebt dat alle wegen buiten Jezus Christus naar de eeuwige ondergang leiden? Dat is naar de huidige maatstaven immers niet respectvol naar anderen, maar veeleer haatdragend. Mag nog gesteld worden dat het homohuwelijk een verwerpelijke zaak is of geldt dat als discriminerend?
Mogen zulke wezenlijke dingen straks alleen nog gezegd worden in de beslotenheid van het gezin? En in de kerk wellicht alleen nog in diensten die uitsluitend toegankelijk zijn voor meerderjarigen? In de Sovjet-Unie was het een tijdlang ook zo dat je jongeren niet mee mocht nemen naar de kerk. Dat is een pijnlijke vergelijking. Hopelijk blijven we daarvoor bewaard.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.