De uitzettingsprocedure van de 11-jarige Mikael is in een nieuwe fase gekomen nu zijn vader in beeld is. Wellicht geeft dat een juridische basis om hem hier te laten blijven. Of zou hij alleen al om humanitaire redenen een verblijfsvergunning moeten krijgen?
De Armeense Mikael Matosyan staat straks wellicht in het rijtje van Howick en Lili, eveneens uit Armenië, van de Iraakse Nemr, de Angolese Mauro en de Afghaanse Sahar. Allemaal kinderen die hier waren geboren of in ieder geval opgegroeid, maar geen verblijfsvergunning hadden. Na veel media-aandacht en zelfs demonstraties kregen ze die uiteindelijk wel.
Ook al door de huidige politieke constellatie in Den Haag stond de zaak-Mikael de afgelopen weken in het centrum van de belangstelling. Minister Faber (PVV) geldt immers als een hardliner en in deze zaak kon zij zich waarmaken ten opzichte van haar partijleider.
Om de druk van de publieke opinie te verminderen ligt de beslissing over bijzondere gevallen tegenwoordig niet meer bij een minister of staatssecretaris, maar op ambtelijk niveau. Maar daarmee staat de verantwoordelijke minister natuurlijk niet buitenspel.
Wetten en regels
Op de achtergrond speelt de vraag naar de menselijke maat. Hoe verhoudt die zich tot de geldende regels? Gemakkelijk wordt er negatief gesproken over wetten en regels die mooie oplossingen zouden blokkeren en bureaucratische procedures die de betrokkenen tot wanhoop brengen.
Maar vaste regels en procedures hebben natuurlijk ook grote voordelen. Het hangt dan niet af van de bereidwilligheid van de betreffende ambtenaar (al telt dat altijd wel mee) of je je zin krijgt. En in een land als Nederland is het ook niet nodig om die ambtenaar een envelop met geld toe te schuiven. Gelukkig niet.
In veel landen op deze wereld ligt dat anders. Daar zijn persoonlijke relaties in het maatschappelijk verkeer vaak van doorslaggevende betekenis. Als mijn vader vroeger jouw vader geholpen heeft toen hij in de narigheid zat, dan ben jij eigenlijk wel moreel verplicht om mij van dienst te zijn nu ik met een groot probleem zit. En dat ongeacht de geldende regels.
Groeiende onvrede
Rond de asielprocedures is er sprake van een heel complex van nationale wetten en internationale verdragen. Het gaat hier ook om concrete mensen met uiteenlopende achtergronden die in moeilijke omstandigheden verkeren.
Wie afgewezen is kan in hoger beroep gaan of eventueel een nieuwe aanvraag indienen als de omstandigheden volgens hem gewijzigd zijn. Slechter kan het toch niet worden. Je kunt er alleen maar bij winnen en in ieder geval tijdrekken. En hopen op een generaal pardon. Geen wonder dat het opvangsysteem verstopt raakt en de procedures veel te lang lopen. Het is trouwens ook een kunst om de regels niet te ingewikkeld te maken.
Het grote aantal asielzoekers en buitenlanders in het algemeen wordt in brede kringen steeds meer als een urgent probleem ervaren. Dat werkt door in de verkiezingsuitslagen. Niet alleen in Nederland. Denk maar aan de recente Duitse deelstaatverkiezingen. Het is niet verstandig om die groeiende Europese onvrede te negeren.
Concrete gevallen
Het merkwaardige is echter wel dat de publieke opinie nogal eens omslaat wanneer het om een concreet geval gaat. Er zijn hier veel te veel buitenlanders, zo vindt men, maar wanneer het er om eentje gaat die men persoonlijk kent en die goed valt, dan slaat de mening gemakkelijk om. Zeker als het een kind is. Krijgen ze veel media-aandacht en weten ze zich goed te verkopen, dan wordt al gauw naar een geitenpaadje gezocht om ze toch maar te laten blijven. De druk van de publieke opinie neemt dan sterk toe en dat laat Den Haag meestal niet onberoerd.
Dat zagen we ook met Mikael, een elfjarige jongen die met zijn moeder terug zou moeten naar Armenië. Hij is hier geboren, zijn moeder verblijft hier al jaren illegaal. Het was nog niet gelukt om hen uit te zetten, maar nu zou het ervan moeten komen.
Wat moet je daarmee? Eén kind (met zijn moeder) extra in Nederland zal niet noemenswaardig bijdragen aan de vreemdelingenproblematiek en het woningtekort. Moet het belang van een kind, dat er toch ook niets aan doen kan dat zijn moeder fouten maakte bij de asielprocedures, niet zwaarder wegen dan de geldende harde regels? Zo’n benadering doet het tegenwoordig goed. In onze tijd laten veel mensen zich sterk leiden door hun emoties. Warme menselijke gevoelens winnen het dan gauw van kille regels, waarvan men vindt dat de menselijke maat ver te zoeken is.
Premie
Ongetwijfeld is het in het belang van Mikael dat hij hier mag blijven. Armenië is wel geen Afghanistan, maar het is daar vast niet zo goed voor elkaar als hier. Qua welvaart, onderwijs, gezondheidszorg, rechtsbescherming en noem maar op. Maar datzelfde geldt natuurlijk ook voor veel Armeense kinderen. Waarom heeft hij er meer recht op dan zij? Omdat hij hier illegaal verblijft? Op die manier zet je wel een forse premie op het hier verblijven. Dan is het ook geen wonder dat mensen hierheen komen.
In de publieke discussie is het argument aangevoerd dat hij hier geworteld is en Armenië voor hem een vreemd land is. Maar er zijn tal van kinderen die op die leeftijd met hun ouders emigreren naar een land waar ze nooit geweest zijn en waarvan ze de taal niet kennen. Als dat zo’n punt is, zou je dat dan eigenlijk niet moeten verbieden? Of geldt veeleer dat kinderen in een nieuwe omgeving vaak snel wortelen?
Hoe de zaak-Mikael zal aflopen weten we nog niet. In ieder geval is het van belang dat we wetten en regels niet te gauw stellen tegenover wat tegenwoordig de menselijke maat genoemd wordt. Regels zijn er voor iedereen, ongeacht hun bekendheid, hun populariteit of vermeende zieligheid. Als de regels niet deugen moeten ze veranderd worden. Maar de overheid moet ook in asielkwesties niet buigen voor een mediahype.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.