Tariefdreiging Trump en Fed-notulen centraal op beurzen
Op de Amsterdamse beurs gaat de aandacht dinsdag uit naar het dreigement van aankomend president Donald Trump om importtarieven op te leggen aan China, Canada en Mexico. Daarnaast wordt uitgekeken naar de notulen van de vorige rentevergadering van de Federal Reserve, die later op de dag naar buiten komen. De Fed verlaagde tijdens die vergadering de rente met een kwart procentpunt en beleggers hopen dat de aantekeningen hints bevatten over de toekomstige rentestappen van de Amerikaanse centrale bank.
Trump liet weten direct na zijn aanstelling in januari een invoerheffing van 10 procent op te leggen op Chinese goederen. Die heffing komt bovenop al bestaande invoertarieven voor Chinese producten. De buurlanden van de VS, Canada en Mexico, moeten 25 procent gaan betalen voor alle producten die de grens over gaan. Volgens Trump worden er „enorme hoeveelheden” drugs zoals fentanyl vanuit China via Mexico naar de VS gestuurd die jaarlijks voor tienduizenden doden zorgen. De invoertarieven blijven volgens Trump van kracht totdat Canada en Mexico een oplossing vinden voor de drugssmokkel en de asielstroom naar de VS.
Tijdens zijn verkiezingscampagne heeft Trump ook gedreigd met heffingen tot 20 procent op goederen uit de rest van de wereld. Economen vrezen dat de Amerikaanse importtarieven leiden tot een wereldwijde handelsoorlog en hogere prijzen die de inflatie weer aanwakkeren.
De AEX-index op het Damrak lijkt door die dreiging lager te beginnen. Ook de Aziatische aandelenmarkten lieten overwegend verliezen zien, ondanks de nieuwe recordstanden van de Dow-Jonesindex en de S&P 500 op Wall Street. De Nikkei in Tokio zakte 0,9 procent. Nissan verloor 3,6 procent. De worstelende Japanse autofabrikant, die recent een grote ontslagronde aankondigde, wil de productie in de VS verlagen. Ook heeft Nissan fabrieken in Mexico en Canada, waar onder Trump straks importheffingen gelden.
De hoofdindex in Shanghai daalde 0,2 procent en de beurs in Hongkong bleef vrijwel vlak. Trump legde tijdens zijn vorige presidentschap ook al veel strafheffingen op aan China, die grotendeels gehandhaafd bleven onder de regering-Biden. In zijn verkiezingscampagne beloofde Trump een invoerheffing tot wel 60 procent op goederen uit China.
De euro was 1,0471 dollar waard, tegen 1,0479 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie klom 0,2 procent tot 69,04 dollar. Brentolie werd ook 0,2 procent duurder, op 73,14 dollar per vat.