Angst voor de komst van een goddelijke machine
Oktober is de maand van de geschiedenis. Ter gelegenheid daarvan schreef Hans Schnitzler het essay ”De mens, de machine & de therapeut”. Hij behandelt de vraag wat de relatie is tussen mens en technologie en wat deze relatie voor ons mens-zijn betekent.
Schnitzler is filosoof, docent, ethicus, medeoprichter van de Bildung Academie en publicist van opiniërende artikelen en columns in onder andere NRC, De Groene Amsterdammer, Trouw en de Volkskrant. Regelmatig schuift hij aan bij opiniërende radioprogramma’s zoals Met het oog op morgen of VPRO-programma’s om de actualiteit te becommentariëren.
Hij schreef onder andere de boeken ”Het digitale proletariaat” (2015) en ”Wij nihilisten. Een onderzoek naar de geest van digitalisering” (2021). In deze publicaties staat de invloed van digitalisering op het dagelijks leven centraal, een invloed die Schnitzler grote zorgen baart.
Angst
Technologie is in zichzelf noch goed, noch kwaad, maar ook zeker niet neutraal, benadrukt Schnitzler. Voeg daarbij ook nog eens de neveneffecten die elke technologische ontwikkeling onbedoeld en onvoorzien veroorzaakt. Redenen genoeg dus om technologische vernieuwingen niet kritiekloos te verwelkomen.
De onbegrensde mogelijkheden van kunstmatige intelligentie (AI) verontrusten Schnitzler zeer; ze beangstigen hem zelfs. AI voorspelt op basis van gedragspatronen toekomstig gedrag en stuurt op basis van die verwachting het digitale zoekgedrag van mensen. Zo construeert AI een schijnwerkelijkheid, waardoor mensen de realiteit verwerpen, een eigen waarheid creëren en gevoelig zijn voor complottheorieën.
Schnitzler wantrouwt ook de mensen achter AI. Iemand als Elon Musk verwacht dat de mensheid binnenkort in een voor 99,9 procent digitale wereld leeft, een angstaanjagend toekomstbeeld. Op de vraag of God bestaat, antwoordde uitvinder en futurist Ray Kurzweil: „Nog niet”. Binnenkort is het volgens hem mogelijk om de mens in de cloud te vergoddelijken. Hij wordt dan een machine-universum. Dan is God op synthetische wijze opgewekt; Hij is half mens, half machine. Schnitzler signaleert een razendsnelle ontwikkeling van deze goddelijke machine.
Daarom wil Schnitzler weten wat de relatie tussen mens en AI is. Om dat te bereiken gaat hij in therapie bij ChatGPT. De aanleiding voor zijn hulpvraag is de angst voor het reële gevaar van een goddelijke machine. Hoewel ChatGPT aanvankelijk de indruk wekt dat hij een therapeutische relatie kan onderhouden, ontdekt Schnitzler tijdens zeven sessies dat zijn therapeut empathie, emotie, affectie en intimiteit mist.
Erger nog, de therapeut veinst die menselijke gevoelens. Daarom voelt Schnitzler zich in zijn verlangen naar wederkerige erkenning en beantwoording van zijn gevoelens door de therapeut miskend. Teleurgesteld haakt hij van hem af. AI kan menselijke verlangens niet beantwoorden.
Maar de mens verlangt naar meer dan alleen naar wederkerige menselijke relaties, hij wil ook de waarheid verstaan. Van de Duitse filosoof H.G. Gadamer (1900-2002) heeft Schnitzler geleerd dat de mens in zijn hunkering naar verstaan zich door vooroordelen laat leiden.
Het hardnekkig ontkennen van voorafgaande vooroordelen in het vaststellen van waarheid is een erfenis van het rationalisme van de verlichting. Deze beweging houdt waarheid voor alleen geldig en betrouwbaar wanneer die langs een wetenschappelijke weg tot stand is gekomen. Waarheid moet verifieerbaar zijn, wil zij betrouwbaarheid claimen.
Vandaag hebben we het inzicht verkregen dat waarheid juist niet uitsluitend met wetenschappelijke middelen bereikt wordt. Wij verstaan onszelf vanuit de geschiedenis en traditie waarvan we doortrokken zijn, zelfs wanneer we die traditie niet kennen. Zonder dit voorverstaan blijft de werkelijkheid onkenbaar en komen we überhaupt niet tot kennen, aldus Schnitzler in navolging van Gadamer.
Wantrouwen
Dit betekent dat wij niet objectief tegenover de werkelijkheid staan. Wij dragen de geschiedenis in ons mee en ontlenen aan de traditie onze opvattingen over waarheid en leugen. Wie zich echter uitlevert aan AI belandt van de fysieke werkelijkheid in een digitale schaduwwereld.
In deze schijnwerkelijkheid bestaat geen verschil tussen feit en fictie. AI verstaat namelijk niet, maar pompt in de digitale wereld alles zonder onderscheid rond, ook desinformatie, deepfakes, racisme, antisemitisme en ander extreem gedachtegoed. Daarom is deze schijnwereld in potentie ontwrichtend voor mens en samenleving.
AI-volgelingen vertrouwen hun ogen en oren niet meer, ze wantrouwen hun traditie en geschiedenis en zijn extreem vatbaar geworden voor manipulatie. Voor dat gevaar waarschuwde al de Duits-Amerikaanse filosofe Hannah Arendt (1906-1975) in haar monumentale werk ”The Origins of Totalitarianism” (1951). In deze filosofische klassieker heeft ze haar ervaringen als Joodse vluchtelinge voor het totalitaire gedachtegoed van het nazisme verwerkt. Kenmerkend voor het totalitaire denken is het mobiliseren van de massa en het bestrijden van alle politieke tegenstand door desinformatie, angst zaaien, terreur en racisme, aldus Arendt.
Terecht luidt Schnitzler de alarmbel. Zijn waarneming dat we vandaag opnieuw aan de rand van de afgrond van het totalitaire denken staan, klopt. Opvallend is het hoogreligieuze gehalte van zijn essay. Termen zoals God, geloven, transcenderen, thema’s als hoop, zingeving en identiteit alsook de verstaanshorizon waarmee de auteur de relatie tussen mens en machine beoordeelt, verraden zijn traditie en geschiedenis.
Die traditie leert ons dat verstaan meer is dan alleen begrijpen. Een representant van die traditie merkt ergens op dat het hart zijn redenen heeft, die het verstand niet kent. Volgens deze filosoof en wetenschapper brengt dit religieuze inzicht een mens aan de rand van een afgrond die alleen God kan vullen.
Is getekend: Blaise Pascal (1623-1662).
De auteur is christelijk gereformeerd predikant en docent Bijbelse vakken aan het Hersteld Hervormd Seminarium.