Meditatie: In de stilte
„De lofzang is in stilheid tot U, o God, in Sion; en U zal de gelofte betaald worden.”
Psalm 65:2
God wordt aangesproken als Vader, Zoon en Geest. Hij wordt met die Naam aangesproken die eigenlijk wil zeggen: Hij is het Die het allermeest gevreesd moet worden. Deze God looft men in de stilheid, daar waar Hij het stil-zijn in het hart werkt. Zoals wij in een andere psalm lezen: „Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.” Met het oog gevestigd op Gods trouw onttrekt men zich dus voor een ogenblik aan al het rumoer van de aardse dingen en concentreert men zich, opdat iets van Gods barmhartigheid, genade, trouw en macht door de ziel moge trekken.
Zo looft men God als een God van vrede, en waar Hij zó in de stilte geloofd wordt, doet Hij Zijn vrede in het hart neerdalen. En deze lof Gods in stilheid openbaart zich dan ook naar buiten en maakt voor het uiterlijke stil. Zo moeten wij het dan de Heere klagen en zeggen en voor Hem ons bezwaarde hart uitstorten, wanneer het ons benauwd wordt bij de verschrikkelijke onweerswolken, onder de dreigingen, bij het naderende gevaar voor ogen. In de stilte moet God dus geloofd, in de stilte de Heere Christus erkend worden als de Koning van gerechtigheid en vrede, als de Koning van de koningen en de Heere der heren, om Wiens wil alleen de volkeren op dit ogenblik tegen elkaar opgezet worden.
H.F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld (”Van oorlog en vrede”, 1870)