Kerk moet zichzelf steeds opnieuw uitvinden
Blijvend hervormen. Dat is de opdracht aan de kerk van de Reformatie. Nu net zo nodig als vijfhonderd jaar geleden. Hoe mag de kerk dat doen?
Vorige week had ik een bijzondere ervaring in Medellín, Colombia. In een bekende boekhandel vlak bij de beroemde straat Junín zag ik twee oude mannen aan een tafel zitten. Ze waren verwikkeld in een gesprek dat mijn aandacht trok. Ik hoorde bekende woorden, sommige in het Latijn, zoals ”sola Scriptura”. Met enige aarzeling stapte ik op hen af en zei: „Ik vind het onderwerp van uw gesprek fascinerend.” De gezette man antwoordde: „Kom erbij, misschien kunt u iets bijdragen, want wij zijn niet van hier.”
„Kunt u mij wat meer context geven? Wat is het doel van uw gesprek?” vroeg ik. „Natuurlijk”, zei de man met de puntige baard, „we schrijven een vijfpuntenmanifest voor alle kerken in Colombia.” Op dat moment ging er een lampje bij me branden. Even was ik met stomheid geslagen. Het leek ongelooflijk om hier voor hen te staan. Ze zagen mijn verbaasde gezicht. „Ja”, zei de stevige man, die zijn hand uitstak, „ik ben Maarten, Maarten Luther.” De ander stak ook zijn hand uit: „Johannes Calvijn.”
Een verhaal met een knipoog. Toch wil ik het manifest met u delen. Niet voor een specifieke denominatie, want de Reformatie was een beweging die relevant is voor de hele kerk. Zij overstijgt de grenzen van tijd en ruimte.
1. De Bijbel: levende stem van God
De Bijbel heeft zijn eigen intrinsieke autoriteit en kracht. Op elke bladzijde horen we de stem van God die ons persoonlijk aanspreekt, in onze tijd. We kunnen het niet doen met wat generaties voor ons erin gelezen hebben. Deze Bijbel vraagt telkens om herontdekking. Het gaat erom dat een gemeente dicht bij de stem van God leeft en in die nabijheid nieuwe en oude schatten ontdekt.
2. Jezus: in ons
Geloof in Jezus is onmisbaar voor een getroost leven en sterven. Het veronderstelt een persoonlijke band met Jezus als de Zoon van God. Een gelovige is door Hem vrijgekocht om kind van God te zijn (Galaten 4). Daarom leren gelovigen door de Heilige Geest het “Abba, Vader”. Jezus, dichtbij, ín het hart van de gelovige, persoonlijk en intiem – daar pleiten wij voor.
3. De christelijke kerk: één en divers
Wij vinden dat de kerk een broederlijke hand moet uitsteken naar allen die zich verzamelen onder de banier van Koning Jezus. Daarom pleiten wij voor de erkenning van de rooms-katholieke doop. Ook de Rooms-Katholieke Kerk is deel van het lichaam van Christus. Zelfs als andere gelovigen ons duivels noemen, blijven wij hen toch zien als dienaren van God. Laten we leven naar de geloofsbelijdenis: „Ik geloof één heilige, katholieke (universele) en apostolische kerk.” De verschillende denominaties zijn de knopen in de mazen van het vissersnet van het Evangelie.
4. De gelovigen: lichaam van Christus
Alle gelovigen zijn waardevolle en actieve delen van het lichaam van Christus. Iedere gelovige heeft een actieve rol. Samen vormen zij een gemeenschap waarin Christus in elk aspect van het leven tot uiting komt. Ondanks de verschillen is het centrale principe duidelijk: Christus is het Hoofd van ons allen, en elk leiderschap in de kerk is ondergeschikt aan het lichaam als geheel. Wij benadrukken het priesterschap van alle gelovigen als basis voor elke bijzondere bediening.
5. Prediking en pastoraat: twee pijlers van de gemeente
De gemeente van gewone gelovigen moet worden opgebouwd door het Woord. De prediking en het pastoraat zijn de twee pijlers die het leven van de kerk ondersteunen. De focus ligt niet op het leiderschap, maar op de gemeente. En de gemeente als het lichaam van Christus opereert in deze wereld. Wij staan voor een kerk die dicht bij de gelovigen staat en hen helpt te groeien in de kennis en de genade van de Heere Jezus. Wij geloven in kleine, beheersbare, lokale gemeenten in plaats van één grote kerk.
Doorgaan
Toen ik dit manifest met de broeders had doorgenomen, was ik diep geraakt door de relevantie ervan. Toch bleven er twee vragen in mijn hoofd hangen. Ik vroeg mijn broeders waarom zij geloofden dat de bijzondere werken van de Heilige Geest, zoals wonderen, genezingen en krachten, alleen in de tijd van de apostelen plaatsvonden. Waarom kunnen deze werken niet ook in onze tijd zichtbaar zijn? Mijn tweede vraag was: Waarom besteedden jullie zo weinig aandacht aan zending en richtten jullie je bijna uitsluitend op het hervormen van bestaande kerken? Maarten antwoordde: „Waarschijnlijk zouden we hier nu anders over denken. Maar leun niet te veel op ons. Waar wij mee begonnen zijn, daarmee moeten jullie doorgaan. Voor ons beiden geldt immers: ”Ecclesia Reformata, Semper Reformanda est secundum Verbum Dei” (De kerk van de Reformatie moet zichzelf blijvend hervormen naar het Woord van God).”
De auteur is werkzaam als missioloog en zendingspredikant (PKN) voor de GZB in Colombia. Deze bijdrage is een vereenvoudigde versie van zijn lezing, gehouden op het Internationale symposium over gereformeerde theologie, toegepast in de pedagogische context van Latijns-Amerika, in Ibagué, Colombia, op 14 en 15 oktober.