Kerk & religieReformatie in 2024
Zorgt Sola Scriptura voor kerkelijke verdeeldheid? Juist niet, zegt ds. De Vries

De Schrift alléén is de gezagsbron van de kerk, zeggen protestanten. Deze opvatting heeft met veel uitdagingen te maken. „Bij de kerk van Rome merk je dat de mondelinge traditie uiteindelijk gaat heersen over de Schrift.”

Maarten Luther vertaalt de Bijbel. Ds. P. De Vries: „Sola Scriptura is iets anders dan de opvatting dat je de Schrift slechts in je eentje leest.” beeld Wikimedia
Maarten Luther vertaalt de Bijbel. Ds. P. De Vries: „Sola Scriptura is iets anders dan de opvatting dat je de Schrift slechts in je eentje leest.” beeld Wikimedia

Tijdens Reformatiebijeenkomsten op Hervormingsdag klinkt regelmatig de term Sola Scriptura vanaf de kansel – de Schrift alléén. Maar hoe verhoudt die zich tot de kerkelijke traditie? „Sola Scriptura is iets anders dan de opvatting dat je de Schrift in je eentje leest, zonder gebruik te maken van datgene wat velen vóór jou in de Schrift vonden”, zegt ds. P. de Vries, hersteld hervormd emeritus predikant uit Nunspeet. „Want als je zo redeneert, houd je Nuda Scriptura over, slechts een naakte Schrift.”

Dat betekent niet dat de Bijbel onduidelijk is, voegt de oud-docent aan het Hersteld Hervormd Seminarium eraan toe. Volgens hem is de belangrijkste regel dat bij een ingewikkelde passage de ene Bijbeltekst vergeleken wordt met andere teksten in de Bijbel. „De Schrift is een eenheid en de Bijbelboeken hebben een unieke status. De kerkvaders zeiden al dat de Bijbelschrijvers secretarissen van de Heilige Geest zijn. Daarom staan er geen werkelijke tegenstrijdigheden in. En zo functioneert de Bijbel als laatste gids en bron van het geloof.”

Traditie

Ds. P. de Vries, hersteld hervormd predikant. beeld RD, Anton Dommerholt

Rooms-katholieken hebben daar wel wat op aan te merken: in de Schrift wordt volgens hen gesproken over twee gezagsbronnen: het geschreven Woord en het ongeschreven Woord, de traditie. Daarbij wordt er in geschriften van kerkvaders gesproken over een mondelinge traditie naast het geschreven Woord. Zo zegt Basilius de Grote dat de geloofsovertuigingen en praktijken van de kerk bewaard zijn in de Schrift, maar ook „in een mysterie” door de traditie van de apostelen. Wat de „ware godsdienst” betreft, hebben beide volgens de kerkvader „dezelfde kracht”.

Toch zijn volgens ds. De Vries het geschreven Woord en de apostolische traditie een en hetzelfde. „Tradities die niet teruggevonden kunnen worden in de Schrift zijn anders dan de tradities of overleveringen die in het Nieuwe Testament zijn te lezen. Die apostolische overleveringen zijn namelijk vastgelegd in de Bijbel. Na de apostolische tijd zie je dat de grenzen van de canon zichtbaar worden.”

Context

Het is belangrijk om te weten in welke context de kerkvaders hun opmerkingen over de traditie gemaakt hebben, vindt ds. De Vries. „Wat zij wilden zeggen, was dat hun kerkelijke praktijk niet berustte op willekeur. Om een voorbeeld te noemen: het lezen van de wet en de Apostolische Geloofsbelijdenis kun je niet letterlijk afleiden uit de Bijbel. Maar om Bijbelse redenen is besloten om die elke zondag voor te lezen.”

De Nunspeetse pastor voegt eraan toe dat bij de Vroege Kerk vaststond dat de traditie altijd de toetssteen van de apostolische leer moest doorstaan. Dan vallen volgens hem zaken als de verering van Maria, de Maria-Tenhemelopneming en het vagevuur af en moeten tradities die niet overeenkomen met de Schrift dus afgewezen worden.

Verbonden

In de tijd van de kerkvaders was het Schriftgezag en het kerkelijke gezag nog helemaal met elkaar verbonden, constateert ds. De Vries. „Volgens de kerkvaders leerde de Katholieke Kerk dat alles aan de Schrift getoetst moest worden en dat de Bijbel het gezag van de kerk bevestigt. De kerkvaders hebben nooit tradities buiten de Schrift kunnen bekrachtigen. Ook Augustinus zegt in zijn boek over de doop dat alles getoetst moet worden aan de Schrift. Toch kon hij ook zeggen: „Ik zou het Evangelie niet geloven, als het gezag van de kerk me daar niet toe aanzette.””

„Volgens de kerkvaders leerde de Katholieke Kerk dat alles aan de Schrift getoetst moest worden en dat de Bijbel het gezag van de kerk bevestigt” - Ds. P. de Vries, emeritus predikant in de Hersteld Hervormde Kerk

De kerk stelde al vroeg in haar geschiedenis geloofsregels op, ziet de emeritus predikant. Te denken valt aan de leer van de Drie-eenheid en de Bijbelse opvatting dat Jezus Christus God is Die mens werd. De geloofsregels waren volgens ds. De Vries bedoeld voor mensen die toetreden tot de kerk, maar ook om nieuwe generaties christenen duidelijk te maken wat de kerk gelooft. Op deze geloofsregels doelde Basilius de Grote met name  als hij sprak over de traditie van de apostelen.

„Bij de kerk van Rome merk je dat de mondelinge traditie uiteindelijk gaat heersen over de Schrift”, stelt ds. De Vries vast. „Later wordt de paus door de Rooms-Katholieke Kerk gezien als de hoeder van de traditie. In de kerk van de middeleeuwen was dat nog anders. Toen waren er twee stromingen. De ene stroming was van mening dat de kerk tot het profetische en apostolische Woord moest teruggaan en dat de tradities daaraan getoetst moeten worden. De andere stroming stond meer in de lijn van de huidige Rooms-Katholieke Kerk en haar opvattingen over Schrift en traditie.”

Uitdaging

De kerk van de Reformatie kwam in conflict met die tweede stroming. „De reformatoren zagen dat het Schriftgezag en het kerkelijke gezag met elkaar botsten. Met deze vraag werden de kerkvaders in veel mindere mate geconfronteerd. Weliswaar zijn er ketterse bisschoppen geweest in de strijd tegen Arius en zijn dwalingen over de Drie-eenheid. Toch kwam de kerk in die tijd als één geheel uit de strijd. De eerste zes oecumenische concilies werden ten tijde van de Reformatie wel aanvaard door de protestanten. Die konden namelijk de toets van de Schrift doorstaan, in tegenstelling tot latere concilies.”

Dat is voor de Rooms-Katholieke Kerk ondenkbaar, zegt Ds. De Vries. De Rooms-Katholieke Kerk is van mening dat een concilie per definitie de stem is van de Heilige Geest. Zij kan dus bijvoorbeeld de vervloekingen van Trente niet terugnemen.

Herinterpreteren van de concilies is volgens de voorganger de enige optie. „Tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie in de jaren zestig is er veel ballast overboord gezet. Er is echter veel liberale theologie gesanctioneerd. Daarbij werden bepaalde zaken zo dubbelzinnig geformuleerd, dat je ze op een orthodoxe of een liberale manier kunt interpreteren. Dat is kwalijk, want geloofsdocumenten moeten duidelijk zijn.”

„Er waren ook voorbeelden van rooms-katholieken die, ondanks alle theologische ballast, een oprechte band hadden met de Heere Jezus Christus” - Ds. P. de Vries, emeritus predikant in de Hersteld Hervormde Kerk

Sinds ”Vaticanum II” is het eeuwigheidsbesef grotendeels verdwenen en daarom heeft het concilie dus niet alleen winst gebracht, merkt ds. De Vries op. „Vroeger deed ik pastoraal werk in Wijk. Sommige oude rooms-katholieken die ik tegenkwam, waren helemaal ontredderd. Dan had je als protestant toch een aanknopingspunt vanuit de diepe overtuiging dat we eens God moeten ontmoeten. Er waren ook voorbeelden van rooms-katholieken die, ondanks alle theologische ballast, een oprechte band hadden met de Heere Jezus Christus.”

Verdeeldheid

En de kerkelijke verdeeldheid? „Die is diep te betreuren. Toch zijn er betrekkelijk weinig wezenlijke zaken waarover Schriftgetrouwe protestanten met elkaar van mening verschillen”, denkt ds. De Vries. „Bijvoorbeeld verschillende opvattingen over de sacramenten, het exacte karakter van de soevereiniteit van God en enkele andere zaken, en dan houdt het op.”

De kloof tussen protestanten en rooms-katholieken is nog altijd breed, aldus ds. De Vries. „De kerkvader Vincentius heeft gezegd dat ”katholiek” datgene is wat de kerk altijd en overal geloofd heeft. Dat kun je van de pauselijke onfeilbaarheid of de Mariadevotie niet zeggen. Daarbij verbergt zich onder de paraplu van eenheid een veelheid van opvattingen waarvan de verschillen groter zijn dan die tussen Bijbelgetrouwe protestanten.”

Als de traditie een even belangrijke plaats heeft als de Schrift, loop je daar als kerk mee vast, zegt de predikant. „De reformatoren vergeleken de Schrift met de Schrift zelf, maar ook met de geloofsbelijdenissen als afgeleide norm. Zodoende verschaft de Schrift eenduidigheid in plaats van versplintering. Daarom is het belangrijk om, ondanks alle Schriftkritiek van deze tijd, vast te houden aan de waarheid van de Schrift. Anders heb je geen antwoord op Rome.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer