Waarom herdenken wij de Reformatie niet op 6 juli?
Waarom herdenken wij de Reformatie niet op 6 juli? Op die datum in 1415 werden in de Zuid-Duitse stad Konstanz niet alleen de boeken van Jan Hus verbrand maar ook hijzelf.
Hus werd omstreeks 1371 geboren in Bohemen, het huidige Tsjechië, dicht bij de Beierse grens. Hij studeerde filosofie en theologie aan de vermaarde Karelsuniversiteit in Praag. Het grootste deel van zijn leven zou hij er blijven als docent en priester.
Daar confronteerde zijn geestverwant Hiëronymus hem met de geschriften van de kritische Engelse filosoof-theoloog John Wycliff (1324-1384). Deze vertaalde de Bijbel in de landstaal en hekelde kerkelijke wantoestanden en het zedeloze, normloze en luxe leven van veel geestelijken. Het staafde Hus in zijn overtuiging van de noodzaak van kerkelijke hervormingen.
Inmiddels was hij verbonden aan de Praagse Bethlehemkapel. Hij preekte er in de landstaal, ondanks een Vaticaans verbod. Latijn was de kerktaal, zo was ooit bedacht. Hus achtte het belangrijker dat iedereen begreep waar het om ging in een christenleven. Hij beijverde zich daarom ook voor een Bijbel in de volkstaal, vertaalde hymnen en schreef liedteksten. Die werden door de gemeente en niet door een koor gezongen. Hus bediende het avondmaal bij brood én beker en bestreed bijgeloof en afgoderij met relikwieën. Zijn preken werden ijverig opgeschreven, gingen van hand tot hand en werden overal voorgelezen. De Bijbel was voor Hus de hoogste gezagsbron. Wij worden niet zalig door werken maar door genade.
Aanvankelijk genoot hij steun van koning en bisschop. Dat veranderde door de kwestie dat er tegelijktijdig meerdere pausen waren. Elke paus had zijn eigen aanhang onder volk, de clerus en de vorsten en elk vocht letterlijk voor zijn positie. Men deed elkaar in de ban en daarmee heel de christenheid. Wie was de wettige paus? Die in Rome, die in Avignon of die in Bologna? Hus koos anders dan zijn superieuren. Ook zijn verzet tegen de aflaten –een belangrijke inkomstenbron voor kerk en staat– bracht verwijdering.
Hus riep de kerk steeds luider terug naar bron en basis, naar de eenvoud van een leven in navolging van Christus. In 1412 werd hij in de ban gedaan en in 1415 op last van het concilie van Konstanz, na een langslepend schijnproces, verbrand. Hij was niet de eerste Praagse martelaar. Drie volgelingen gingen hem voor. Zijn vriend Hiëronymus zou weldra volgen. Het licht was echter gaan schijnen en liet zich niet meer doven. „Wij zijn allen Hussieten”, riep Luther ruim een eeuw later verwonderd uit, na het lezen van Hus’ preken en verhandelingen. In Praag was de lente begonnen.