De Koude Oorlog is terug: waar zijn we veilig?
Rusland dreigt weer met atoombommen. De Koude Oorlog is terug.
Jaren na 1948 houdt Nederland nog rekening met een Russische inval. De angst zit er diep in. Van ons volk vreest 50 procent de komst van het Rode Leger, dat nog wreder zal zijn dan de nazi’s. Onze soldaten zitten in Indië. Communisten hebben we wel. Staatsgevaarlijk heten ze, Paard van Troje, vijfde colonne. In Praag grepen hun geestverwanten in 1948 de macht. De CPN, die in 1987 opgaat in GroenLinks, is in de Amsterdamse gemeenteraad dan de grootste fractie.
De overheid stelt gedetailleerde draaiboeken op. Wordt het oorlog, dan liggen evacuatieplannen gereed. En ook noodvoorraden voedsel en medische benodigdheden. Over de stroom- en watervoorziening wordt nagedacht. Burgers leren hun kwetsbaarheid verkleinen. Om een verwachte Russische opmars te vertragen, zullen dijken worden doorgeprikt, bruggen opgeblazen. Het bevolkingsregister moet uit vijandelijke handen blijven. Komen de Russen, dan moet het snel worden vernietigd. Steek desnoods het gemeentehuis in brand. Openbare schuilplaatsen en noodhospitalen worden aangelegd. Bij veel doden zijn massagraven nodig. Wordt er gedwongen geëvacueerd, dan vindt verplichte inkwartiering bij particulieren plaats, met uitzondering van asocialen, misdadige elementen, ruziezoekers en prostituees. Hoeren gaan naar Texel… Ook dieren (runderen, varkens, kippen) worden zo nodig verplaatst. Vluchtelingen van elders worden bij de grens geweerd. Er wordt in de loop der jaren gerekend met een toenemend aantal atoombommen en atoomdoelen, maar ook met de inzet van chemische en biologische wapens.
Draaiboeken met maatregelen, adviezen en voorlichting zijn, achteraf bezien, vaak niet zinvol. Niettemin verstond de overheid haar taak en rekende ze met de ernstigste scenario’s. Mark Traa schreef er een boeiend boek over: ”De Russen komen! Nederland in de Koude Oorlog” (2009).
Als in 1961 de Berlijnse Muur wordt gebouwd, bereikt de spanning het kookpunt. Met de val van de Muur is de Koude Oorlog voorbij. Het vluchtkoffertje van moeder, altijd bang voor de Russen, kon weg. Zo ook de regeringsvoorraden noodvoedsel. Een oom van mij kocht een partij op, deelde er gul van uit in de familie, dus aten ook wij veelvuldig erwten uit blik, onder protest van zuslief. Met de opmerking: „Kindertjes in Biafra zouden er hun vingers bij aflikken”, probeerde moeder dankbaarheid aan te kweken, waarop zus voorstelde de rest maar snel naar Afrika te sturen.
De kou is opnieuw in de lucht. Waar is een mens veilig…? Lees het antwoord in Psalm 91.