Bliezen razernij, verblinding en wraaklust hun partij?
- Mijn eerste jaar op de mulo. Geschiedenisdocent H. sleept ons de Eerste Wereldoorlog binnen. Ik tuur naar buiten, zie vreedzaam grazende koeien en prijs ze gelukkig. Weken later bedreigt H. ons met de Tweede Wereldoorlog. Er is geen ontkomen aan. Spoedig zitten we er middenin. Mijn weerzin tegen alles wat met oorlog en geweld te maken heeft, betaalt zich uit op mijn kerstrapport. Ik sta diep in het rood.
Inmiddels verslind ik ter voorbereiding op een bezoek aan Dresden het bijzonder boeiende boek van Noud de Vreeze: ”De ziel van Duitse steden. Het drama van verwoesting en wederopbouw” (2018). Met ruim 400.000 bommenvluchten werden 150 Duitse steden verwoest in Hitlers oorlog. Eeuwenoude cultuur en honderdduizenden mensenlevens werden vernietigd.
Geraffineerd buitten de opkomende nazi’s in de jaren dertig de onvrede onder de bevolking uit. Die onvrede was er vanwege de opgelegde sancties na de Eerste Wereldoorlog en de slappe houding van de regering. Hitlers tirades tegen de Joden en tegen het politieke establishment, het bespelen van emoties en sentimenten en het aanwakkeren van het verlangen naar een sterk Duitsland hadden effect.
Een van de eerste wapenfeiten van Hitlers regiem was het bombarderen van Guernica in Spaans Baskenland, als steunbetuiging aan Franco’s bewind. Er zouden nog veel doelwitten volgen: Warschau, Rotterdam, Middelburg, Londen enzovoorts.
Met de Duitse inval in Polen, september 1939, was de oorlog een feit. De aangevallen naties verenigden zich. München, Keulen, Hamburg en Berlijn werden gebombardeerd. Soms dagen- en nachtenlang. Wapensystemen werden geperfectioneerd. Gevreesd waren vooral de verzengende vuurstormen, die duizenden en tienduizenden levens eisten.
Diep in het collectieve geheugen staat de verwoesting van cultuurstad Dresden gegrift. Dat gebeurde pas in februari 1945. Daarna moest Münster het nog ontgelden. De Italiaanse generaal Giulio Douhet zag er in 1921 al geen been in om behalve militaire en industriële centra ook woonwijken te bombarderen, teneinde het moreel van de inwoners te breken.
Tachtig jaar geleden werden Arnhem, Nijmegen, Doesburg en andere steden geruïneerd. Waren deze en andere objecten strategisch belangrijk of bliezen razernij, verblinding en wraaklust hun partij? De vraag met het oog op toen is vandaag weer zeer actueel.