Lelystad worstelt met leegstand winkels
In Lelystad staat een op de vijf winkels leeg. Terwijl de gemeente worstelt met het vraagstuk, hebben inwoners van de stad een simpele oplossing: „meer mensen, meer gezelligheid, meer geld”.
„Ik erger mij er echt aan”, zegt Carmen Soto-Toppers terwijl ze een pakje sigaretten uit haar zwarte jas haalt. Ze wijst naar een lege winkelruimte waar een plakkaat met ”te huur” op het raam is geplakt. „Waar moet ik mijn kleren halen?” zegt ze gefrustreerd, met een licht Amsterdams accent. De sigaret draait ze rond in haar vingers.
Verderop waait de geur van Vietnamese loempia’s door de Neringpassage, waar Lelystedelingen langs neergelaten winkelluiken struinen. In een van de winkels flikkert een tl-buis, die de strijd tegen de winkelleegstand niet lijkt te willen opgeven. Tevergeefs.
Lelystad heeft namelijk de hoogste winkelleegstand van de veertig grootste plaatsen van Nederland, zo blijkt uit een rapport van vastgoedadviseur Colliers. Een vijfde van alle winkels staat leeg, in totaal ruim vijftig gelegenheden. Bovendien heeft de gemeente moeite met het aantrekken van nieuwe uitbaters, met langdurige leegstand tot gevolg.
Genietend van een waterige oktoberzon lopen de mensen warm voor de oliebollenkraam op het Stadhuisplein, onder toeziend oog van Cornelis Lely, die vanaf zijn 30 meter hoge zuil over de stad kijkt. Anderen, zoals Esther Nijenhuis, zijn op zoek naar winkels die er niet meer zijn. „Het is hier een tikkie armoedig en vies hè?” zegt ze met een scheve glimlach.
„Het is hier een tikkie armoedig en vies hè?” - Esther Nijenhuis, consument
„Ik mis een bakker, een slager of een groenteboer: levensmiddelen”, zegt Nijenhuis. „Er zat hier ook tijdelijk een zaak die vlaaien verkocht, maar die is weer vertrokken. Het is echt wel jammer”, verzucht ze ten slotte.
Concurrentie
Lelystad is zeker niet de enige stad in Nederland die strijdt tegen winkelleegstand. Vooral steden met minder dan 100.000 inwoners kampen met relatief lege stadscentra, omdat de concurrentie van grotere steden de consument wegtrekt. Ook steden als Hengelo, Helmond en Deventer kampen met veel leegstand.
Voor Lelystad lijkt Batavia Stad de boosdoener. Het outletcentrum nabij de Flevolandse hoofdstad, waar kleding permanent in de aanbieding is, maakt het bestaan van detailhandel in het centrum van Lelystad zo goed als onmogelijk.
Maar daar is wethouder voor economie Dennis Grimbergen (VVD) het niet mee eens. „Batavia Stad trekt een nationaal en internationaal publiek”, zegt hij terwijl hij met gevouwen handen op de tafel in zijn kantoor leunt. „Bovendien heeft de gemiddelde inwoner van Lelystad een relatief laag uitgavenpatroon, terwijl de zaken in Batavia Stad zich richten op het duurdere segment.”
Wel erkent hij dat Lelystad voor een uitdaging staat om het stadscentrum nieuw leven in te blazen. Een marathon lopen, noemt Grimbergen het. „Het is een transformatie van meerdere jaren. Dat vraagt om een lange adem.”
Langdurig leeg
De opdracht lijkt simpel: maak het centrum aantrekkelijker door detailhandel te vervangen door bijvoorbeeld horeca of woonplekken. Toch laat de ”casus Lelystad” zien dat dit makkelijker gezegd dan gedaan is. Want hoewel het aandeel van de detailhandel sinds 2019 met 8 procent daalde en winkels op het Stadhuisplein werden omgebouwd tot woningen, staat nog steeds ruim 13 procent langdurig leeg.
„We moeten vooral het verblijfsaanbod verbeteren”, zegt Grimbergen. Zo wil hij het Stationsplein vernieuwen en beter verbinden met de stad, wordt er gebouwd aan een theaterkwartier en is de horecavisie aangepast. „Als de stad meer uitnodigt om er te blijven hangen, zal dat vanzelf leiden tot meer consumptie. Maar we kunnen mensen natuurlijk niet verplichten om hier te kopen.”
Ouderen op scootmobielen en jongeren op fatbikes laten de klinkers van het stadscentrum van Lelystad trillen. Het verschil in koopgedrag tussen die twee groepen is volgens Esther Nijenhuis deels de oorzaak van de leegstand. „De jongere generatie koopt alles online, waardoor de fysieke winkels omvallen”, legt ze uit. „Daar zijn ouderen de dupe van, want die zijn nog afhankelijk van de winkel, omdat ze niet weten hoe ze iets moeten bestellen op internet.”
„De consument is meer gaan kopen op internet en de coronapandemie is een katalysator geweest voor dat proces” - Onno Slikker, onderzoeker
De opkomst van e-commerce is ook volgens Onno Slikker –die namens Colliers onderzoek doet naar vastgoedbeheer– een van de oorzaken van de toenemende leegstand. „De consument is meer gaan kopen op internet en de coronapandemie is een katalysator geweest voor dat proces.”
Slikker raadt Lelystad aan te blijven investeren in andere functies van de binnenstad, zoals wonen en horeca. Ook kan de stad inzetten op het aantrekken van unieke evenementen op het gebied van bijvoorbeeld sport. „Er liggen wel degelijk kansen”, zegt hij. „Lelystad is een van de snelst groeiende gemeenten van Nederland.”
Visitekaartje
Daar kan wethouder Grimbergen zich in vinden. Hij legt uit dat de focus is verlegd van de detailhandel naar een „integrale visie”, waarin vooral de aanblik van de stad het visitekaartje moet zijn. Voor het maken van die omschakeling was volgens hem wel ruim tien jaar nodig. Inmiddels timmert de stad hard aan de weg.
„Over vijf jaar ken je het hier niet meer terug”, zegt hij. „Dan wonen er een stuk meer mensen in het stadscentrum, is er een bruisend theaterkwartier en nodigt dit gebied uit om op stap te gaan. Wij durven echt groot te denken, maar daar nemen we wel de tijd voor.”
„Wij durven echt groot te denken, maar daar nemen we wel de tijd voor” - Dennis Grimbergen, wethouder economie
Of de Lelystedelingen daarop kunnen wachten, is de vraag. Druk gebarend wijst inwoner Malik de lege panden aan. „Daar zat vorig jaar nog een herenzaak waar ik graag kwam. En kijk, daar zat een buurtsuper”, ratelt hij. Hij blijft wijzen naar lege winkels.
Malik heeft een simpele oplossing voor de leegstand: „meer mensen, meer gezelligheid, meer geld”, zegt hij lachend. Of die tactiek werkt, zal de toekomst leren. Lely zal het zien vanaf zijn zuil.