Meditatie: Een nieuw jaar
„Vrees niet, want Ik ben met u; Ik zal uw zaad van de opgang brengen en Ik zal u verzamelen van de ondergang.”
Jesaja 43:5
Gods voorzeggingen zijn ook in de tijd vervuld toen Hij, Die de Heere uit de hemel was, gezien werd onder de mensen. „Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond, en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd” (Johannes 1:14). „Hij, door Wie de wereld is gemaakt, was in de wereld” (vers 10).
Immanuël, God met ons! Wat betekent het anders dan dat God door de Messias bevredigd en verzoend zou worden met ons? Eerst waren we door onze zonden van Hem afgescheiden en daarom was Hij tegen ons. Die God zou nu weer met ons zijn, die God zou ons gunstig en genadig zijn en met ons verenigd door de Middelaar. Immers: „God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende” (2 Korinthe 5:19). „Vijanden zijnde, zijn we met God verzoend door de dood van Zijn Zoon” (Romeinen 5:10). „Door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed van Zijn kruis, heeft Hij alle dingen verzoend tot Hem Zelf” (Kolossenzen 1:20). Hij is Immanuël, God met ons: het geeft te kennen dat niet alleen Gods hart door verzoening, maar ook Zijn hand door dadelijke hulp en bijstand met Zijn volk zou zijn. Zo wordt „met iemand zijn” dikwijls bedoeld „iemand helpen”. „De Heere is met ons, vreest hen niet” (Numeri 14:9). „Vreest niet, want Ik ben met u” (Jesaja 43:5).
Abraham Hellenbroek, predikant te Rotterdam (”De beloofde Messias”, uitgave 1976)