Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) concludeert dat het doel dat vorig jaar op de klimaattop is vastgesteld om de capaciteit van hernieuwbare energie tegen 2030 te verdrievoudigd te hebben, haalbaar is. De organisatie voorziet een aanzienlijke toename van de wereldwijde capaciteit voor hernieuwbare energie in de rest van dit decennium, blijkt uit een nieuw rapport van de IEA.
Volgens de verwachtingen is deze capaciteit tegen 2030 met maar liefst 2,7 keer toegenomen, wat bijna de helft van de wereldwijde vraag naar elektriciteit zal dekken. Het IEA wijst op het ondersteunende klimaat- en energiebeleid van overheden, evenals op gunstige economische omstandigheden, als de belangrijkste factoren achter deze sterke groei. Het betreft vooral hernieuwbare energie uit zonnepanelen en windmolens.
China speelt een cruciale rol in deze ontwikkeling, vooral op het gebied van zonnepanelen. Tegen 2030 wordt voorspeld dat maar liefst 60 procent van de uitbreiding van hernieuwbare energie in dit land zal plaatsvinden, terwijl India de snelste groei onder de grote economieën laat zien.
Het IEA stelt ook vast dat internationale inspanningen nodig zijn om de hoge financieringskosten voor nieuwe projecten in opkomende en ontwikkelende landen te verlagen. Deze kosten belemmeren momenteel nog de groei van hernieuwbare energie in regio’s zoals Afrika en Zuidoost-Azië.
Daarnaast stelt het agentschap dat het noodzakelijk is om duurzame biobrandstoffen, biogas, waterstof en synthetische brandstoffen te introduceren om de internationale klimaatdoelen te behalen. Maar omdat deze brandstoffen nog steeds duurder zijn dan fossiele brandstoffen, wordt verwacht dat hun aandeel in de wereldwijde energievoorziening zelfs tegen 2030 onder de 6 procent blijft.