Waarom Apeldoorners massaal hamsterden en wat dat zegt over echte crisissituaties
Tijdens de coronapandemie sloegen mensen massaal wc-rollen in. En toen afgelopen weekend het drinkwater in Apeldoorn vervuild bleek te zijn, leidde dat in supermarkten tot een stormloop op flessen water. Hoe paniekerig is de Nederlander? En komt er chaos als er een echte crisis komt?
Bij de stormloop was massapsychologie in het spel, legt Jaap van Ginneken uit. De gepensioneerde psycholoog ziet kuddegedrag. „Bij hamsteren zien mensen dat buren –ja, men wijst altijd naar de buren– in actie komen. Voordat de schappen leeg zijn, slaan ze dus zelf ook snel in. Want het mechanisme is: Better safe, than sorry.”
Bij hamsteren zien mensen dat buren –ja, men wijst altijd naar de buren– in actie komen - Massapsycholoog Jaap van Ginneken
Paniek vindt Van Ginneken bij de run op waterflessen een te groot woord. „Het is vooral een kwestie van wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Omdat we erg letten op het gedrag van anderen, zie je een zichzelf versterkend proces. Het grijpt om zich heen. Wel spelen dezelfde processen als bij paniekreacties. Als iemand ”brand, brand!” schreeuwt in een volle bioscoopzaal en er lijkt niets aan de hand, dan staan er toch altijd wel een paar bezoekers op. Dat voorbeeld doet volgen. Gaan er vervolgens een paar hollen? Dan lopen we elkaar massaal onder de voet bij de nooduitgangen.”
Poepbacterie
Dat mensen zo haastig naar de winkel snelden, vindt Van Ginneken onnodig. „Je kunt het water uit de kraan ook drie minuten koken. Mensen werden mogelijk wat zenuwachtig omdat het om de poepbacterie gaat. De Latijnse naam E. Coli schrikt ook af. Gedramatiseerde reportages in de media over lege vakken in supermarkten, versterkten het effect vervolgens nog.”
In tegenstelling tot Van Ginneken vindt prof. dr. ir. Kees Boersma van de Vrije Universiteit het hamsteren van water juist wel rationeel. Boersma doet onderzoek naar crisisbeheersing, rampenbestrijding en maatschappelijke veerkracht. „Er deed zich een onbekende situatie voor die de eerste levensbehoefte raakte.” Hij vindt het dan ook logisch dat mensen in actie kwamen.
Boersma ziet in het gebeuren in Apeldoorn een voorbeeld van hoe een echte crisis kan uitpakken. „Ik denk dat burgers nog niet goed voorbereid zijn op de rampen van de toekomst. We zien mede door bijvoorbeeld klimaatverandering een stapeling van crises. Als een overstroming plaatsheeft, tast dat ook de kwaliteit van het drinkwater aan. Daarbij komt dat door de groei van de bevolking en verstedelijking de impact van rampen groter wordt.”
Chaos
Stel, er ontstaat zo’n crisissituatie, waarbij er in grote delen van Nederland geen water meer uit de kraan komt of geen stroom meer uit het stopcontact. Ontaardt het land dan in chaos? Boersma: „Maatschappelijke onrust is in zo’n situatie onvermijdelijk, maar de term chaos vermijd ik. Mensen zijn in zo’n situatie bezig met overleven. En in hun ogenschijnlijk chaotische handelingen kun je zeker patronen ontdekken. Zo zien we buurtgemeenschappen het voortouw nemen in het zorgen voor kwetsbaren. Het is aan de overheid en de samenleving om daarop in te spelen. Hoe voorkom je dat iedereen elke keer ad hoc naar de supermarkt rent?”
Het is verstandig om altijd voldoende voedsel en drinkwater in huis te hebben. „Daarover zijn ook bewustwordingscampagnes. Zo vroeg het Rode Kruis deze zomer nog aandacht voor hitte in de stad en het belang van voldoende water in huis.”
Nabuurschap is toenemend belangrijk in crisissituaties - Kees Boersma, hoogleraar VU
Crisis of niet, volgens massapsycholoog Van Ginneken blijkt keer op keer hoe moeilijk het is om menselijk gedrag te sturen. Dat is ook wat hij in zijn recente boek ”Grillig” beschrijft. „Een crisis kan namelijk uit een klein detail voortkomen. Neem het maatschappelijke verschijnsel van klimaatstakingen. Dat begon bij een twijfelend tienermeisje (Greta Thunberg, MK) dat bij het Zweedse parlement ging zitten. Een paar jaar later gingen er wereldwijd miljoenen mensen de straat op. Managers hebben zulke ontwikkelingen niet goed in de klauwen.”
Scenario’s
Toch heeft de overheid wel degelijk scenario’s klaarliggen voor crisissituaties, weet VU-hoogleraar Boersma. „Dat gaat dan allereerst over wie de coördinatie heeft. Maar ook over hoe je vrijwilligers kunt faciliteren en welke informatie je deelt.”
Communiceren tijdens een crisis is volgens Boersma een kunst. „Ik heb respect voor professionals die daar verantwoordelijk voor zijn. Het komt namelijk nogal nauw. Je wilt geen extra onrust aanwakkeren, maar je wilt ook voorkomen dat de boodschap niet overkomt. Zo van: Ga maar rustig slapen, de overheid regelt het wel.”
Duidelijke informatievoorziening is noodzakelijk. Over de calamiteit, de oorzaak, de gevolgen en wat de aanpak van de overheid is. „Maar ook over het handelingsperspectief voor de inwoner. Wat kan iemand zelf doen? Zeg dat het niet nodig is om water te gaan hamsteren, omdat er genoeg is. Iets vergelijkbaars gebeurde tijdens het hamsteren van toiletpapier in de coronaperiode heel efficiënt door een medewerker van een distributiecentrum. Die liet zien hoe enorm veel wc-rollen daar nog stonden.”
Boersma benadrukt ook de rol van de samenleving in crisissituaties. „Tijdens de eerste lockdown van de coronacrisis zag je de gemeenschappelijke veerkracht. Mensen verstrekten gratis maaltijden voor kwetsbaren. Anderen deden boodschappen voor elkaar. Dit nabuurschap is toenemend belangrijk.”